De achterblijvers op een stille campus

06 apr 2020

Zelfs op een uitgestorven campus staat het werk niet helemaal stil. Post sorteren, de deur bewaken, tentamens nakijken en het sportcentrum onderhouden – iemand moet het doen. Dit zijn de achterblijvers.

Wil Rubrech, portier Erasmusgebouw

‘Normaal doe ik allerlei klusjes rondom de balie: de post sorteren, sleutels doorgeven, de microfoon van docenten aan de praat krijgen. Nu is het alleen nog maar toegangscontrole. Ik moet zorgen dat iedereen die het gebouw ingaat zich inschrijft op een lijst bij de ingang, en uitschrijft als ze weer naar buiten gaan. Voor de veiligheid, zodat we weten hoeveel mensen er in het gebouw zijn. Dat getal geef ik elke twee uur door aan het Universitair Vastgoedbedrijf. Het gaat om ongeveer honderd mensen per dag. Bezoekers mogen er niet meer in, alleen docenten, medewerkers en externen voor onderhoud.

‘Wat ik ervan vind? Klote. Niet omdat ik liever thuis zit, hoor. Ik ben blij dat ik dit werk kan doen. Maar een werkdag van 4,5 uur voelt nu als het driedubbele. Ik maak me vooral zorgen om besmettingsgevaar, ook al zijn er genoeg maatregelen genomen zoals deze doorzichtige kap voor de balie, rubberhandschoenen en ontsmettingsmiddel. Elke keer dat ik iets aanraak waar anderen ook aan zitten – de inschrijflijst, sleutels, post – ontsmet ik mijn handen. Bij elkaar zo’n twintig keer op een dag. Ik heb een moeder van 72, ik wil niet dat ze gevaar loopt.’

Tim van Delft
Tim van Delft. Foto: Rein Wieringa

Tim van Delft, allround beheerder Radboud Sportcentrum

‘We zijn nu bezig met een grote schoonmaak op het sportcentrum. Meestal doen we dat in de vakanties als er niemand is, maar nu kan het ook. Gewoon, alle klusjes die we normaal ook doen: fitnessapparaten desinfecteren, paden vegen, kapotte deuren van kluisjes repareren, dat soort dingen. Ik was net met een collega bezig de atletiekbaan te borstelen.

‘We hebben een Excelbestand met tien pagina’s aan werkzaamheden die moeten gebeuren. In de drie weken dat het sportcentrum dicht is zijn we ongeveer halverwege de lijst gekomen. Wat er hierna op de planning staat: de materiaalbergingen uitruimen en de plattegronden bijwerken. Het is nu nog goed vol te houden, maar dat verandert als we straks alleen nog maar onkruid kunnen wieden.

‘Aan de ene kant is het fijn dat het nu zo rustig is. Normaal komen er steeds kleine klusjes tussendoor, nu kan je ongestoord aan het werk. Maar het is nu wel erg stil. Het geeft nogal een treurig gevoel. Aan het begin moest ik nog mensen wegsturen die over het hek klommen om van de lege sportvelden gebruik te maken, maar die komen ook niet meer.’

Huub Vromen. Foto: Rein Wieringa

Huub Vromen, docent-onderzoeker Taalfilosofie en Logica

‘Op deze verdieping werken normaal twintig à dertig man, nu zit ik hier met één andere collega. Ik werk ook zo veel mogelijk thuis, maar op dit moment moet ik samen met die collega tentamens nakijken. Als ik door een stapel tentamens heen ben leg ik ze op een tafel en loop ik weg zodat hij ze kan ophalen. Met digitale opmerkingen had het misschien ook gekund, maar op deze manier is het efficiënter.

‘Het is lekker rustig, maar ook ongezellig, hoewel dat ook voor thuiswerken geldt. Maar samen lunchen zit er niet meer in, alleen videobellen. De digitale colleges zijn nog het voornaamste verschil. Bij logica is het soms fijn is om iets op het bord uit te tekenen. Dat gaat nu natuurlijk niet. De vragende blikken van studenten die iets niet snappen kan ik ook moeilijk zien op het computerscherm. Maar goed, het is fijn dat de colleges kunnen doorgaan.

‘Ik maak me zorgen om sommige studenten die op kamers of bij een hospita wonen. Het lijkt me eenzaam om zo weinig contacten te hebben. Voor een week of twee is het misschien niet zo erg, maar nu wordt het langzamerhand lastiger. Op afstand kan ik weinig voor ze doen.’

Ingeborg van den Boorn. Foto: Rein Wieringa

Ingeborg van den Boorn, archiefmedewerker in het Berchmanianum

‘Ik zit nu alleen met mijn baas op kantoor. Met drie collega’s wissel ik af wie er op de campus werkt om de post te registreren en door te sturen, informatie in de lopende dossiers op te zoeken, of naar het Gymnasion te lopen waar 1,7 kilometer aan archiefmateriaal opgeslagen staat. Op dit moment gaat het vooral om taken voor het college van bestuur en Radboud Services. Het is belangrijk dat er altijd iemand van het archief is omdat wij ervoor zorgen dat zij hun werk kunnen doen.

‘Natuurlijk is het hier een stuk stiller dan normaal. Even sparren met een collega is veranderd in appen, video-overleggen en mailen. Er gebeurt hier weinig spannends meer. De rest van het Berchmanianum is ook nagenoeg leeg: alleen de dienst Personeel en Organisatie en Marketing en Communicatie zijn er nog. Ik moet zeggen dat ik mijn collega’s mis. Liefst had ik dat alles gisteren weer bij het oude was. Aan de andere kant is het makkelijker om kilometers te maken zonder geluiden om je heen. Het is nog net zo hard werken als normaal, soms zelfs harder omdat ik hier in mijn eentje zit. Het scheelt dat thuiswerkende collega’s digitaal kunnen bijspringen als het nodig is.

‘Soms krijgen we ook documenten over corona binnen om te bewaren. Het zou zomaar kunnen dat iemand zich over 30 jaar afvraagt: hoe hebben de universiteiten die crisis aangepakt? Dan ligt het hier voor ze klaar.’

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!