Coronamaatregelen treffen vrouwelijke wetenschappers onevenredig hard

08 jul 2020

Vrouwelijke wetenschappers publiceerden de afgelopen maanden minder dan hun mannelijke collega’s. De coronacrisis legt bestaande ongelijkheden verder bloot, zo blijkt. Kan de universiteit een rol spelen bij oplossingen? ‘Ik hang een takenlijst op voor mijn man, dan heb ik meer rust.’

Floortje Bouwkamp (38) voelt zich op het hoogtepunt van de coronacrisis, half april, constant tekortschieten. Ze heeft niet genoeg aandacht voor de kinderen, vindt ze zelf. Maar als ze meer aandacht aan haar kinderen besteedt, gaat dat ten koste van haar werk – ze promoveert op onderzoek naar visuele perceptie in het predictive brain lab van het Donders Instituut. En dan heeft ze het over het huishouden nog niet eens gehad. Iedereen van schone onderbroeken voorzien, wordt op een gegeven moment zelfs een uitdaging. ‘Het verlangen het goed te doen op alle fronten’, zegt ze nu, ‘is misschien wel des vrouws’.

Bouwkamp en haar partner hebben een baby van bijna een jaar, en een kind (7) dat naar de basisschool gaat. Normaal zorgden zij allebei een dag in de week voor de kinderen, en vulden de gaten op met buitenschoolse opvang en hulp van grootouders. Corona kwam, en de kinderen bleven thuis. Bouwkamp probeert de helft van haar 32-urige contract te werken. Ook haar man levert, iets minder, uren in. Hij moet zijn bedrijf overeind zien te houden. ‘Het was kiezen tussen zijn korte termijn-inkomen en mijn lange termijn-carrière’, zegt Bouwkamp.

Floortje Bouwkamp. Eigen foto

Dat coronamaatregelen ook wetenschappers en hun onderzoek treffen, is geen omstreden gedachte. Volgens verschillend dataonderzoek in binnen- en buitenland treffen de coronamaatregelen vooral vrouwen in de wetenschap onevenredig hard. Vooral als zij een huishouden met kinderen moeten bestieren blijft er minder tijd over voor onderzoek. En dat moet anders, vinden belangenorganisaties en vrouwen zelf.

Mentale last

Alle ouders in de wetenschap hebben het in corona-tijd niet makkelijk, waarom worden vrouwen onevenredig geraakt? Uit recent onderzoek van de Universiteit Utrecht, Universiteit van Amsterdam en de Radboud Universiteit blijkt dat moeders hun werkdagen door corona meer aangepast hebben dan vaders, vertelt Stéfanie André, universitair docent bij de vakgroep Bestuurskunde en onderzoeker binnen het thema ‘(on)bedoelde gevolgen van beleid’. ‘Ondanks dat moeders veel vaker een cruciaal beroep uitoefenen (56 procent van de moeders tegenover 34 procent van de vaders, red.), blijkt dat zij een hogere werkdruk, meer zorg voor kinderen, en een grotere afname in vrije tijd rapporteren’, zegt André. ‘Mannen zijn meer in het huishouden gaan doen, maar vrouwen doen altijd nog het meest, legt ze uit. ‘En die tijd gaat ergens vanaf. Van slaap, of van vrije tijd. En juist onderzoek doen gebeurt vaak in de tijd die over is.’

Onderzoek van het Max Planck-instituut uit 2019 laat zien dat de wetenschappelijke wereld normaliter al een ‘moederschapsboete’ kent. Wie moeder wordt, publiceert significant minder. ‘Dat effect zou nu weleens versterkt kunnen worden’, denkt André. De afname in productiviteit van vrouwen werd volgens de onderzoekers slechts voor een klein deel verklaard door de impact van het grootbrengen van de kinderen. ‘Amerikaans onderzoek laat zien dat vrouwen, ook al hebben ze evenveel onderwijsuren in hun contract, significant meer uren aan onderwijs besteden dan hun mannelijke collega’s’, vervolgt André. ‘En juist college geven is tijdens corona lastiger geworden.’

‘Mannen zijn meer in het huishouden gaan doen, maar vrouwen doen altijd nog het meest’

‘Ik zie alles wat er thuis gedaan moet worden’, zegt Floortje Bouwkamp. ‘Mijn man kan in een ontploft huis een kopje koffie inschenken en naar zijn werkplek op zolder wandelen. Ik vind het echt moeilijk om de rest te negeren.’ Ze maakt dagelijks een lijst van zaken die moeten gebeuren, en hangt die in de woonkamer. ‘Dan heb ik meer rust.’

