Sinds corona is wandelen volkssport nummer één, en ook studenten hebben de 'lawa' (studententaal voor lange wandeling) ontdekt. Maar waar te beginnen? Boswachter Tim kent de mooiste plekken rond Nijmegen op zijn duimpje.

‘Het mooie van boswachter zijn, is dat je met je werkauto mag komen op plekken die normaal verboden toegang zijn’, zegt Tim Hogenbosch als we een slagboom omzeilen bij de Hatertse en Overasseltse Vennen. ‘Past precies’, zegt hij als we tussen twee paaltjes van het naastliggende fietspad doorrijden. Een stukje verderop zet hij de auto plots in zijn achteruit na een korte blik in de binnenspiegel, en stapt daarna uit. ‘Mevrouw!’, roept hij naar een oudere wandelaarster, ‘waarom maakt u uw hond weer los? Overal staat aangegeven dat honden aan de lijn moeten. Dat kan je een boete opleveren van 104 euro.’

Als Vox met hem op pad is, mag de 38-jarige Hogenbosch zich officieel nog maar even boswachter noemen. In september hangt ‘Boswachter Tim’ – zoals de meeste mensen hem kennen – zijn Staatsbosbeheerkloffie aan de wilgen, om voor KRO-NCRV fulltime kinderprogramma’s te gaan maken. Het televisieprogramma Tims Beestenbrigade, dat hij al sinds 2019 presenteert voor die omroep, krijgt een uitgebreider vervolg. En dat is niet meer te combineren als boswachter in het Rijk van Nijmegen, zegt hij. ‘Gelukkig is boswachter geen beschermde titel, dus ik blijf gewoon Boswachter Tim’.

Bekende Nederlander

Nijmegenaar Hogenbosch is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een Bekende Nederlander. Hij was ‘Twitteraar van het jaar’ in 2018, won vorig jaar een Televizier-Ster voor Beestenbrigade, en werd uitgeroepen tot Nijmegenaar van het jaar 2020. Dat hij na zeven jaar het over een andere boeg gooit is niet gek. Eerder zat hij al in het leger, volgde een opleiding tot sportdocent en ooit wil hij nog een biercafé beginnen, een beetje in de stijl van Boscafé Merlijn op de grens van Groesbeek en Duitsland. Al die activiteiten hebben meer met elkaar gemeen dan je denkt, vertelt hij. ‘Ik ben het liefst zoveel mogelijk buiten, en met mensen bezig.’

En buiten, dat zijn we op deze warme julidag. In zijn werkauto rijdt de boswachter de Vox-verslaggever rond langs verschillende natuurgebieden rondom Nijmegen. Wat zijn nu echt mooie plekken om te gaan wandelen of fietsen, als je de omgeving nog niet zo goed kent, bijvoorbeeld als eerstejaarsstudent? Hogenbosch kent het Rijk van Nijmegen als beheerder op zijn duimpje en geeft graag vijf tips.

1. Millingerwaard

‘Dit is echt ruig struingebied, natuur zoals natuur hoort te zijn. Het stikt hier van de wilde dieren: bevers, zeearenden, maar ook konikpaarden. Je mag hier gewoon van de paden af, behalve als er een bordje staat. Na het struinen is de Millinger Theetuin de perfecte plek om uit te rusten.’

2. Duivelsberg

‘Het bos hier heeft iets magisch, met zijn hoge heuvels en diepe dalen. De hoogteverschillen zijn perfect voor trail runners. In de Tweede Wereldoorlog is hier flink gevochten, dat zie je nog aan de ingekerfde namen in de oude beuken en kastanjes.’

3. Hatertse en Overasseltse Vennen

‘Als de zon net opkomt, kun je hier de mooiste foto’s maken voor op Instagram. Vooral in augustus en september, als de struikheide in bloei staat. Dan is het prachtig paarsblauw en bovendien fijn wandelen. Er loopt ook een herder met een schaapskudde. In de winter wordt hier vaak geschaatst, al moedigen we dat niet aan. Het is kwetsbaar gebied.’

4. Groesbeekse Bos

‘Hier kun je heerlijk sporten: er ligt een speciale mountainbikeroute, en als hardloper kun je allerlei weggetjes in. Het bos oogt wat saai, met veel rechte paden, maar wie goed zoekt, vindt prachtige plekjes. Er zitten zelfs dassen en reeën. Het is een van de grootste bossen rond Nijmegen.’

5. De Stadswaard

‘Een ideale plek vlak bij de stad. Eerst drink je een biertje op De Kaaij, daarna loop je via wandelbrug de Ooijpoort de polder in om lekker te ontnuchteren. In de zomer kun je chillen op de strandjes – maar ruim alsjeblieft je rotzooi op als je weer vertrekt.’