Brief aan de nieuwe rector (4): ‘De rector als verhalenverteller’
José Sanders wordt de nieuwe rector van de Radboud Universiteit. Wat staat haar te doen? De columnisten van Vox geven ongevraagd advies in de vorm van een brief. Historicus Adriaan Duiveman kijkt uit naar het verhaal dat José Sanders vanuit het oude klooster Berchmanianum gaat vertellen.
Geachte mevrouw Sanders, beste José,
Ergens in de 26ste eeuw na Christus beklimt Dom Paolo een berg in Utah. De zon brandt op de kale kruin van de monnik. Zoals de zon overal brandt na de Vuurzondvloed. Dom Paolo is abt van het klooster van de Heilige Leibowitz en hij bezoekt zijn oude vriend, de Joodse kluizenaar Benjamin. Benjamin woont bovenop de berg in een stapel stenen. Samen met een blauwe, genetisch gemodificeerde geit wiens melk, zo gaan de geruchten, de oude kluizenaar eeuwig leven geeft.
Benjamin torst 32 eeuwen Joodse geschiedenis met zich mee. ‘Soms vergeet je,’ zegt Dom Paolo tegen zijn vriend, ‘dat Benjamin alleen maar Benjamin is, en niet heel het volk Israël. Waarom neem je die last op je schouders?’
‘Die last,’ verzucht Benjamin, ‘is erop gelegd door anderen. Moet ik weigeren deze op te pakken?’ Dan beseft Dom Paolo dat ook hij een verleden meedraagt. ‘Ik ben net zo goed onderdeel van een eenheid’, aldus de abt, ‘onderdeel van een gemeenschap en een continuïteit.’ Was dat ooit een keuze? Of een roeping?
Deze scene komt uit Walter M. Miller Jr.’s A Canticle for Leibowitz uit 1959. De roman ontving vele prijzen, kent nog steeds vele fans en is een klassieker in het sciencefictiongenre. De helden van Miller zijn echter geen ruimtereizigers of melkwegkrijgers, maar monniken in een klooster in de woestijn waar ze, ver weg van alles, de wetenschap van een verloren beschaving bewaren. En die verloren beschaving is de onze.
Geachte mevrouw Sanders, als nieuwe rector betrekt u ook een oud klooster. Het klooster staat niet in een postapocalyptische woestijn en het is zelfs geen klooster meer. Maar het Berchmanianum beschermt wel de wetenschap. Met het omhangen van de rectorsketen rust er honderd jaar universitaire geschiedenis op uw schouders. Wat we met de geschiedenis doen, zo laat Millers roman zien, is de keus van de stervelingen nu. Wij vertellen het verhaal.
Als hoogleraar narratieve communicatie weet u alles van verhalen. Goede verhalen, zo betoogde u, nodigen lezers uit om onderdeel te worden van de plot. Enactment noemt u dat. Met uw rectoraat wordt u onvermijdelijk onderdeel van verhalen van anderen. U wordt de eerste vrouw met een rectorsketen. U wordt de vrome katholiek. Maar u wilt zelf voorbij die labels gaan. Dat stelde u in Vox en, eerder al, in uw interview met Thomas Quartier in zijn boek Profetenstemmen. Als lector in de Sint Jan kiest u voor de katholieke traditie, maar u ‘laat zich niet reduceren tot het instituut’. U wilt iets anders enacten.
De rector van een universiteit is meer dan een manager en meer dan een symbool. De rector is bovenal een verhalenverteller. En ik kijk uit naar een goed verhaal – met of zonder blauwe geit.
Adriaan Duiveman