Tijdens de behandeling van de begroting in de universitaire gezamenlijke vergadering (UGV) is gesproken over de consequenties van de nieuwe CAO voor het onderwijs. Daarin is een salarisverhoging voor personeel opgenomen. Maar wat gaat deze salarisverhoging precies kosten? Het antwoord: 4,1 miljoen euro per jaar.

4,1 miljoen euro. Dat is een flinke onvoorziene kostenpost. Op het moment dat de begroting werd opgesteld, waren de CAO-onderhandelingen nog niet afgerond. De nieuwe CAO is zelfs nog niet officieel goedgekeurd, dat gebeurt volgende week. De effecten zijn dan ook niet opgenomen in de begroting 2013. In 2013 schrijft de universiteit (hele) zwarte cijfers: er is een exploitatieresultaat van 5,45 miljoen euro (overschot dus) begroot. De onvoorziene salarisstijging leek een flink gat in dat overschot te slaan, maar er is tevens een niet-begrote meevaller.  De begroting 2013 is opgesteld voordat het kabinet besloot de langstudeerderboete in te trekken.  Door het vervallen van de langstudeerboete ontstaat een voordeel voor een aantal jaren van ongeveer 5 miljoen euro. Op termijn komen er wel weer extra overheidsbezuinigingen. Tijdens de UGV van afgelopen maandag stelde de OR het flinke exploitatieresultaat ter discussie. Hoe betrouwbaar is een raming over meerdere jaren als er zulke grote veranderingen plaats kunnen vinden? En waren de – vrij stevige – bezuinigingen in de recente jaren wel nodig? De collegevoorzitter verdedigde de bezuinigingen en stelde dat  we ‘gelukkig moeten zijn met een onverwacht positief resultaat’. De toekomst voorspellen is in roerige economische en politieke tijden moeilijk en er komen nog zware jaren aan, betoogde Meijer. Er is tijdens de vergadering gesproken over de manier waarop de ‘pijn’ – voor de universiteit dan, voor de begroting van de individuele werknemer kunnen we natuurlijk niet van pijn spreken – van de salarisverhoging wordt verdeeld. Een deel van de last wordt betaald uit de algemene middelen, een deel moet worden gedragen door de faculteiten. Hoe de precieze verdeling er uit ziet, staat nog niet vast en wordt door het college en de faculteiten besproken en teruggekoppeld naar de UGV. De salarisverhoging is een kostenpost van structurele aard, dus met consequenties voor de volgende jaren. Jaren waarin het exploitatieresultaat naar verwachting lager zal zijn dan dit jaar. Navraag leert dat de begrotingslijn gehandhaafd blijft en er geen nieuwe bezuinigingsronde nodig is. Daarbij wordt opgemerkt dat de effecten van de relatief lagere studenteninstroom en van mogelijk nieuw kabinetsbeleid nog wel onzekere factoren zijn.  / Mark Merks