Een van de voornaamste redenen om het bindend studieadvies in het tweede jaar van de bachelor in te voeren, aldus Jet Bussemaker, is de vrees dat studenten na het eerste jaar de teugels laten vieren. Die angst lijkt ongefundeerd: in Nijmegen blijkt daar in ieder geval geen sprake van. Nijmeegse eerstejaars kregen vorig studiejaar voor het eerst te maken met een bindend studieadvies (bsa): wie niet genoeg studiepunten scoort en geen verzachtende omstandigheden kan aandragen, wordt de deur gewezen. Einde studie. Universiteiten en hogescholen willen voorkomen dat studenten die een verkeerde keuze hebben gemaakt te lang blijven doormodderen. Het bindend studieadvies heeft in het eerste jaar geleid tot de gewenste prestatieverbetering. Het kabinet wil nu nog meer druk op de ketel om het studiesucces te verhogen: vanaf volgend jaar start een proef waarbij instellingen ook in het tweede jaar aan hun studenten een bsa opleggen. Jet Bussemaker, de minister van Onderwijs, redeneert dat studenten die in hun eerste jaar de hobbel van de bsa overleven in het tweede jaar alsnog de teugels laten vieren. Dat buikgevoel had gemakkelijk gecontroleerd kunnen worden: de eerste lichting bsa-studenten zit nu aan het eind van hun tweede jaar. Maar die stap is overgeslagen. Bussemaker informeerde de Tweede Kamer eind vorige week over een experiment met het bindend studieadvies in het tweede jaar. Drie universiteiten en een hogeschool doen mee aan de proef, die start in september. Nijmegen niet. En met reden, zo blijkt nu. Ook in Nijmegen rondt de eerste lichting studenten die te maken kreeg met het bsa op dit moment het tweede jaar af. De hamvraag: gaat deze groep in het tweede jaar inderdaad op de rem staan? Allerminst, zo blijkt. Ad van Hout, als beleidsmedewerker bij Marktverkenning, Strategie en Organisatie (MSO) in het bestuursgebouw belast met het bsa: ‘We hebben het recent nog bij de faculteiten nagevraagd en nergens doet die gevreesde bsa-dip zich voor.’ De Radboud Universiteit ziet daarom voorlopig geen reden om extra maatregelen in te voeren, aldus Van Hout. De invoering van een bindend studieadvies in latere jaren stuit al vanaf het begin op weerstand. Nagenoeg de hele oppositie ziet het niet zitten. Studentenbonden als de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) en het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) laken de plannen; volgens de LSVb maakt de maatregel van de universiteiten een ‘snelstudeerfabriek’. Het college van bestuur liep nooit warm voor het plan en gaf dat eerder ook aan. / Paul van den Broek, Mark Merks