Commissie aan het werk: advies over banden met Israël volgend jaar verwacht
De adviescommissie die internationale samenwerkingen van de Radboud Universiteit tegen het licht gaat houden, is officieel aan het werk gegaan. Toch zal het nog maanden duren voordat er een advies ligt over samenwerkingen met Israëlische universiteiten. Dat laat Lutgarde Buydens weten, die optreedt als voorzitter van de commissie.
Met een maand vertraging gaat de adviescommissie Internationale Samenwerkingen officieel van start, laat de universiteit vandaag weten in een persbericht.
De instelling van de commissie was een belofte van het college van bestuur aan de pro-Palestijnse demonstranten, die afgelopen voorjaar wekenlang in een tentenkamp kampeerden naast het Maria Montessorigebouw.
‘Als onze expertise niet toereikend is, halen we die binnen of buiten de universiteit op’
Het college van bestuur heeft Lutgarde Buydens, de voormalige decaan van de bètafaculteit die in juni 2022 met emeritaat ging, gevraagd de commissie te leiden. ‘Ik heb daar wel even over moeten nadenken, want dit is geen makkelijke klus’, zegt Buydens. ‘Maar voor mij is heel duidelijk dat de adviezen die wij gaan geven er echt toe doen voor de universiteit.’
De overige leden van de commissie zijn emeritus hoogleraar Staatsrecht Paul Bovend’Eert, universitair hoofddocent filosofie Cees Leijenhorst en universitair docent beroepsethiek Jos Kole. ‘Die club is de basis’, zegt Buydens. ‘Als onze expertise niet toereikend is, halen we die binnen of buiten de universiteit op.’
Verwachtingen temperen
Buydens tempert wel de verwachtingen: hoewel de eerste focus ligt op samenwerkingen met instellingen in conflictgebieden, zal de commissie niet meteen een advies geven over het wel of niet breken met Israëlische universiteiten.
‘Eerst moeten we een maatstaf ontwikkelen om internationale samenwerkingen te beoordelen’, zegt Buydens. ‘Het gaat daarin niet zozeer om de vraag of je mag samenwerken met andere universiteiten, want dat is een fundamenteel recht van wetenschappers. We willen ons vooral buigen over de vraag wanneer je niet mag samenwerken. Daar willen we handvatten voor ontwikkelen.’
Dat gaat de commissie niet ‘vanuit een ivoren toren doen’, stelt Buydens. De komende periode wordt er een participatietraject gestart waarin studenten en medewerkers hun ideeën en inzichten kunnen delen. Radboud Reflects is gevraagd dat traject te organiseren.
Duurzame oplossing
Afgelopen zomer zijn er gesprekken gevoerd tussen het Nijmeegse universiteitsbestuur en de collega-bestuurders van Hebrew en Tel Aviv University. Toch is het volgens Buydens onmogelijk om nu al een gedegen besluit te nemen over het al dan niet stopzetten van de samenwerkingsverbanden, zoals de betogers eisen. Daarvoor is eerst de genoemde maatstaf nodig – een lat waarlangs alle samenwerkingsverbanden kunnen worden gelegd. ‘We willen een duurzame oplossing bieden. In de toekomst kunnen nieuwe conflicten opspelen. We willen dit goed doen.’
Buydens hoopt en verwacht komend voorjaar de eerste adviezen, waaronder die over de Israëlische partnerschappen, te kunnen geven. Hoe zo’n advies aan het college van bestuur er precies komt uit te zien, weet ze nog niet. Of deze openbaar worden gedeeld met de universitaire gemeenschap evenmin. Dat is aan het college van bestuur en de woordvoerder kon op die vraag nog geen antwoord geven.
‘We gaan niet op z’n Nederlands het vingertje opsteken’
Wat Buydens wel kan zeggen: het is niet het doel dat andere universiteiten moeten instemmen met de idealen van de Radboud Universiteit. De adviezen die Buydens met haar collega’s gaat opstellen zijn voor de universiteit zelf. ‘Kunnen wij onszelf nog recht in de ogen kijken door bepaalde samenwerkingsverbanden aan te houden? We gaan niet op z’n Nederlands het vingertje opsteken en zeggen dat iedereen onze waarden moet onderschrijven.’
