Breng de faculteitsbieb terug

05 mei 2015

INGEZONDEN De faculteitsbibliotheken moeten terugkeren op de universiteit, vinden Tjeerd en Sjoerd van Hoorn. ‘De centralisering van de bibliotheek is funest geweest voor de toegankelijkheid van de collecties en voor het aantal studieplekken.’

Illustratie: Roel Venderbosch
Illustratie: Roel Venderbosch

Tijdens tentamenperiodes zit de bibliotheek stampvol. Tot in de hal van De Verdieping zitten studenten en scholieren te blokken met studieboek en laptop. Onderwijl lopen andere studenten te speuren naar een plaatsje, zoeken uiteindelijk een studieplek in de Refter of keren onverrichter zake huiswaarts. De situatie is duidelijk onhoudbaar. De bibliotheek is daarom bezig met een soort verdwijntruc in De Verdieping: de collecties Semitische talen, taalwetenschap en literatuurwetenschap verdwijnen naar het magazijn, ongetwijfeld om meer studieplekken te creëren.

Deze maatregel zal sommige bibliotheekgebruikers vreemd te moede zijn: een bibliotheek die boeken ontoegankelijker maakt ten faveure van computerende jongeren. Zou het niet beter zijn om het gebouw aan de Erasmuslaan 36 om te dopen tot universitair internetcafé? Je hoeft echter geen bibliofiel te zijn om in te zien dat de huidige toestand van de bibliotheek even bizar is als hij voorspelbaar was. Bizar omdat een bibliotheek een plek moet zijn waar je in alle rust kunt lezen en studeren, voorspelbaar omdat het college van bestuur en het bestuur van de UB de ruimte van de bibliotheek stelselmatig hebben gereduceerd.

Sociaal hart
Om dit in te zien een stukje geschiedenis. Tot november 2004 hadden de verschillende faculteiten letteren, wijsbegeerte, theologie hun eigen bibliotheken op de derde, zevende, elfde en vijftiende verdiepingen van het Erasmusgebouw. Tot enkele jaren geleden hadden ook sociale wetenschappen, managementwetenschappen en psychologie en pedagogiek elk hun eigen bibliotheken in de Thomas van Aquinostraat 1 en 4 en in het Spinozagebouw. Daarnaast hadden deze faculteiten nog hun eigen ‘studielandschappen’. De faculteitsbibliotheken in het Erasmusgebouw besloegen hele of halve verdiepingen, waarin zowel hele collecties in open opstelling als tientallen studieplekken aan grote houten tafels gesitueerd waren. Met een prachtig uitzicht op de bossen rond de universiteit of op Nijmegen waren het oorden waar je rustig kon lezen, boeken inzien, bladeren en studeren. Het waren ook ontmoetingsplekken; de filosofiebibliotheek op de vijftiende verdieping van het Erasmusgebouw bijvoorbeeld was het sociale hart van de faculteit. Het enige nadeel was dat de faculteitsbibliotheken om half zes sloten en in het weekend altijd dicht waren. De voordelen wogen daar echter ruimschoots tegen op.

Wie nu een rondje over de campus maakt, ziet vreemde oorden, lege plekken op Thomas van Aquinostraat 1 vanaf de Willem Nuyenslaan, donkere ramen op de bovengenoemde verdiepingen van het Erasmusgebouw: ruïnes van leegte. De centralisering van de bibliotheek is funest geweest voor de toegankelijkheid van de collecties en voor het aantal studieplekken. Voor het ruimteprobleem is derhalve een zeer eenvoudige oplossing: breng de faculteitsbibliotheek terug, met de hele collectie in open opstelling en met veel ruimere openingstijden.

Dit voorstel heeft niet alleen een logistieke maar ook een academische grond. Ofschoon bestuurders zich zelden gevoelig tonen voor dit soort argumenten is de sfeer, de genius loci van de plaats waar je studeert, van enig belang voor de kwaliteit van de studie. Iedereen die weleens in Heidelberg, Cambridge of de École Normale Supérieure in Parijs is geweest, zal beamen dat het toch geweldig moet zijn om op zo’n plek te studeren vanwege de oude gebouwen, de klassieke bibliotheken, de tuinen en het groen. Dat het meubilair en de computers die de studenten en wetenschappers aan de ENS gebruiken sober en oud zijn, draagt alleen maar bij aan de charme. Zo wordt het geld ten minste niet over de balk gesmeten ten behoeve van het zoveelste modieuze computerprogramma, milieuonvriendelijke lounges en dergelijke.

