José Sanders wordt de nieuwe rector van de Radboud Universiteit. Wat staat haar te doen? De columnisten van Vox geven ongevraagd advies in de vorm van een brief. Juriste Lucienne van der Geld pleit in deze geschreven brief om vooral weer met elkaar in gesprek te gaan.

Geachte aanstaande rector,

Over de aanhef van deze brief ben ik allerminst zeker: bent u onze aanstaande rector magnificus of onze rectrix magnifica? Omdat u de eerste vrouw bent aan onze universiteit die deze functie gaat bekleden, hebben wij geen gebruik of gewoonte waaraan u zich kunt conformeren – als u dat zou willen. Als hoogleraar binnen de letterenfaculteit zult u ongetwijfeld een bewuste afweging maken hoe u genoemd wilt worden: rector, rectrix of wellicht een genderneutrale titel?

Uw leeropdracht en vakmatige expertise – Communicatie in organisaties, narratieve communicatie – vormen een uitstekend kader voor uw rectoraat. U onderzoekt onder meer hoe verhalen binnen organisaties mensen kunnen overtuigen. En u noemt het uw roeping om een brug van woorden te bouwen. Een prachtige en inspirerende roeping.

Ik roep u graag op de universitaire gemeenschap te inspireren vanuit uw roeping, en te overtuigen vanuit uw vakgebied, om bruggen te bouwen waarvan de stenen niet alleen geschreven woorden zijn. Op onze universiteit (bijvoorbeeld tussen docenten en student, en tussen docenten en bestuur) lijken geschreven woorden de norm te zijn (geworden). Bijvoorbeeld vakevaluaties verlopen volledig schriftelijk, terwijl die ook (deels) met een gesprek zouden kunnen plaatsvinden. Dit geldt ook voor andere verantwoordingsprocessen die ik als docent moet doorlopen.

Het meer met elkaar spreken dan aan elkaar schrijven, levert veel op. Zoals verbinding met elkaar en begrip voor elkaar. Maar het levert ook tijdswinst en werkplezier op. Ik besteed de tijd van mijn kleine aanstelling liever aan direct contact met studenten en collega’s dan aan administratie. Terwijl ik uiteraard begrijp dat het vastleggen van de professionele verantwoording als docent nodig is. Maar dat kan een stuk bondiger dan nu van docenten wordt verlangd.

Gesproken woorden sluiten bovendien goed aan bij de voorkeur van Generatie-Z, waartoe onze studenten grotendeels behoren. Alleen korte berichten gaan via tekstberichten in Snapchat of WhatsApp. Langere berichten worden vaker ingesproken. Waar andere generaties Google als vraagbaak hanteren, volgt de Generatie-Z liever een tutorial op YouTube of TikTok. Ook zijn podcasts populair bij deze generatie: 63 procent van de studenten luistert er vaak naar. En volgens mij gaat ChatGPT vooral een succes worden omdat het niet alleen tekst-gestuurd is, maar ook van ‘spraak naar spraak’ werkt en van ‘tekst naar spraak’.

Ik wens u veel succes en plezier met het rectoraat.

Lucienne van der Geld