Dassenparade bij opening Grotius
Het is een gemoedelijk weerzien van grijze mannen in pakken, de opening van het Grotiusgebouw vanmiddag.
Juristen onderscheiden zich van elkaar met stropdassen, blijkt tijdens de openingsrede in de collegezaal van het Grotiusgebouw, de grootste van de campus. De echte kleur moet vooral van de dames komen en die zijn er ook, maar ze bevolken niet de voorste rijen. Daar zitten prominenten als oud minister-president Dries van Agt (bruinbeige stropdas), oud-politicus en lid van het stichtingsbestuur van de universiteit Loek Hermans (lichtblauwe stropdas) en oud-collegevoorzitter Roelof de Wijkerslooth (bordeauxrood met blauwe stipjes). En verder een hele rits oud-hoogleraren, rechters, presidenten van belangrijke landelijke colleges en raden, notarissen en andere juristen.
Decaan Paul Bovend’Eert (zwart-grijze kruisjes op de das) vertelt zijn publiek dat zo’n gebouw neerzetten nog heel wat voeten in aarde heeft. Zeker voor een rechtenfaculteit die volgens Bovend’Eert bekendstaat als eigenzinnig, om niet te zeggen lastig. ‘Ik heb het idee dat wij deze reputatie volledig waar hebben gemaakt in dit project.’ Zo had de architect grote kantoortuinen in gedachten ‘terwijl wij graag ouderwetse kantoortjes wilden’. Faculteit en architect hebben er een half jaar over gesteggeld. Bovend’Eert glimlacht: ‘En we hebben onze klassieke werkomgeving gekregen.’
Er was nog een ander obstakel. Het marmer voor op de muren in de hal moest uit een piepkleine marmergroeve in Noorwegenkomen. ‘Die groeve bleek slechts een heel klein deel van het jaar toegankelijk, vanwege de langdurige bronstijd van de elanden in het gebied.’ Ook dat probleem werd verholpen, al was het kantje boord. ‘Het marmer is afgelopen week geleverd en geplaatst.’ Rest nog een voor de juridische faculteit minder eenvoudig op te lossen probleempje: ‘Het bestuursgebouw steekt nu zo sneu af tegen het Grotius.’
Special guest Geert Corstens, als president van de Hoge Raad lands hoogste rechter (felblauwe stropdas), zegt onder de indruk te zijn. Hijzelf studeerde in de jaren zestig nog rechten aan de Oranjesingel – net als zijn ouders. Twintig jaar later werkte hij als hoogleraar Strafrecht opnieuw in Nijmegen, nu in de Thomas van Aquinostraat. ‘Alles aan dat gebouw deed zijn best om het vooral níet in aanmerking te laten komen voor een architectuurprijs.’
Corstens toont zich onder de indruk van het nieuwe gebouw. ‘Het vervult me met blijdschap om te zien hoe de Nijmeegse rechtenfaculteit floreert.’ Om de faculteit meteen te wijzen op de opdracht die ze heeft te vervullen: het opleiden van de dragers van de rechtstaat van morgen. ‘Ik weet dat studenten meer in beslag worden genomen door zaken als ‘haal ik het volgende tentamen’ of ‘kan ik mijn volgende studiejaar nog wel betalen’ of ‘wie is dat leuke meisje dat mij twittert’. Dat is ook niet erg. Als het onderwijs er maar toe leidt dat de beginselen van de rechtstaat wortel schieten.’ / Martine Zuidweg