Corona zet streep door oratie over visuele illusies
Het coronavirus zette een streep door Rob van Liers oratie afgelopen vrijdag (de dertiende). In zijn rede wilde de psycholoog kunst en wetenschap met elkaar verbinden. ‘Jammer, maar wel de juiste beslissing.’
Het moest zijn finest hour worden. Afgelopen vrijdag zou hoogleraar waarneming en bewustzijn Rob van Lier zijn oratie houden in de Aula. Hij wilde er onder andere vertellen over visuele illusies, maar ook over hoe de werking van ons brein kan verklaren waarom we kunst mooi vinden.
Maar Van Liers inaugurele reden ging niet door, die vrijdag de dertiende. Je zou er bijna bijgelovig van worden. De voortekenen waren in het begin van de week al niet gunstig, vertelde de onderzoeker een dag eerder. Verschillende mensen met verkoudheidsklachten, of die in Brabant wonen, zegden af.
In Popop, een popup-galerie in Nijmegen-Oost, liet hij die dag aan een verslaggever en een videograaf van Vox zien dat hij samen met masterstudent Esme Savas (24) een experiment was gestart over hoe mensen interactieve kunst ervaren (zie kader).
Na de zomer
Wanneer zijn oratie wordt ingehaald? Dat is nog niet bekend. ‘Dat zou zo maar eens na de zomer kunnen worden.’ Vooralsnog heeft Van Lier andere zaken aan zijn hoofd, onder andere als opleidingsdirecteur van de research master Cognitive Neuroscience. Onderwijs moet aangepast worden, maar ook stages komen in de verdrukking, nu onderzoekslabs dicht zijn. ‘Dat zijn grotere problemen dan een afgezegde oratie.’
Kunst en wetenschap
In zijn onderzoek zoekt Van Lier uit hoe de werking van onze hersenen kan verklaren waarom we soms dingen zien die er niet zijn, zoals bewegingsillusies die opgewekt worden door cirkelpatronen. Of waarom we kleuren niet altijd hetzelfde waarnemen – denk aan ‘the dress’. Maar de omgekeerde vragen zijn minstens net zo interessant: wat kunnen al die vreemde illusies de hersenwetenschap leren over hoe het brein werkt?
Daarnaast probeert de hoogleraar via zijn onderzoek wetenschap en kunst dichter bij elkaar te brengen. ‘Veel kunstenaars maken intuïtief al gebruik van hoe onze hersenen werken. Iemand als Monet combineert bijvoorbeeld bepaalde tinten met elkaar die even helder zijn, en alleen qua kleur verschillen.’
Als je naar dergelijke schilderijen kijkt, geeft dat een bijzondere waarnemingservaring, legt Van Lier uit. Dat aparte wordt veroorzaakt doordat kleur en vorm door verschillende hersengebieden verwerkt worden. Zonder licht-donker verschillen is het lastiger om begrenzing van vormen waar te nemen waardoor kleuren al snel door elkaar heen lijken te lopen.
Door zo naar kunst te kijken, probeert de psycholoog begrippen uit de kunst zoals schoonheid in neurowetenschappelijke mechanismes te vatten. Tegelijkertijd hoopt hij hiermee ook de interactie tussen wetenschap en kunst te versterken. Daartoe is Van Lier van plan om de komende jaren meer samenwerkingen aan te gaan met kunstenaars, culturele instellingen en musea, waaronder Het Valkhof.