Vernieuwingsdrang
Toch heerst aan de hedendaagse universiteit een schijnbaar onuitroeibare vernieuwingsdrang. Het pathos van de genius loci heet niet van deze tijd te zijn, er moet en zal gewerkt worden in zielloze kantoortuinen, flexwerkplekken en andere middels even weerzinwekkende neologismen aangeduide oorden zonder enige eigenheid. Vanuit de bibliotheek managementwetenschappen keek je tegen de rododendrons aan, in De Verdieping tegen beton. Daar komt bij dat een studieplek is als de partituur van een muzikant, als je eigen exemplaar van Du côté de chez Swann (Marcel Proust) of de Kritik der reinen Vernunft (Immanuel Kant), een topos waar je kennis en herinnering sporen nalaat: een gemeenplaats in letterlijke zin waar je slapelings je weg vindt. Neem de proef maar op de som met je favoriete boek: wedden dat je bepaalde passages in je eigen exemplaar zonder te lezen vindt? Probeer het maar eens met een ander exemplaar.

Met gebouwen werkt het net zo – een faculteit of een bibliotheek is de belichaming van een studie-ervaring. De reductie van het aantal boeken dat onmiddellijk van de plank gepakt kan worden is ook problematisch. Maar alles is toch beschikbaar op het internet? Zelfs als dat het geval zou zijn, wat het niet is, was internet nog geen vervanging van het boek. Uit studies van Lui, Taylor, Mol en anderen blijkt namelijk steeds weer een positief verband tussen leesvaardigheid, algemene ontwikkeling en zelfs academisch succes en het lezen van boeken op papier alsook de negatieve invloed van internet op tenminste de eerste twee zaken. Zo ontdekte Lui dat ‘screen‐based reading behavior is characterized by more time spent on browsing and scanning, keyword spotting, one‐time reading, non‐linear reading, and reading more selectively, while less time is spent on in‐depth reading, and concentrated reading. Decreasing sustained attention is also noted’.  Het zou weleens kunnen blijken dat de digitalisering van zo ongeveer alles óók in het onderwijs een kwalijke zaak is.

Daarom is de terugkeer van de faculteitsbibliotheek met ruime beschikbaarheid van boeken wezenlijk voor de Radboud Universiteit. Omdat zo’n herinvoering ontegenzeggelijk ook het aantal studieplekken zal vermeerderen en de sfeer ten goede zal komen, zien wij alleen maar voordelen aan zo’n operatie. Per slot van rekening heeft, zoals blijkt uit de komst van het pas geopende Grotiusgebouw, geld aan deze universiteit nooit een beletsel kunnen zijn voor bouwkundige vernieuwingen.

Sjoerd van Hoorn (alumnus filosofie) is essayist. Tjeerd van Hoorn (alumnus filosofie) is promovendus fundamentele filosofie.

10 reacties

  1. youri schreef op 5 mei 2015 om 11:22

    Ik ben het volkomen eens met dit stuk. Het is echt een ontzettende verschraling dat er zoveel boeken naar het magazijn verdwijnen, dat in combinatie met de verschraling van aanvraagmomenten zorgt ervoor dat boeken minder toegankelijk zijn voor studenten. Ik heb in het verleden veel, voor mijn onderzoek, interessante boeken gevonden over bepaalde onderwerpen door simpelweg te kijken in de kast. Het grote nadeel van de catalogus is dat je alleen de boeken vind die je al zoekt en niks meer toevallig tegenkomt.

  2. Emma schreef op 5 mei 2015 om 16:32

    Mooi stuk, ben het er helemaal mee eens. Op de medische faculteit hebben we wel een eigen faculteitsbibliotheek, ik zou niet weten wat ik zonder zou moeten. Het is juist heel handig dat alle boeken die je nodig hebt binnen handbereik zijn.

  3. Tessa schreef op 6 mei 2015 om 13:02

    Volledig eens met dit stuk. Ik heb regelmatig veel relevante boeken voor onderzoek gevonden door puur door de boekenkast te ‘bladeren’ en er interessante titels uit te plukken. Dit waren vaak titels die ik in eerste instantie niet zou aanvragen bij de ophaalservice, een laagdrempelige doch drempelige manier om aan boeken te komen.
    Het enige nadeel dat ik zou kunnen bedenken voor het terugbrengen van de faculteitsbieb is dat er een hoop naslagwerken zijn die meerdere faculteiten zouden kunnen betreffen. Wat dat betreft is het wel fijn dat ik binnen een paar stappen van filosofie naar sociale wetenschappen naar taalkunde zou kunnen gaan.

