College van bestuur: ‘Wij gaan nog niet met geld schuiven’
3,3 miljoen euro: dat bedrag wil de minister, na het advies van de commissie-Van Rijn, vanaf 2022 afsnoepen van de jaarlijkse bijdrage aan de Radboud Universiteit. Het leidt tot onrust onder wetenschappers. Collegelid Wilma de Koning maant tot rust, vooralsnog. ‘Desnoods teren we in op onze reserves.’
Halverwege het gesprek met Wilma de Koning klinkt de vicevoorzitter van het college van bestuur opeens opvallend ernstig. ‘Je moet mij niet het onmogelijke vragen: ik kan niemand geruststellen als het gaat om de eeuwigheid. Ik kan niet in een glazen bol kijken.’
Het Nederlandse hoger onderwijs is in rep en roer nu onderwijsminister Ingrid van Engelshoven het advies van de commissie-Van Rijn grotendeels overneemt. De herverdeling van financiën ten gunste van de technische wetenschappen heeft tot gevolg dat de jaarlijkse rijksbijdrage aan de Radboud Universiteit vanaf 2022 met 3,3 miljoen euro afneemt. Daarnaast wil het kabinet dat de Radboud Universiteit ook intern met geld gaat schuiven, met de Faculteit Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica als spekkoper.
Volgens De Koning stelt de minister de Radboud Universiteit daarmee voor een dilemma: als er niet extra geïnvesteerd wordt in bètafaculteit FNWI dan verliest die aan concurrentiekracht ten opzichte van de technische universiteiten. ‘We doen het óf niet goed voor de bètafaculteit, óf niet voor de andere faculteiten.’
Nieuw systeem
Het college van bestuur heeft besloten voorlopig helemaal geen geld te herverdelen. ‘Wij gaan geen paniekvoetbal spelen’, reageert De Koning. Ze benadrukt dat de budgetten van de andere zes faculteiten in ieder geval de komende twee jaar ongemoeid worden gelaten.
De Koning wijst erop dat de commissie-Van Rijn niet alleen voorstelt de financiën te herverdelen, maar ook om de bekostiging van het gehele hoger onderwijs tegen het licht te houden, wat moet resulteren in een nieuw systeem. ‘Als dat nieuwe bekostigingssysteem in 2022 al in werking zou moeten treden, zoals de minister heeft gezegd, dan heb je over twee jaar weer een reallocatie van geld. Wij vinden het onverstandig om in die twee jaar al allerlei zaken overhoop te halen.’
De korting van 3,3 miljoen euro verwacht De Koning te kunnen opvangen binnen de begroting. ‘Daarnaast gaan we kijken hoe en in welke mate we extra middelen kunnen vrijmaken voor de bètafaculteit, met name door in te zetten op interfacultaire projecten. Desnoods teren we in op onze reserves, maar dat is natuurlijk geen structurele oplossing.’
Het is een van de adviezen die Martin van Rijn en zijn collega’s aan de minister gaven: laat universiteiten het geld dat ze op de plank hebben liggen eerst maar eens opmaken aan onderwijs en onderzoek. Het kabinet is het daarmee eens, blijkt uit een brief die deze week naar de Tweede Kamer ging. Daarin wordt een bovengrens aangekondigd op het eigen vermogen van onderwijsinstellingen. Hoe hoog die grens zal zijn is nog onbekend, maar dat de Radboud Universiteit haar eigen vermogen van ruim 300 miljoen zal moeten aanspreken, is niet ondenkbaar.
De Koning daarover: ‘Het ministerie zegt eigenlijk: maak dat geld maar eens op, met als gevolg dat we mogelijk moeten gaan lenen. Maar het is geen geheim dat wij als Radboud Universiteit het uitgangspunt hebben dat we dat niet doen, want geld lenen kost geld. Liever doen we investeringen met ons eigen geld. Het kabinet wil dat blijkbaar niet. De korting vanuit het Rijk beperkt mogelijk ook de ruimte die we hebben om te investeren in onze huisvesting – en heeft daarmee wellicht gevolgen voor onze vastgoedplannen.’
Op de lange termijn – na 2022 – is alles afhankelijk van het nieuwe bekostigingssysteem voor het hoger onderwijs.
Het zou vreemd zijn als de minister het hele systeem weer omgooit en er toch weer geld bij komt voor de alfa-, gamma- en medische wetenschappen. Is het denkbaar dat er binnen de Radboud Universiteit toch met geld geschoven gaat worden?
‘Als het zo is dat het nieuwe bekostigingsmodel de situatie niet weer verandert, dan zullen we daar over na gaan denken. Jullie veronderstellen dat het nieuwe bekostigingsmodel de zaak niet zal veranderen. Ik ben daar nog niet zo zeker van.’
