Chinees een moeilijke taal? Nee, het Limburgs dan
Het Limburgs is, met zijn complexe toonsysteem en zangerige zinnen, een unieke taal in Europa. Taalwetenschapper en Limburger Stefanie Ramachers promoveert volgende week op ‘haar’ dialect. ‘Wat wij Limburgers doen, is hartstikke knap.’
Veel Limburgers ondervinden een gevoel van gêne als zij de provinciegrens oversteken. In ‘Holland’ worden zij, met hun zangerige stem en zachte g, nog weleens vreemd aangekeken. Uitgelachen, in het ergste geval.
‘Terwijl het Limburgs een heel bijzondere taal is.’ Aan het woord is Stefanie Ramachers, onderzoeker aan de Radboud Universiteit. Ze weet waarover ze spreekt. Ze is geboren Limburger én taalwetenschapper. De afgelopen jaren dook zij in haar eigen dialect – met haar promotie van volgende week als gevolg.
Rijkere taal
Of ze nog iets nieuws heeft geleerd over de taal die ze van jongs af aan spreekt? ‘Jazeker. Dat het Limburgs, zeker binnen Europa, een heel bijzondere taal is.’ De taal kent heel veel tonen, die bepalend zijn voor de betekenis van een woord, legt Ramachers uit. ‘In Europa komen alleen het Noors en Zweeds met hun tonen in de buurt.’ Of het Limburgs daarmee een ‘rijkere taal’ is dan het Algemeen Beschaafd Nederlands? ‘Ja, die conclusie durf ik wel te trekken. Het Limburgs heeft alles wat het Nederlands heeft, plus de verschillen in toon.’
Neem het woord ‘haas’. Dat woord kunnen Limburgers op twee verschillende manieren uitspreken, met zo’n minimaal verschil dat een niet-Limburgse Nederlander niet of nauwelijks verschil hoort. Maar Limburgers horen het verschil in toon wél, en kennen er verschillende betekenissen aan toe. ‘Haas’ kan verwijzen naar het beest met de lange oren, maar óók naar een handschoen.
‘Limburgers praten niet voor niks zoals ze dat doen’
Misschien wel de bekendste toontaal is het Chinees. Daar kan één woord wel vier verschillende tonen hebben, en dus vier verschillende betekenissen. In het Limburgs zijn dat er twee. ‘Maar’, zegt Ramachers, ‘die twee klanken kunnen in het Limburgs wel op acht verschillende manieren worden uitgesproken. Dat is bijvoorbeeld afhankelijk van of het woord klemtoon heeft of niet.’ Dáár komt dus die zangerigheid van de Limburgers vandaan. ‘Het is onderdeel van de grammatica van ons dialect.’ Met als gevolg: Limburgers laten een uitgesproken gevoeligheid voor hele subtiele toonhoogteverschillen zien in de experimenten van Ramachers.
Dat de taalonderzoeker dit vaststelt, maakt haar nog iets trotser op haar dialect. Maar wat Ramachers misschien nog wel belangrijker vindt: het Limburgs mag best iets serieuzer genomen worden. ‘Er wordt nog wel eens gekscherend gedaan over het Limburgs. Mijn onderzoek kan helpen met een stukje bewustwording: Limburgers praten niet voor niks zoals ze dat doen. Eigenlijk is het gewoon hartstikke knap wat wij doen.’
Lieke Dreessen schreef op 5 maart 2021 om 22:35
Interessant onderwerp. Leuk om te lezen.
Roel Driessens schreef op 6 maart 2021 om 20:21
Ik meen ook eens gehoord te hebben dat de zachte “g” eigenijk de “ch” is, in het ABN. (Zoals in bijvoorbeeld het woord “lach”).