  4. TF schreef op 6 mei 2015 om 14:55

    Voor velen is Facebook het enige boek in de “Learning zone” van de centrale universiteitsbibliotheek. Vaak genoeg heb ik zitten schrijven naast mensen die ook een hele dag een computer bezetten, maar die in de schaarse tijd dat ze er waren alleen maar aan het chatten waren. Het zou inderdaad mooi zijn als de bibliotheek minder tot dit gedrag zou uitnodigen.

  5. Natalia Grygierczyk, directeur UB schreef op 6 mei 2015 om 17:00

    We kennen allemaal wel enigszins dat nostalgische verlangen naar de oude bibliotheken, waar je in een kloosterachtige sfeer en in alle rust het materiaal diep en geconcentreerd zat te doorgronden.
    Het aanbod aan wetenschappelijke literatuur is afgelopen jaren sterk veranderd. In sommige vakgebieden zijn zelfs geen papieren tijdschriften meer te krijgen. Daarentegen is de toegang tot de wereldwijde wetenschappelijke literatuur – en binnenkort ook tot de research data – ongekend en onvergelijkbaar met het verleden toen je was aangewezen op de collectie van je eigen bibliotheek. De verbanden die je nu kunt creëren, bijvoorbeeld met hulpmiddelen zoals text & data-mining, waren vroeger ook niet mogelijk. Nu wel. We verliezen en we winnen, zoals met de meeste technologische ontwikkelingen.

    Ook interessant in dit verband zijn enkele cijfers waaruit blijkt dat het gebruik van de fysieke bibliotheek sterk is veranderd. Uitleencijfers van fysiek materiaal zijn van 222.181 in 2006 gedaald naar 102.872 in 2014. Deze aantallen betreffen zowel fysiek materiaal uit de open opstelling van alle bibliotheken als ook uit de depots. Dit tegen de achtergrond van ca. 1.300.000 boeken in onze totale collectie. Daarentegen zijn er jaarlijks ca. 3.000.000 downloads van artikelen.
    Ook een interessant gegeven uit ons onderzoek is dat slechts 5% van het gereserveerde materiaal binnen 20 minuten werd opgehaald door de aanvrager. 17% wordt helemaal niet opgehaald…
    Graag wil ik daarom deze gelegenheid gebruiken om iedereen die wel eens een boek aanvraagt op het hart te drukken om het dan ook op te halen (of anders niet aan te vragen). Dat bespaart tijd en moeite van onze collega’s.

    En dan over het aantal nieuwe plaatsen in de Centrale Bibliotheek (het resultaat van de verbouwing wordt trouwens echt heel mooi!). Ze ontstaan voornamelijk dank zij het verplaatsen naar het magazijn van die papieren tijdschriften waarvoor we een digitale pendant hebben. Dit materiaal werd nauwelijks in fysieke vorm gebruikt. Boeken die worden overgeplaatst vanuit de open opstelling naar de depots zijn uitgaven die zeer lange tijd (tussen de 5 en 10 jaar) nooit of nauwelijks uitgeleend zijn geweest. Ook worden die collecties naar het magazijn verplaatst die destijds voor onderwijs en onderzoek waren aangeschaft dat nu niet meer aan de RU bestaat. We streven naar actuele en meest gebruikte collecties in de open opstelling en dit doen we altijd in overleg met de faculteiten.

    Dat alles neemt niet weg dat ik met veel plezier (onderdelen van) het stuk heb gelezen, de evocatie van de sfeer van vroeger kan je niet onberoerd laten.

    • Sjoerd van Hoorn schreef op 7 mei 2015 om 18:28

      De portée van ons stuk is nu juist dat het geloof in de zegeningen van digitalisering en centralisering bijgeloof is. Het gaat niet om nostalgie, het gaat om wezenlijke aspecten van studeren (Bildung) en geletterd worden.