U verwacht niet dat het ministerie deze koers vasthoudt, met extra geld voor de bèta’s?
‘Ik durf daar nog niet op vooruit te lopen. De alfa-, gamma- en medische opleidingen die wij aanbieden, zijn technischer dan velen denken. Een behoorlijk aantal opleidingen die buiten de bètafaculteit worden aangeboden, vallen ook onder een technisch profiel. Het zou bovendien zomaar kunnen dat veel alfa- en gammaopleidingen duurder zijn dan wij nu bekostigd krijgen. Het hele landschap, ingedeeld in alfa, bèta, gamma en medisch, zou er over een paar jaar wel eens heel anders uit kunnen zien, met een andere bekostiging.’
‘We moeten toe naar een nieuw financieringsmodel, waarin vragen besloten liggen als: wat zou het onderwijs moeten kosten? Welke kwaliteit willen wij bieden? Dat is een heel lastig traject. We doen het al hartstikke goed als Nederland. Dat is niet dankzij, maar ondanks het budget dat we krijgen. Alle Nederlandse universiteiten staan in de top-200 wereldwijd. Daar mogen we best wat meer trots op zijn. Maar als we dat willen vasthouden zal er geïnvesteerd moeten blijven worden. Buitenlandse universiteiten halen ons razendsnel in.’
Wat doet het met uw vertrouwen in de minister dat ze nu met dit voorstel komt?
(Korte stilte) ‘Ik vind het ronduit jammer – laat ik het zo maar zeggen – dat er niet beter is geluisterd naar de universiteiten en dat het uitvoeren van het regeerakkoord zo dominant is in het rapport-Van Rijn. Niet dat wij vraagtekens zetten bij de noodzaak voor meer geld naar bèta en techniek, maar wel om dat weg te halen bij andere disciplines. Dat is een verkeerd signaal. Naar de alfa-, gamma- en medische wetenschappen, omdat ze minder geld krijgen, maar ook naar bèta en techniek: die kunnen namelijk niet zonder die andere gebieden. Wij praten alsof dat hokjes zijn maar dat is natuurlijk niet zo. Daar zijn legio voorbeelden van, zoals Artificial Intelligence, waar al die gebieden samenkomen.’
Hoe gaan jullie ervoor waken dat, in aanloop naar het nieuwe bekostigingsmodel, jullie input nu wel wordt meegenomen?
‘In de Stuurgroep Bedrijfsvoering en Financiën van de VSNU, waar ik voorzitter van ben, hebben we afgesproken dat we ons proactief gaan opstellen door ons eigen kostprijsonderzoek te doen. We gaan kijken hoeveel een student, studiepunt of opleiding zou moeten kosten. Zo zitten we goed in de discussie met de minister, die daar ook mee aan de slag gaat.’
Tegelijkertijd neemt de spanning in de VSNU toe. In een artikel op ScienceGuide stond dat er zelfs getwijfeld wordt aan het voortbestaan van de organisatie.
‘Het zou raar zijn als wij geen felle gesprekken hadden gevoerd met elkaar. Wij zien allemaal – de technische universiteiten, maar wij ook – dat de problemen van de TU’s aangepakt moeten worden. Tegelijkertijd hebben we het collectieve besef en belang dat we moeten staan voor de wetenschap en dat alle disciplines goed tot hun recht moeten komen.’
Staan de technische universiteiten niet lijnrecht tegenover de brede universiteiten?
‘Door deze maatregelen kom je in een situatie waarin er bij ons geld wordt weggehaald en bij de technische universiteiten geld bijkomt. Dan kom je vanzelf tegenover elkaar te staan. Maar dat wil niet zeggen dat dat zo blijft als je met elkaar in gesprek bent geweest.’
Een zelfde effect treedt op binnen universiteiten. Heeft u al contact gehad met Lutgarde Buydens, de decaan van FNWI? Zij staat voor haar faculteit en wil haar concurrentiepositie natuurlijk behouden ten opzichte van de TU’s.
‘We hebben net decanenoverleg gehad. Haar reactie is dubbel. Zij wil graag meer geld, maar ze vindt het niet fijn dat haar collega-decanen dan moeten inleveren. Veel bètawetenschappers zeggen dat ook: wij kunnen niet zonder alfa, gamma en medisch. Neem een project als Healthy Brain of al het onderzoek dat gebeurt op het terrein van duurzaamheid. Dat is allemaal inter- en multidisciplinair. Tegelijkertijd heeft FNWI ook te maken met een bestedingsvraagstuk: je kunt wel extra middelen krijgen, maar als je vervolgens de vacatures niet krijgt ingevuld, heb je daar nog weinig aan.’