Stéfanie André. Foto: RU

Daar is een term voor, zegt André: ‘Mentale last’, ofwel het niet alleen uitvoeren, maar ook managen van huishoudelijke taken. Wie maakt de boodschappenlijstjes, of houdt bij wanneer iedereen naar de kapper moet? ‘Daar is veel onderzoek naar gedaan’, legt de bestuurskundige uit. ‘Vrouwen blijken daar een heel groot deel van die last te dragen.’ Bouwkamp herkent dat, maar vraagt zich af of er überhaupt niet maar één kapitein op het schip kan zijn. ‘Die taak ligt in mijn omgeving vaak bij de vrouw’, zegt ze. ‘Maar veel vrouwen die ik ken zijn wetenschappers, misschien zijn zij gewoon goed in organiseren.’

Verminderde productiviteit

Al in april uitten redacteuren van het Britse Journal for the Philosophy of Science en het tijdschrift Comparative Political Studies hun zorgen over een ‘verwaarloosbaar’ aantal inzendingen door vrouwen. In mei verscheen er in Nature een overzichtsartikel waarin diverse dataonderzoeken aantoonden dat vrouwen in verschillende Amerikaanse en Canadese tijdschriften tijdens de coronaperiode minder publiceren dan in dezelfde maanden vorig jaar. Het nieuwste dataonderzoek van een Brits data-analysebureau van vorige maand, onder zestigduizend tijdschriften, laat zien dat het aandeel vrouwelijke auteurs in mei met zeven procentpunten daalde vergeleken met vorig jaar. Zelfs in het medisch veld, waar publicaties vanzelfsprekend stegen, en vrouwen goed vertegenwoordigd zijn.

En dat terwijl corona voor sommige wetenschappers – vaak mannen –  juist goed blijkt te zijn voor de productiviteit. Jan Willem van Groenigen, bodembioloog aan de universiteit Wageningen en tevens hoofdredacteur van Geoderma, meldde in mei aan universiteitsblad Resource dat zijn vakblad een groei kende van 20 tot 25 procent aan ingediende artikelen, de helft zou komen door corona. Toen van Groeningen bovenstaande berichten uit het buitenland las, besloot hij zijn eigen blad eens te onderzoeken.

Hij vergeleek 125 ingediende artikelen uit april, met april vorig jaar. Het aandeel vrouwelijke auteurs uit Europese en Noord-Amerikaanse landen – waar de coronacrisis ten tijde van zijn onderzoek het hevigst woedde – daalde van 48 naar 26 procent. Het aandeel vrouwelijke corresponderende auteurs uit die landen – degene die het artikel indient en ervoor verantwoordelijk is – ging van 41 naar 17 procent.

‘Al mijn onderzoeksprojecten staan stil’

‘Ook ik heb carrièrestress’, zegt promovenda Bouwkamp. ‘Al mijn onderzoeksprojecten staan stil.’ Haar enige voordeel, zegt ze zelf, is dat ze net een jaar geleden begon met haar PhD. Iets verder in haar carrière is een wetenschapper afhankelijk van het aanvragen van beurzen. ‘Ik ken vrouwen die bij hun beslissing om kinderen te nemen, rekening houden met sollicitatierondes voor beurzen bij NWO, zodat je weet dat je bij de sollicitatie kunt zijn als je door bent’, zegt Stéfanie André.

NWO besloot de interviewrondes door de crisis te verplaatsen naar september. Daar maakt belangengroep Athena’s Angels (onder wie mede-oprichtster Ineke Sluiter, sinds vorige maand voorzitster van de KNAW) zich ernstig zorgen over. In april schreven zij een open klachtenbrief naar NWO.

Een deel van de interviews is al afgenomen in maart. Bij het vergelijken van die groep met die in september, kunnen stereotype beelden van mannen en vrouwen de beoordeling van de eerste groep beïnvloeden, denken de Angels. Die staat immers minder helder op het netvlies. Bovendien kan er in tussentijd, juist door die verminderde productie van vrouwen, een prestatieverschil zijn ontstaan tussen mannen en vrouwen.

Onder normale omstandigheden kunnen de interviewrondes in het geval van een bevalling of ouderschapsverlof, uitgesteld worden, maar NWO weigert dit nu. Zij geeft aan niet met online communicatiemiddelen te willen werken, ’terwijl dit nu juist in deze tijd een steeds meer gangbare vorm van communicatie is geworden’, schrijft Athena’s Angels, ‘ook voor dit soort beslissingen’. En zo kan er van een ‘level playing field’ voor vrouwen die vlak na hun bevalling op gesprek moeten, geen sprake zijn.

