Verborgen dakloosheid: Nienke woonde vier jaar in een caravan omdat ze geen huis kon vinden
Door de toenemende woningnood gebeurt het steeds vaker dat mensen geen huis kunnen vinden. Tel daar de uitgeklede sociale voorzieningen bij op en het kan geen verrassing zijn dat het aantal daklozen in Nederland stijgt. Een omvangrijke telling van dak- en thuisloosheid in Zuid-Gelderland moet dit vaak verborgen probleem beter in kaart brengen.
Lange tijd gaat het Nienke (volledige naam bekend bij de redactie) en haar man voor de wind. Ze besluiten een huis te kopen in een tijd dat de prijzen weliswaar op hun allerhoogst zijn, maar met beiden een vast inkomen moet dat kunnen. ‘Je koopt een woning met het idee: ik ga vooruit. Je verwacht niet dat er opeens een crisis komt’, vertelt Nienke over die tijd, terwijl ze een slokje neemt van haar English Breakfast-thee in een cafeetje in de Nijmeegse binnenstad. Maar die crisis komt er wel.
De kredietcrisis die rond 2007 de Verenigde Staten lamlegt, slaat ook hard toe in Nederland. Samen met vele anderen raakt Nienke haar baan als grafisch vormgever kwijt. Het blijkt daarna lastig om aan een nieuwe, duurzame, baan te komen. Het stel besluit dan maar een andere droom waar te maken en start een eigen bedrijf. Door omstandigheden pakt ook dat niet goed uit en de twee besluiten na een jaar te stoppen.
‘We namen nieuw werk aan, maar dat was ondanks mijn hbo-opleiding vaak ongeschoold, waardoor we te weinig verdienden om de hypotheek te kunnen betalen. Na een tijdje kwam het besef dat we het zo niet langer volhielden en besloten we ons huis te verkopen.’ Dat lukt pas twee jaar later. Nienke en haar partner blijven achter met een flinke restschuld en zonder vervangende huisvesting.
‘We besloten halsoverkop onze bezittingen te verkopen en kochten van de opbrengsten een caravan’
‘We stonden al zo’n tien jaar ingeschreven bij woningbouwcorporaties, maar maakten geen enkele kans op een woning. Particulier huren was te duur, een tiny house-project liep op niks uit en ook antikraak lukte niet. Daarom besloten we halsoverkop een groot deel van onze bezittingen te verkopen en van de opbrengst een caravan te kopen. Het plan was om de zomer door te brengen op een camping in de buurt, in de tussentijd bleven we verder zoeken naar een permanente woning.’ Een paar maanden kamperen, dachten Nienke en haar man, maar het werden vier jaar.
Onzeker bestaan
Volgens onderzoeker Sandra Schel, die onlangs aan het Radboudumc promoveerde op onderzoek naar dakloosheid, passen Nienke en haar man in een trend die professionals in het sociaal domein al langer waarnemen: dakloosheid neemt de afgelopen jaren sterk toe en treft een veel bredere groep dan voorheen. ‘Een paar decennia geleden sloot het stereotiepe beeld van de dakloze man van middelbare leeftijd in het park met een blikje bier in grote mate aan bij de realiteit. Maar we zagen deze groep de afgelopen tien jaar sterk veranderen, die is nu veel diverser’, aldus Schel.
‘Door de grote woningnood, tijdelijke werkcontracten en de uitgeklede sociale voorzieningen leven veel mensen tegenwoordig een onzeker bestaan. Een verbroken relatie, ziekte of het verliezen van je baan kan er dan voor zorgen dat je de eindjes niet meer aan elkaar geknoopt krijgt, met alle gevolgen van dien.’
‘De wachtlijsten voor hulp en opvang worden steeds langer’
Hoeveel mensen uiteindelijk daadwerkelijk op straat, op de bank bij vrienden of op een vakantiepark belanden is echter onduidelijk, vertelt Schel. Vorig jaar constateerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zelfs een afname van het aantal dakloze mensen. ‘Op dat onderzoek is heel veel kritiek gekomen vanuit maatschappelijke organisaties. Zij zien de wachtlijsten voor hulp en opvang juist steeds langer worden en moeten regelmatig mensen wegsturen.’
Door de manier van tellen, blijven grote groepen buiten beeld, legt Schel uit. ‘Het CBS telt alleen mensen tussen de 18 en 65 die vermeld staan in bepaalde registers, bijvoorbeeld het aantal mensen dat is ingeschreven bij een dag- en nachtopvang of het aantal mensen dat gebruikmaakt van postadressen om een uitkering te kunnen ontvangen. Verder schatten ze in hoeveel mensen er bijvoorbeeld in hun auto of bij vrienden slapen. Met de methode die het CBS gebruikt, is het echter onmogelijk om deze laatste groepen goed in beeld te krijgen.’
