Daders gifmoorden nog steeds niet gevonden

19 sep 2018

Ondanks diepgravend speurwerk worden de gifmoorden in de Hollandiafabriek, de voorloper van Honig, voorlopig niet opgelost. ‘De kans dat de daders ooit gevonden worden, is heel erg klein’, aldus Talita Smits van de Politieacademie. De moorden stonden gisteravond centraal op een avond van de historische vereniging Numaga.

Vijfenzeventig jaar na dato spreekt de zaak waarbij vijf werkbazen van de Hollandiafabriek het leven lieten nog steeds tot de verbeelding. Maar liefst 130 nieuwsgierigen, waaronder enkele nabestaanden van de slachtoffers, waren gisteravond aanwezig op een bijeenkomst van de Nijmeegse historische vereniging Numaga. Plaats van afspraak was de plaats-delict van de gifmoorden: de voormalige Hollandiafabriek.

Ter inleiding schetst onderzoeker en Radboud-historicus Lennert Savenije het ruimere plaatje. Tijdens de bezetting houden de Nijmeegse fabrieken zich staande, maar onder het personeel heerst ook een zekere verslagenheid. De politieke spanningen doen geen goed aan de sfeer op de werkvloer. De situatie verergert wanneer fabrieksbazen vanaf 1943 lijsten met namen moeten geven aan de bezetter. Werknemers die op de lijst staan, moeten worden ingezet in Duitsland.

Gezwollen tong

Ook de bazen van de Hollandiafabriek ontsnappen niet aan deze maatregel van de bezetter. Alle werknemers die niet goed functioneren of dwarsliggen kunnen op de zwarte lijst belanden, vertelt historicus Henk Termeer. Hij onderzocht de zaak twee jaar lang tot op het bot. ‘Er heerste een enorme angstcultuur onder de werknemers en de bazen’, zegt hij.

Terecht, zo blijkt, want tussen juli 1943 en augustus 1944 worden zeven werkbazen van de Honigfabriek vergiftigd met thallium, een geur -en smaakloos middel dat werd ingezet tegen muizen en ratten. In eerste instantie krijgen ze tintelingen in de vingers en tenen, daarna krampen en een gezwollen tong, in een later stadium begeeft hun zenuwstelsel het en valt hun haar uit. Een tot twee weken na vergiftiging sterven vijf van hen een verschrikkelijke dood.

Nog tijdens de oorlog wordt een verdachte voor de moorden aangehouden, maar die blijkt onschuldig. Later raakt het dossier van het politieonderzoek verloren wanneer een bom op het politiekantoor valt. Na de oorlog wordt de sfeer in de fabriek en in het belendende Waterkwartier, waar de moordenaars wellicht nog steeds werken en wonen, er niet beter op. Om de geruchten de kop in te drukken, stelt de directeur van de Hollandiafabriek een bevriende oud-inspecteur aan om een onderzoek te leiden. De privédetective spreekt met 69 personen. Henk Termeer kon de verslagen inkijken.

Geen prioriteit

Zo kwam de historicus tot de volgende hypothese: vijf werknemers stalen tarwe en maïs uit de fabriek, om die op hun beurt door te verkopen op de zwarte markt. Als ze betrapt worden, worden ze wellicht naar Duitsland gestuurd. Werkbazen die hen op het spoor kwamen, kregen eerst een dreigbrief opgestuurd en werden daarna vergiftigd door thallium in hun drinkfles of schafttrommel te gieten.

Het klinkt erg aannemelijk, maar een sluitend bewijs heeft Termeer natuurlijk niet en de vraag is maar of hij dat ooit zal vinden. ‘De zaak is inmiddels verjaard en is absoluut geen prioriteit om heropend te worden als cold case’, vertelt Talita Smits, docent aan de Politieacademie. ‘Die kans lijkt me in ieder geval heel erg klein.’

In de zaal zitten ook enkele nabestaanden van de vijf vermoorde mannen. ‘Wie mijn grootvader vermoord heeft interesseert me niet, ik wil weten waarom hij vermoord is,’, zegt een kleinzoon van een slachtoffer. ‘Anders is hij een zinloze dood gestorven en dat blijft knagen.’ Alleen al daarom belooft Termeer zijn werk voort te zetten.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!