Coassistenten: ‘Gaan coronamaatregelen ten koste van ons onderwijs?’

09 nov 2020

Om vertraging te voorkomen zullen sommige geneeskundestudenten flink wat moeten aanpassen aan hun coschappen. Niet iedereen is daar even blij mee. 'Ik studeer liever nog wat langer en krijg goed kwalitatief onderwijs.’

Leanne Wildeman (21) hoopt dat het ziekenhuis haar niet naar huis stuurt. Ze zit in het eerste jaar van haar coschappen en loopt stage bij de interne geneeskunde in het ziekenhuis in Doetinchem. ‘Maar ik verwacht dat eigenlijk ook niet’, zegt ze. ‘De universiteit kan niet weer een half jaar geen artsen hebben die afstuderen.’

Op 13 maart werd duidelijk dat alle geneeskundestudenten hun werk als coassistent moesten staken. Universiteiten en ziekenhuizen vonden het niet verantwoord het onderwijs door te laten gaan. Inmiddels zijn de geneeskundestudenten alweer drie maanden terug in de ziekenhuizen. Hoe vergaat het hen nu?

Beeldbellen met patiënten

Of en hoe een coschap op dit moment verandert door corona, hangt maar net af van het ziekenhuis en de specifieke afdeling. Voor Wildeman, nog steeds in Doetinchem, is er niet veel veranderd. ‘Iedereen moet een mondkapje op, maar we mogen nog steeds patiënten zien, meelopen en alles doen wat we eerst ook deden.’ Een van haar jaargenoten, die wegens angst voor een ‘naam binnen de faculteit’ niet met naam genoemd wil worden*, liep vanaf augustus stage in hetzelfde ziekenhuis. ‘Daar mocht ik ook meteen veel doen’, zegt de coassistent, ‘maar in sommige ziekenhuizen zijn ze echt strenger. Ik hoor van mensen dat ze niet bij een overdracht aanwezig mogen en dat patiëntcontact videobellen is geworden.’

Rinke Hekkenberg (23), in zijn laatste jaar, maakt zich om zijn coschappen bij de huisartsenpraktijk niet druk. ‘Al is het daar wel een heel stuk rustiger, er komen nog steeds veel mensen met een grote variëteit aan problemen.’ Hij maakt zich wel zorgen om eerstejaarsstudenten die mogelijk een andere polikliniek in een ziekenhuis zien dan normaal. ‘Ze kunnen te weinig verschillende ziektebeelden zien, bijvoorbeeld’, zegt Hekkenberg. ‘Daarom ben ik sceptisch over de afweging nu. Is het voor de kwaliteit van de coschappen wel verantwoord om ons door te laten gaan?’

Illustratie: Ivana Smudja

Op dit moment zijn de veranderingen in de stages zelf, nog heel erg beperkt, zegt Judith Dahlhaus-Booij, coördinator van de master geneeskunde hierover. ‘In tegenstelling tot de eerste golf is iedereen voorbereid. Er zijn veel meer beschermingsmaatregelen beschikbaar, en veel digitale alternatieven.’ Zelfs als iemand thuis in quarantaine zit, gaat de opleiding niet uit van afwezigheid, legt de coördinator uit. ‘Iedereen zet zich in om de student vol aan het werk te houden, door hem of haar bijvoorbeeld via beeldbellen aanwezig te laten zijn bij een patiënt. Dat kan heel waardevol zijn, zelfs al zit je thuis.’

Wildeman verwacht dat de praktijk anders gaat zijn. ‘Ik heb het zelf nog niet ervaren, maar van anderen gehoord dat beeldbellen minder waardevol is.’ Dat geldt ook voor het digitale onderwijs tussen de ziekenhuisstages door. ‘Alleen bepaald onderwijs, zoals lichamelijk onderzoek oefenen, is nog fysiek’, zegt de anonieme coassistent. ‘Normaal is er een enorm strenge controle op dat je er bent en dat je alles doet, dat gaat lastig nu. Sommige docenten tellen het aantal deelnemers wel, anderen niet.’

En de ziekenhuizen zelf, vinden zij het eigenlijk ‘eng’ nu, het werken met studenten? Dahlhaus-Booij: ‘We hebben het over het gevaar gehad, maar coassistenten zijn zich echt bewust van hun rol en verantwoordelijkheid in de samenleving. Zij mogen geen risicofactor zijn.’ Dat zien ziekenhuizen ook, zegt ze. Door de titel ‘coassistent’, word je minder met een student geassocieerd, zegt Wildeman. ‘Je werkt fulltime en houd je aan de maatregelen. Ik ken ook helemaal niemand die is gaan stappen.’