Blinde vlek
Door het schatten van de omvang van de groep mensen op basis van registraties ontstaat volgens Schel een blinde vlek voor verborgen dakloosheid. Bijvoorbeeld voor personen zoals Nienke die zichzelf op creatieve wijze uit de maatschappelijk opvang weten te houden. ‘Maar ook vrouwen in de vrouwenopvang, kinderen, mensen zonder verblijfspapieren en zogenaamde niet rechthebbende arbeidsmigranten; al die mensen telt het CBS niet mee. Erg problematisch want op basis van die incomplete cijfers wordt er wel beleid gemaakt.’
‘Je hebt continu stress in je lijf, omdat je niet weet waar je aan toe bent’
‘Ik herinner me dat ik me in het begin heel vrij voelde’, vertelt Nienke over die eerste tijd op de camping. ‘Je hebt bijna geen spullen meer, behalve die caravan. Freedom is just another word for nothing left to loose, zoals Janis Joplin zong. Dat was even een fijn gevoel, maar toen werd het winter. We hadden wel verwarming, maar op voetniveau bleef het koud. Het werd vochtig, dingen gingen schimmelen. Je gaat niet lekkerder in je vel zitten, hebt continu stress in je lijf, omdat je niet weet waar je aan toe bent. Aan de andere kant, je hebt niet zo veel keus.’
Meerdere keren zoekt het stel hulp bij de gemeente, maar die kan niet helpen. ‘Ze zeiden zelfs letterlijk: “Zolang je niet verslaafd in de goot ligt of op een andere manier overlast veroorzaakt, doen we niks voor je.” Dat vond ik heel teleurstellend.’
De jaren die Nienke en haar man op verschillende kampeerplaatsen rondom Nijmegen doorbrengen hebben ze geen woonadres en staan ze niet ingeschreven bij het bevolkingsregister. Ze zijn officieel dakloos. Post gaat lange tijd naar vrienden aan de andere kant van het land, bij gebrek aan een briefadres. Ze mogen zich niet bij een andere huisarts of tandarts inschrijven, een verlopen paspoort of rijbewijs kan niet worden verlengd. Nienke: ‘Gelukkig had ik net een nieuw rijbewijs voordat we ons huis verkochten. Uit noodzaak bleven we ingeschreven bij de huisarts in onze oude woonplek, een flink eind rijden hier vandaan. Die benadrukte wel elke keer als we hulp zochten dat we ons daar moesten uitschrijven.’
Onconventionele woonplekken
Om een completer beeld te krijgen van hoeveel mensen er daadwerkelijk dak- en thuisloos zijn in de regio Zuid-Gelderland voerde de nieuwe werkgever van Schel, de Hogeschool Utrecht, samen met het Kansfonds op 9 april een zogenaamde Ethos-telling uit. De methode houdt in dat professionals een anonieme vragenlijst invullen over elke dak- of thuisloze persoon.
Sandra Schel coördineert de telling en analyseert de uiteindelijke uitkomsten. ‘We hebben de afgelopen tijd contact gelegd met een breed scala aan organisaties die op de een of andere manier te maken hebben met dakloze mensen. Natuurlijk de voor de hand liggende namen als Iriszorg, GGD Gelderland-Zuid of de politie, maar ook boswachters, campingeigenaren, woningbouwcorporaties – ook SSH& – en sociaal werkorganisaties tellen mee.’
De eerste pilot-telling vorig jaar in Oss en Den Bosch bracht al opvallende en nieuwe informatie aan het licht, vertelt Schel. ‘Maar liefst 20 procent van de getelde dak- en thuisloze mensen was jonger dan 18 jaar. Kinderen dus, die in de bestaande cijfers niet voorkomen. Vaak verbleven die in een opvanghuis of op een camping.’ Ook het hoge aantal vrouwen viel op. ‘Eenderde was vrouw. Meer dan gedacht, want volgens CBS-cijfers is dat zo’n 20 procent. Vrouwen vermijden de opvang wanneer mogelijk, omdat de omstandigheden er echt niet fijn zijn. Ze slapen vaker op de bank bij familie of kennissen.’