  6. Pieter schreef op 6 mei 2015 om 17:17

    De suggestie van Nathalie Grygiertzyk dat het hier vooral om nostalgisch
    terugverlangen gaat van mensen die in het verleden zijn blijven hangen vind ik geen recht doen aan de werkelijkheid. En als het gaat om het niet ophalen van aangevraagde werken kan er ook wel even bijgezegd worden dat de opvraagmomenten zwaar zijn verschraald de laatste jaren. Ik haal regelmatig boeken niet op die ik wel aanvraag omdat ik anders het risico loop om weer een dag te moeten wachten op mijn boeken (want er zijn maar 3 aanvraagmomenten per dag). Dat er minder boeken worden opgehaald heeft dus misschien meer te maken met mensen die ‘op zeker spelen’ omdat de boeken minder makkelijk aanvraagbaar zijn.

  7. Papier schreef op 6 mei 2015 om 17:20

    @Natalia Grygierczyk, directeur UB
    Als ik de vindplaats weet en wanneer ik de keus heb tussen een papieren tijdschrift en de digitale pendant kies ik altijd voor de papierenversie, omdat ik dan veel sneller het stuk in handen heb. Een artikel digitaal bemachtigen is veel te omslachtig en duurt veel te lang.

  8. Mark schreef op 7 mei 2015 om 00:07

    Volkomen eens met dit stuk. Het is zonde dat de ene na de andere bibliotheek van boeken wordt ontdaan om plaats te maken voor flexplekken. Faculteitsbibliotheken kunnen bovendien een belangrijke functie hebben als plaats waar studenten elkaar kunnen ontmoeten. Natalia Grygierczyk mag dan wel met cijfers komen over minder aangevraagde boeken, maar die zijn misleidend. Ik heb de laatste jaren ook minder aangevraagd bij de UB. Niet omdat ik minder wilde aanvragen, maar omdat ik meestal te laat was en het er dan maar bij heb laten zitten. Juist in deze tijd waarin studenten steeds meer hun studie moeten combineren met andere werkzaamheden als bijbanen, en waarin 9 tot 5 in de hele maatschappij minder vanzelfsprekend wordt, zou de UB zich flexibeler moeten tonen in de aanvraagtijden.

  9. Tjeerd schreef op 8 mei 2015 om 10:56

    Beste Natalia,

    Even een cijfer: ik heb het aantal leegstaande boekenkasten in de Verdieping geteld. Het zijn er 150. Het gaat hier niet om tijdschriften, maar om boeken. Ook zijn er in de Leeszaal veel naslagwerken verdwenen. Bovendien is verdwijnen er ‘gedeselecteerde’ boeken zoals bijvoorbeeld het oude exemplaar van de Grundgesetze der Arithmetik van Frege. Hier is een exemplaar waarin een andere wiskundige notatie wordt gebruikt voor teruggekomen, maar dat is niet hetzelfde, want de notatie is juist van wetenschappelijk belang. En dit is dan nog een voorbeeld waarin een boek is vervangen. Soms verdwijnen er boeken simpelweg. Ik heb begrepen dat dit beleid is van de UB (waarschijnlijk in overleg met de faculteiten). Ik verzoek de UB dringend hier mee te stoppen.

    Over het eerste punt in je reactie. In de jaren ’90 was het helemaal niet het geval dat je beperkt was tot de collectie van je eigen UB. Je kon via het IBL-systeem boeken bij andere bibliotheken aanvragen. De nieuwe digitale bronnen kunnen best een supplement op de papieren collectie zijn, maar ze horen ze niet te vervangen, noch horen ze het hart van de collectie te zijn.

    Je tweede punt komt ook te vervallen. Want of bepaalde werken in vorm x of vorm y beschikbaar moeten zijn is geen notie die puur van wat er statistisch het geval is afhankelijk moet zijn. Zoals wij in ons stuk betogen wijst de wetenschappelijke literatuur er juist op dat boeken in de traditionele vorm (de codex) lezen betere leerresultaten tot gevolg heeft. Bovendien zijn ene heleboel werken niet digitaal beschikbaar. Bij digitale werken gaat het vooral om wat nu in de mode is. Een goede wetenschappelijke collectie hoort niet alleen afhankelijk te zijn van wat nu weer bij het NWO en hun pendanten in andere landen populair is. Een goede wetenschappelijke bibliotheek is het geheugen van de wetenschap. Het is dus niet meer dan een retorische truc van om ons stuk als nostalgisch af te doen.

    Vriendelijke groeten,

    Tjeerd van Hoorn

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!