De adviescommissie begint met partnerschappen van de Radboud Universiteit op instellingsniveau. Daarna volgen verbanden op instituutsniveau en extern gefinancierde samenwerkingen op faculteitsniveau. De commissie zal zich niet bemoeien met samenwerkingen van individuele wetenschappers.
Cynicus schreef op 3 oktober 2024 om 16:38
De belangrijkste vraag in deze kwestie lijkt me: is het CvB en nu deze commissie in staat om het proces dermate te rekken dat het advies er pas ligt wanneer het conflict in het midden oosten niet meer actief gaande is, en er dus ook geen actieve reden meer is om te handelen?
Rikke schreef op 3 oktober 2024 om 18:23
“Of deze openbaar worden gedeeld met de universitaire gemeenschap evenmin”
Zolang doen over het instellen van een commissie, vaag blijven doen over wat ze precies kunnen en mogen, niet duidelijk zijn over hoe deze is samengesteld, EN niet eens garanderen dat het openbare adviezen worden. Wat een aanfluiting…. Geen enkel vertrouwen hierin
Ju schreef op 3 oktober 2024 om 18:53
Ik vraag het me echt af. Gaan ze het hele jaar gebruiken om procedures en richtlijnen en dialogen te bespreken? Waarom kan een participatief proces op lange termijn niet worden gecombineerd met een proces op korte termijn, dat zich bezighoudt met de urgentie van een aanhoudende en escalerende genocide?
Ik vraag me ook af hoe het zit met de deskundigheid (waar is het internationaal recht?) en hun mandaat…..
Dalen schreef op 3 oktober 2024 om 21:27
Wat een belachelijk uitstelgedrag. Voelt het CvB geen enkele urgentie terwijl er dagelijks mensen worden vermoord door het land waar zij banden mee hebben? Gaan ze deze genocide echt zo ver uitrekken?
Paul Reef schreef op 4 oktober 2024 om 15:27
Allereerst raad ik alle commissieleden van harte aan om Towers of Ivory and Steel van Maya Wind over academische vrijheid (of het gebrek daaraan) in Israël te lezen ter ondersteuning van hun werkzaamheden.
Daarnaast zou ik graag een verantwoording zien waarom, vanuit de universiteit gezien, een academische boycot van Rusland en Belarus wél gerechtvaardigd zou zijn. De context is hierbij een andere, volgend op een oekaze vanuit de Nederlandse overheid, maar deze werd nagenoeg klakkeloos overgenomen door de Radboud Universiteit – terwijl er hier veel meer wetenschappelijke banden met Rusland zijn en ook veel meer Russische onderzoekers werken dan in vergelijking met Israël of Israëlische medewerkers. Onder welke omstandigheden zouden deze sancties moeten of kunnen worden opgeheven vanuit het oogpunt van de Radboud Universiteit?
Ten slotte hoop ik dat de commissieleden zich ook verdiepen in de casuïstiek rond de academische en culturele boycot van Zuid-Afrika ten tijde van het apartheidsregime, één van de weinige precedenten waarbij meerdere Nederlandse universiteiten besloten tot sancties van universiteiten in een ander land zonder dat hier overheidsdwang aan vooraf ging. Hierbij geldt bovendien dat de academische boycot van Zuid-Afrika bewezen effectief is gebleken. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen met nu Israël en Rusland?
Adriejan van Veen schreef op 7 oktober 2024 om 09:59
Het is heel verwonderlijk en kwalijk dat er geen experts op het gebied van internationaal recht en mensenrechten in deze adviescommissie zitten.
Daarnaast wekt het grote verbazing dat één van de commissieleden, Paul Bovend’Eert, publiekelijk de minister van Buitenlandse Zaken heeft opgeroepen een einde te maken aan de protesten van ambtenaren tegen de genocide in Gaza.
https://www.ad.nl/politiek/demonstratie-ambtenaren-buitenlandse-zaken-in-strijd-met-interne-gedragscode-expert-lijkt-me-problematisch~a70b34e8/
Je mag je uitspreken als wetenschapper, maar iemand met een dergelijke geprononceerde én omstreden stellingname in specifiek deze adviescommissie plaatsen – in combinatie met het gebrek aan experts in internationaal recht en mensenrechten – roept heel grote vragen op over de openheid, evenwichtigheid en deskundigheid van deze commissie.