‘We gaan meer op campings en vakantieparken inzetten’
Een andere opvallende ontdekking: 15 tot 20 procent van de getelde dak- en thuisloze personen in Den Bosch en omgeving verbleef op onconventionele woonplekken zoals campings en vakantieparken. ‘Grote kans dat het aantal nog hoger ligt, want het lukte ons bij die pilot onvoldoende om dit soort parken mee te laten tellen, waarschijnlijk omdat het een vorm van huisvesting is die niet helemaal legaal is. Tijdens de huidige telling in Zuid-Gelderland zijn we juist meer op campings en vakantieparken gaan inzetten. Ik ben heel benieuwd wat daar straks uitkomt.’ Schel verwacht in oktober met resultaten te komen.
Aan het onvrijwillige campingleven van Nienke en haar partner kwam vorig jaar een einde toen ze eindelijk een woning kregen toegewezen door een Nijmeegse woningbouwcorporatie. ‘Dat was een hele opluchting. De eerste keer dat je zo’n huis in gaat en bedenkt: ik mag hier blijven, ik hoef hier niet weg. Dan valt er een zware last van je schouders.’
Manieren om leefomstandigheden te verbeteren
Onderzoeker Sandra Schel promoveerde onlangs aan de Radboudumc op onderzoek naar dakloosheid en naar wat mensen die sociaal economisch op achterstand staan nodig hebben om hun leefomstandigheden te verbeteren.
Schel keek onder andere naar de situatie van dakloze mensen, vijfenhalf jaar nadat zij zich voor het eerst aanmeldden bij de maatschappelijke opvang (MO) in Amsterdam. ‘Je ziet dat mensen over de hele linie vooruit zijn gegaan ten opzichte van de schrijnende situatie waarin ze ruim vijf jaar eerder binnenkwamen’, aldus Schel.
‘Vaak hebben ze een persoonlijk ondersteuningstraject gekregen en een vorm van huisvesting gevonden. Toch zit het merendeel nog steeds in een situatie waarin er elk moment een dominosteentje kan omvallen waardoor dakloosheid opnieuw dreigt. Velen kampen met schulden, fysieke en mentale problemen, zijn werkloos en hebben niet genoeg geld voor basisbehoeften zoals voedsel, kleding en reizen.’
Uit haar onderzoek bleek ook dat veel dak- en thuisloze mensen die in de maatschappelijke opvang terechtkomen kindermishandeling hebben meegemaakt en dat die ervaring lang doorwerkt in hun leven: ‘Je ziet dat zij structureel veel slechter af zijn dan diegenen die dat niet hebben meegemaakt, op alle levensgebieden. Dat vind ik heel zorgelijk.’
Bestaanszekerheid
In haar proefschrift komt Schel met adviezen om de situatie van mensen die sociaal economisch op achterstand staan te verbeteren. Kort door de bocht komt dat vooral neer op vol inzetten op betaalbare huisvesting en bestaanszekerheid. ‘En dan bedoel ik niet alleen maar bouwen, bouwen, bouwen. Er zijn vormen van huisvesting die nu al beschikbaar zijn, maar die door regelgeving tegengehouden worden. Zoals een kamer in je koophuis verhuren, of een woning splitsen.’
Een doorn in het oog van Schel is de zogenaamde kostendelersnorm: ‘Als volwassen kinderen in huis blijven wonen of je neemt je ouders in huis om voor hen te zorgen, word je meteen gekort op een eventuele uitkering. Zonde, dan bestraf je mensen terwijl je ze in mijn ogen zou moeten belonen.’
Bovendien, zo concludeert Schel, is de bijstand, maar ook het minimumloon, op dit moment niet hoog genoeg om volwaardig van te leven. ‘Mensen kunnen daar niet van rondkomen, dat weten we al heel lang. Als ze dan een foutje maken bij het invullen van een formulier of domweg pech hebben, belanden ze al snel in de schulden, met alle gevolgen van dien. En er is ook gewoon een groep mensen die voor lange tijd bijstand nodig heeft, omdat ze arbeidsongeschikt zijn door een lichamelijke beperking of chronische ziekte.’
Ervaringsdeskundigen
Waar Schel ook verbeterkansen ziet, is in de begeleiding van (ex-)dakloze mensen. Vooral het inzetten van ervaringsdeskundigen blijkt waardevol. ‘Ervaringsdeskundige professionals zijn, door de gedeelde ervaringen, in staat om snel een vertrouwensband op te bouwen waarin mensen zich echt gezien en gehoord voelen. Enorm belangrijk als je in zo’n kwetsbare situatie zit. Ze zijn bovendien het levende bewijs dat je ook weer uit die nare situatie kunt komen.’