Zeven weken bivakkeerde Riis Kaak in een vouwwagen op een camping in Groesbeek. De student uit Delft slaagde er niet in een kamer te vinden. Maar inmiddels heeft hij zijn slippers verruild voor warme pantoffels. Hij woont nu - tijdelijk - op SSH&- complex Westerhelling.
‘Ik leidde een soort nomadenbestaan’, zegt Riis Kaak (22) terwijl er een lach op zijn gezicht verschijnt. ‘Eerst op een camping, nu tijdelijk in een appartementje. Maar hier moet ik in februari ook weer uit. Dan moet ik voor de laatste paar maanden iets anders zien te vinden.’
Kaak studeert biomedical engineering in Delft en loopt dit studiejaar stage bij de afdeling orthopedie van het Radboudumc. Afgelopen zomer was hij, net als vele anderen, naarstig op zoek naar een studentenkamer. Die vond hij echter niet en omdat dagelijks forenzen vanuit zijn ouderlijk huis in het Noord-Hollandse Nieuw-Vennep ook geen doen was, zocht hij zijn heil in de vouwwagen van zijn ouders. De wagen werd begin september neergezet op camping de But in de Groesbeekse bossen. Vanaf daar trok de student dagelijks richting het Radboudumc.
Na een eerdere video over de benarde situatie van Kaak nam een studente contact met hem op. Ze woonde in SSH&-complex Westerhelling aan de Sophia weg. ‘Maar ze woont nu tijdelijk weer bij haar ouders en wilde daarom haar studio wel onderverhuren’, aldus Kaak. ‘Ze vertelde dat die volledig gemeubileerd is en dat ik tot februari kan blijven. Dat was ideaal voor mij, zeker omdat de camping toen al bijna dichtging vanwege de winter. Ik had nog één week om mijn spullen te pakken en iets anders te zoeken.’
Luxe Studio
En zo had Kaak na zeven weken slapen in het bos eindelijk een kamer. Een luxe studio zelfs: 35 vierkante meter met een eigen keuken én badkamer in een voormalig klooster. De slippers die hij op de camping droeg, zijn ingeruild voor warme pantoffels. En de pasta die hij kookt, giet hij nu af in de gootsteen in plaats van in de bosjes. Water halen bij een kraantje of naar de toilethuisjes lopen om te douchen, is ook verleden tijd.
Toch kijkt hij met een goed gevoel terug op zijn tijd in de buitenlucht. ‘Het was ontzettend goed voor mijn rust. Het voelde een beetje als vakantie. Ook was de eigenares van de camping ontzettend aardig en meelevend, dat was fijn.’
Maar de student uit Noord-Holland is vooral opgelucht dat hij een écht dak boven zijn hoofd heeft, in plaats van een zeil. ‘Het allerfijnst is dat niet alles continu nat en klam is. Ook ben ik blij dat ik niet meer dat hele eind naar Groesbeek hoef te fietsen. Vooral in het donker was dat niet prettig, de weg is namelijk niet verlicht.’
Vissen voeren
Kaak voelt zich inmiddels al helemaal thuis in zijn tijdelijke onderkomen. ‘De vorige bewoonster had katten en vissen. De katten heeft ze meegenomen’, vertelt hij, wijzend naar de grote krabpaal midden in de kamer. ‘Het aquarium kon niet mee, dus ik geef de visjes nu om de dag te eten.’
Hoe het verder moet in februari, als de onderhuur afloopt? Daarvoor is hij alvast aan het zoeken. ‘Terug naar de camping gaat ’m in elk geval niet worden’, besluit hij met een knipoog.