‘Burgerlijk denken is een valkuil voor het schrijverschap’

30 aug 2019

Een semester lang was Niña Weijers writer in residence aan de Nijmeegse letterenfaculteit. De auteur van ‘Kamers Antikamers’ en columnist van De Groene Amsterdammer is maandag een van de sprekers op de opening van het academisch jaar. ‘Als student had ik het gevoel dat de wereld aan mijn voeten lag.’

Amsterdam-Oost, de laatste hittegolf van het jaar. Onder de luifels van de kaas-, kebab- en koekjeskramen zoeken de bezoekers aan de Dappermarkt beschutting voor de zon. Wat verderop sleurt een ijverige politieagent een bellende vrouw van haar fiets. Smeekbedes helpen niet: de Mexicaanse toeriste gaat onverbiddelijk op de bon.

Even later lopen Niña Weijers en hondje Jérome een café op wandelafstand van het Oosterpark binnen. De dwergtekkel strekt zicht languit op de parketvloer, maar niet voordat hij een bakje water heeft opgeslurpt. ‘Rompie heeft het warm’, zegt Weijers met een glimlach.

Tendentieus

De schrijfster heeft er drukke maanden opzitten. In juni verscheen Kamers Antikamers, volgens de achterflap een boek over de poreuze grenzen tussen herinnerde, verzonnen en mogelijke levens van een Amsterdamse schrijfster. In het najaar gaat Weijers toeren met het boek, in tussentijd is ze niet uit de media weg te slaan.

Weijers lacht veel en praat snel, in heldere volzinnen. Soms begint ze aan de volgende zin voor ze de vorige heeft afgemaakt, alsof ze haar gedachten hardop vormgeeft. Dat is vast een voordeel in televisiequiz De Slimste Mens waarin Weijers vanavond de finale speelt. Deelnemen deed de schrijver op verzoek van de uitgeverij, benadrukt ze. ‘Anderhalf miljoen mensen kijken naar het programma, maar of ik er een boek meer door verkoop, weet ik niet. Het is wel een beetje heftig: je bent ineens een doelwit voor opmerkingen over je kledij en je stem. Maar ik had het niet gedaan als ik het niet een beetje leuk had gevonden.’

Enkele dagen voor ons gesprek onthulde Weijers in NRC dat ze een relatie heeft met die andere auteur, Arnon Grunberg. ‘Ik werd een beetje voor het blok gezet door de journalist’, zegt ze. ‘Op de literaire roddelwebsite Tzum verscheen nadien een tendentieus artikel, maar daar kon ik wel om lachen. Dat is een beetje onvermijdelijk als je samen bent met een publieke figuur.’

Feministische invalshoek

Komende maandag is Weijers een van de sprekers op de opening van het collegejaar van de Radboud Universiteit in de Vereeniging. In haar lezing zal ze het thema ‘luisteren’ vanuit een feministische invalshoek benaderen. ‘Vrouwen en andere minderheidsgroepen hebben van oudsher veel gezwegen en geluisterd, maar er is een kentering bezig.’

Dat de universiteit haar vroeg voor de opening van het collegejaar is niet toevallig. Weijers, die in Nijmegen opgroeide, was afgelopen jaar writer in residence aan de Letterenfaculteit. Op verzoek van hoogleraar Maarten de Pourcq gaf ze een semester lang Europese Letterkunde.

Eerder gaf je al les aan de twee Amsterdamse universiteiten, de UvA en de VU. Klopt het cliché dat de studenten daar mondiger zijn dan in Nijmegen?

‘Een beetje, maar niet enorm. Het grootste verschil is dat je in Nijmegen meer Limburgse en Brabantse accenten hoort (lacht). In Amsterdam gaf ik les in de bachelor, in Nijmegen had ik masterstudenten onder mijn hoede. Een leuke groep: zij hebben al een beetje ervaring met studeren. Elke week bespraken we enkele korte verhalen uit de literatuurgeschiedenis.’