Communicatie

De studenten storen zich aan de gebrekkige communicatie vanuit de opleiding, zeker bij de eerste golf in maart. De anonieme coassistent verneemt naar eigen zeggen op donderdagavond 12 maart, via het Instagramaccount van een internist in het Radboudumc, dat alle coschappen komen te vervallen. De volgende ochtend gaat zij met de andere studenten naar het ziekenhuis om afscheid te nemen. ‘Toen we daar aankwamen, in onze normale kleding, wisten de artsen nog niet dat we weggingen’, zegt ze nu. ‘In het Slingeland ziekenhuis speelde corona nog niet zo. ‘Dus dat hebben wij uit moeten leggen.’

De volgende dag volgt een officiële mail. ‘Er kwamen daarna continu tegenstrijdige berichten hoe wij onze zes maanden moesten invullen’, zegt de coassistent. In eerste instantie zouden we een bachelorminor mogen volgen, een dag later was dat ineens een verplichting. Zo’n minor kun je bovendien niet gelijkstellen aan masteronderwijs, vonden we. Toen kwamen er nieuwe mogelijkheden, die later ook weer verplicht werden. Er werd niet gezegd: “Dit is wat wij vragen, en waarom, en dit zijn jullie rechten”. Nee het was: “zo gaan we het doen”. Dat heeft mijn beeld van de faculteit wel echt een beetje beschadigd.’

Illustratie: Ivana Smudja

‘Het was erg lastig om contact te krijgen met de universiteit’, zegt ook Manon Mak (26), in de laatste fase van haar coschappen. Het duurde naar haar mening lang voordat ze hoorde wat de bedoeling was van de zes maanden thuis. Hekkenberg vindt dat de universiteit wel heeft geprobeerd goed te communiceren. ‘Maar alles was erg onduidelijk. Ik neem de opleiding dat niet kwalijk, want zou zelf absoluut niet weten hoe te handelen.’

‘We hadden geen draaiboek liggen voor dit moment’, verklaart coördinator Dahlhaus-Booij. ‘In korte tijd moest veel opgezet worden. Belangrijke persoonlijke informatie werd gemaild, de rest liep via platform Brightspace. Je wil mensen niet overladen met mails, zodat ze door de bomen het bos niet meer zien.’

Keuzecoschappen

Waar de geneeskundestudenten moeite mee hebben, is de manier waarop de zes maanden thuiszitten moesten worden ingevuld. De opleiding besluit na intern overleg om in de zes maanden die volgen alternatieve vormen van onderwijs op te zetten.

Een student mag keuzevakken of een onderzoeksstage doen, of helpen met het opzetten van digitaal onderwijs voor de master. Hiervoor krijgen zij maximaal twaalf studiepunten. Twee van de drie maanden van de zogeheten ‘keuzecoschappen’ aan het eind van de master, waarin een student zelf een werkervaringsplek kiest, vallen dan voor iedereen weg, legt Dalhaus-Booij uit. ‘Dit om vertraging te voorkomen.’

Dat vinden de geïnterviewde geneeskundestudenten begrijpelijk, maar ook behoorlijk jammer.  ‘Ik wil die keuzestage gewoon doen, zegt student Hekkenberg. ‘Al voel ik me een beetje schuldig. Als de opleiding weer besluit de coschappen stil te leggen, zal ik me erbij neerleggen de keuzestages niet te kunnen doen. Maar ik studeer liever nog wat langer en krijg goed kwalitatief onderwijs.’ Dat vindt Wildeman ook. ‘Als het mag, ga ik mijn keuzecoschappen absoluut doen’, zegt ze stellig.

Mak zit inmiddels in haar slechts één maand durende keuzecoschap. ‘Die keuzestage is de beste kans op een baan die je interesseert’, zegt ze. ‘Je kunt jezelf zo echt in de markt zetten. De opleiding heeft zo min mogelijk studievertraging proberen te regelen. Dat is denk ik wel gelukt, maar of het voor kansen op de arbeidsmarkt nou het beste is, weet ik niet.’

* De naam van de coassistent is bij de redactie bekend

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!