Onderzoek

Het Halkes Women Faculty Network aan de Radboud Universiteit kreeg al vroeg lucht van alle problemen die thuiswerken voor wetenschappers veroorzaakten. Het netwerk besloot in mei samen met PhD Organisatie Nijmegen (PON) online support sessies te organiseren, wegens succes werden ze vorige maand herhaald. Hier konden universiteitsmedewerkers in groepjes en onder begeleiding praten over thema’s als motivatie, productiviteit, angst en stress en het combineren van werk en zorg voor kinderen.

‘Het werk combineren met kinderen vond iedereen ontzettend moeilijk’, zegt Mariya Manahova (29), moeder van een baby van zeven maanden, en PhD neurowetenschappen. Ze leidde de groep over werk en kinderen, bestaande uit zes vrouwen. Ook tijdens het hoogtepunt van de crisis voelden de meesten in de groep een druk om te presteren. Manahova herkent dat zelf ook. ‘Soms legden zij zichzelf die druk op, soms deed hun leidinggevende aan de universiteit dat.’

‘Je wil niet dat de impact ongelijk is’

En een oplossing? Die ligt deels in verandering van maatschappelijke normen en waarden, geeft André aan. Al kan de universiteit ook wat doen, vindt Ella Bosch, voorzitter van Halkes. Het is de taak van de universiteit om onderzoek te doen naar de impact die de coronamaatregelen hebben op verschillende groepen medewerkers, meent zij. ‘Want wat je niet wil, is dat dat die impact ongelijk is’, aldus Bosch. ‘Of het nu om vrouwen, mannen, of onderzoekers uit het buitenland gaat.’ Als er inderdaad grote verschillen tussen die groepen zijn, dan ligt er voor de universiteit een taak om te zorgen dat kwetsbare medewerkers niet disproportioneel worden benadeeld.’

Ella Bosch. Foto: RU

Precies dat onderzoek naar het welzijn van medewerkers, wil Stéfanie André gaan uitvoeren. Ook wil ze kijken naar de impact van coronamaatregelen op de tijd die (verschillende groepen) mensen overhouden voor onderzoek. Naar alle waarschijnlijkheid kan ze dit voor augustus, en in samenwerking met Dienst Personeel en Organisatie gaan doen.

‘Het college van bestuur staat altijd open voor individuele klachten, maar om patronen te vinden, moet je echt groot onderzoek kunnen doen’, zegt Bosch. ‘Dit was één lockdown, misschien komt er wel een tweede. Dan moet de universiteit geleerd hebben van wat er nu gebeurt.’

3 reacties

  1. supermaq schreef op 8 juli 2020 om 16:53

    Best klote of eerder kut ( even heel plat uitgedrukt ) én wetenschapper én vrouw te zijn in een gezin. Laat ataan als je dan de exoot bent én zwart en wetenschapper en vrouw of alleenstaande vrouw die wetenschapper is. Wie de oplossing heeft mag het zeggen,mijn moeder zou zeggen het klopt maar als ik langer klaag gaat het nog niet weg dus ik ga door zo goed als het kan. Ik persoonlijk denk dat we nooit alles wat we scheef vinden recht zullen krijgen. You win some you loose some. Bij een lesbisch stel met een wetenschapper zullen vast ook scheve houdingen zijn

  2. DeZwarteziel schreef op 9 juli 2020 om 08:59

    Mooi verhaal, maar dat moet je zelf thuis met je kerel regelen. Niet echt iets om op het internet over te gaan lopen klagen

  3. sientjepientje schreef op 10 juli 2020 om 10:12

    Heel vervelend, maar waarom wordt het probleem buiten de huiselijke sfeer gelegd? De mentale last die ervaren wordt bestaat blijkbaar ook bij geemancipeerde vrouwen met een wetenschappelijke carierre; wat voor ‘maatschappelijke normen en waarden’ moeten er nog gemeengoed worden om daar tegen op te boksen? Bestaan er normen en waarden die dat kunnen?
    Misschien is het een goed begin om niet dit soort klaagzangen uit te schrijven en te laten onderzoeken. Het leest bijna als een brochure over waarom het onverstandig is om vrouwen aan te nemen en/of aan te stellen.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!