‘In het begin van de lessenreeks hadden studenten veel wantrouwen ten opzichte van de boeken die ze moesten lezen. Als ze een personage niet sympathiek vonden, vonden ze dat de hele tekst niet veel voorstelde. Over ontrouw en overspel, bijvoorbeeld over een moeder die haar gezin in de steek liet, oordeelden ze hard. Dat gold wel vaker wanneer de gezinswaarden in een verhaal niet gerespecteerd werden.’

Hoe verklaar je dat?

‘Misschien zijn twintigers van nu conservatiever en is er een nieuwe preutsheid aan de gang. Of hebben ze hun ouders zien scheiden en denken ze: dat wil ik niet.’

‘Ik heb nog nooit spijt gehad van een relatie’

‘Misschien speelt de economisering van studeren ook een rol. Toen ik studeerde hadden we een basisbeurs en werden we aangemoedigd om met een Erasmusbeurs naar het buitenland te gaan. Nu kunnen studenten zich dat nauwelijks nog veroorloven. Dat betekent dat je langer over je studie doet, waardoor je meer moet betalen. Studenten zijn zich heel bewust van het feit dat ze zo snel mogelijk klaar moeten zijn met hun studie. Dat levert een soort gevoel op dat alles nuttig moet zijn. Als dat niet zo is, dan vragen ze zich af wat ze aan het doen zijn. Misschien geldt dat ook voor hun kijk op relaties.’

De hoofdpersoon in ‘Kamers Antikamers’ geeft ook colleges literatuur aan de universiteit. ‘Overal op de stoepen en bankjes zitten studenten en ze zijn zo jong, zo jong in hun goedkope, synthetische kleding, ze wachten, een groot wachten dat met tijd nog niets te maken heeft’, merkt ze al lopend over de campus op. Waar wachten die studenten op?

‘Op het leven, natuurlijk! De wereld ligt aan hun voeten, alles is nog mogelijk. Dat gevoel had ik heel erg toen ik 21 was. Natuurlijk was alles toen allang begonnen. Je bent het huis uit, je woont in een studentenkamer, je ontmoet nieuwe mensen en je leert veel dingen. Ik vond dat geweldig. Ik had grote verwachtingen van het leven, zonder dat er een tijdslimiet aan leek te zitten. Nu ik 32 ben, denk ik daar anders over. Daar gaat het boek ook over: niet alles blijft altijd eindeloos duren.’

Heb je je wel eens afgevraagd welk oordeel studenten zouden vellen over ‘Kamers Antikamers’?

‘Ik kan me voorstellen dat ze het vreemd zouden vinden dat het geen rechttoe-rechtaan verhaal is. Misschien zouden ze zich afvragen waar het verhaal naartoe gaat en hoe de structuur van het boek in elkaar zit.’

‘Kamers Antikamers’ is inderdaad geen klassieke roman.

‘Ik verbaas me er soms over hoe keurig romans zijn. Het is een heel vrije vorm, je kan er de meest fantastische dingen in kwijt waar in films geen budget voor is. Daarom speel ik zo graag met structuur. Experimentele films en series kunnen kijkers wel aan. Ik was een beetje verbaasd dat recensenten dit boek als experimenteel beoordeelden.’

Een belangrijk thema in het boek zijn de keuzes die het hoofdpersonage tot nog toe heeft gemaakt in haar leven – of niet. Ben jij blij met hoe het leven tot nog toe gelopen is?

‘Alle keuzes die we maken, proberen we achteraf in een logisch verhaal in te passen. Dat je denkt: goed dat dat toen gebeurde. Maar zo leef ik eigenlijk niet. Sommige mensen zeggen weleens dat ze spijt hebben van een relatie, maar dat gevoel heb ik niet. Alle keuzes die je hebt gemaakt, hebben je gevormd tot wie je bent. Je weet nooit hoe het was geweest als het leven anders was gegaan. Dingen die heel arbitrair lijken op het moment zelf, kunnen achteraf soms heel belangrijk lijken. Ik denk dat we daar wel behoefte aan hebben om te kunnen zeggen: dit is ons levensverhaal.’

Wanneer wist jij dat je schrijver wilde worden?

‘O, dat idee had ik al van jongs af aan. Tijdens mijn studie Literatuurwetenschap in Amsterdam heb ik nog even gedacht dat ik wilde promoveren, maar daarvoor is mijn vrijheid me toch te dierbaar. Schrijven is voor mij een ook soort onderzoek waarbij ik gelukkig geen voetnoten moet gebruiken (lacht).’

Naast romans schrijf je ook columns en essays. Hoe verhouden die verschillende vormen zich tot elkaar?

‘Veel ideeën in deze roman had ik al eens onderzocht in mijn columns voor De Groene Amsterdammer. Blijkbaar werkt mijn geest een beetje essayistisch. Van mijn eerste roman, De Consequenties, zeiden critici ook dat het een ideeënroman zou zijn. Ik had er geen idee van dat dat zo was. De vertelstem van deze roman ligt redelijk dicht bij mezelf – hoewel de personages altijd iemand anders zijn. Ik kan me voorstellen dat dat bij vlagen essayistisch overkomt.’

In interviews of recensies over ‘Kamers Antikamers’ wordt vaak de link gelegd met gebeurtenissen of personen uit je eigen leven. Vind je dat vervelend?

‘Dat is een beetje onvermijdelijk. In zekere zin vormt dit boek een dialoog met het laatste boek van Maartje Wortel, die een heel goede vriendin is. In mijn boek zit een personage dat M heet en in haar boek zit een N. Het is logisch dat mensen dat verband zien, maar dat wil niet zeggen dat mijn personage M daadwerkelijk Maartje Wortel ís. Voor mij is dat een spel: wat is autobiografie en wat niet? Literatuur zet die vragen gemakkelijk op hun kop. Je wil een bepaalde waarheid opschrijven, maar tegelijk lieg je de hele waarheid bij elkaar. Het heeft dus geen zin om het boek één op één met de realiteit te vergelijken.’

‘Blijkbaar werkt mijn geest een beetje essayistisch’

Maken mensen uit jouw omgeving zich soms zorgen dat ze in een van je teksten zullen opduiken?

‘Dat is het risico van in de omgeving van een schrijver rond te lopen (lacht). Als ik iets heel herkenbaars over iemand schrijf, dan leg ik het voor publicatie altijd even aan die persoon voor. Mensen zijn ijdel: ze vinden het altijd heel leuk vinden als ze zichzelf ergens in terugvinden. Sommige mensen zijn zelfs boos als je niets over hen schrijft. Natuurlijk ga ik ook een beetje met hen aan de haal. In het verleden zeiden vrienden weleens dat ze iets op een heel andere manier hadden beleefd. Dan probeer ik hen uit te leggen dat ik die gebeurtenis heb ingepast in een groter verhaal dat ik wilde vertellen. Wat ik over mensen schrijf, zullen nooit afrekeningen zijn. Je moet altijd naar de juiste balans zoeken.’

De hoofdpersoon wil oorspronkelijk een boek schrijven over kalm geluk, maar dat komt niet echt van de grond. Kan je als schrijver geen burgerlijk leven leiden?

Fel: ‘Burgerlijkheid zit nooit in de vorm van een leven. Ook als je met je gezin in een rustige woonwijk woont, kan je antiburgerlijk zijn. Als schrijver kan je in de stad of op het platteland wonen, met tien geliefden tegelijk of alleen. Alles heeft te maken met de flexibiliteit van de geest. Wat wel een valkuil kan zijn voor het schrijverschap, is burgerlijk denken. Dat je te veel gaat nadenken over wat je wel en niet over jezelf opschrijft. Wie daar te star in is, kan geen goede schrijver zijn.’

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!