De bezetting van het Erasmusgebouw staat in een lange traditie van Nijmeegs studentenprotest

30 mei 2024

Met de bezetting van het Erasmusgebouw en de ontruiming ervan door politie en ME keerden de jaren zeventig afgelopen maandagnacht even terug aan de universiteit. ‘Het Erasmusgebouw had lange tijd slechts één ingang. Daarom was het erg aantrekkelijk om te bezetten.’

Politiemensen die zich met schild en knuppel een weg banen in het trappenhuis van het Erasmusgebouw, een groep gemaskerde studenten die hen arm in arm staat op te wachten, barricades die worden afgebroken en actievoerders die worden afgevoerd door de ME: de beelden van de ontruiming van het Erasmusgebouw, afgelopen maandag, zullen nog lang een plaats hebben in het collectieve geheugen van iedereen die betrokken is bij de Radboud Universiteit.

Met de bezetting van het Erasmusgebouw plaatsen de studenten zich in een lange Nijmeegse traditie van studentenprotest. Vooral in de jaren zeventig barricadeerden studenten vaak de deuren van universiteitsgebouwen. ‘Toen waren er een enkele keer zelfs zo’n tien bezettingen na elkaar’, zegt universiteitshistoricus Jan Brabers in zijn werkkamer in datzelfde Erasmusgebouw. ‘De laatste dertig jaar daarentegen kan ik me geen bezetting of ontruiming van deze grootte herinneren.’

Eerste bezetting

In het najaar van 1968 bezetten Nijmeegse studenten gedurende één dag de Aula van de toenmalige Katholieke Universiteit Nijmegen aan de Wilhelminasingel. ‘In analyses van linkse studenten was de universitaire studie verworden tot een instrument van de kapitalistische maatschappij, terwijl zij wilden studeren in dienst van het volk’, zegt Brabers. ‘Via onderhandelingen, gesprekken en overleg probeerden de studenten regeringsrapporten over de bestuurlijke herinrichting van universiteiten af te zwakken. Toen dat naar hun idee niet snel genoeg ging en dreigde te mislukken, gingen ze de barricaden op.’

Zo’n 700 studenten bezetten de Aula. Het protest ging de geschiedenis als de allereerste studentenbezetting van een universiteitsgebouw in Nederland. ‘Colleges werden abrupt onderbroken of afgelast, zegt Brabers. ‘Dat maakte een enorme indruk. ’s Avonds keerden de studenten terug naar huis, politie kwam er niet aan te pas.’

1969. Studenten roepen de aula uit tot discussiecentrum. Foto: Katholiek Documentatie Centrum, Nijmegen.

Een half jaar later bezetten studenten opnieuw de Aula. Ze doopten het gebouw om tot Permanent Discussiecentrum, een naam die ze op een groot spandoek aan de gevel hingen. Tien dagen lang overnachtten ze in het toenmalige bestuursgebouw, op hetzelfde moment als de beroemde bezetting van het Maagdenhuis in Amsterdam.

Op sommige bijeenkomsten in het discussiecentrum waren 1500 studenten aanwezig, zo’n 10 procent van het totaal aantal studenten op dat moment. ‘De bezetting verliep erg vreedzaam, studenten debatteerden onder elkaar en met vertegenwoordigers van het universiteitsbestuur. Dat was de democratisering in de praktijk.’

Deuren barricaderen

Maar dé hoogdagen van studentenbezettingen, dat waren de jaren zeventig. Op een bepaald moment waren er zoveel bezettingen dat toenmalig rector magnificus Frans Duynstee dreigde om de politie op de demonstranten af te sturen. ‘Dat is ook een paar keer gebeurd. Het leidde tot wrevel: studenten vonden, net als nu, dat de politie niet op de universiteit thuishoorde. Als reden daarvoor verwezen ze naar het oude rechtsbeginsel dat een rector het tuchtrecht heeft en bepaalt wat er gebeurt op de campus.’

‘Bij de krakersrellen waren er soms echte veldslagen met de politie’

Bij die ontruimingen ging het er volgens Brabers overigens wel eens minder vreedzaam aan toe dan afgelopen maandagnacht. ‘Al blijft het klein bier in vergelijking met bijvoorbeeld de krakersrellen aan het begin van de jaren tachtig. Dat waren soms echte veldslagen met de politie. Die rellen vonden trouwens niet aan de universiteit plaats, maar in de stad, al waren er natuurlijk ook studenten bij betrokken.’

Crucifixen

Ook het Erasmusgebouw, dat in 1974 de deuren opende, bood al vaker onderdak aan demonstrerende studenten. Sterker nog, het was een geliefde locatie onder actievoerders. Op de dag van de opening werd het gebouw al bezet. Drankjes, hapjes en een muziekgezelschap stonden binnen al klaar, terwijl staatssecretaris voor Onderwijs en Wetenschappen Ger Klein (PvdA) met zijn gevolg, onder wie het college van bestuur, buiten voor een gesloten deur stonden.

Lange tijd had het Erasmusgebouw maar één ingang. ‘Als je die barricadeerde, dan had je het helemaal voor jezelf’, zegt Brabers. ‘Dat is tegenwoordig veel lastiger.’ Ook de vele ramen maakten het gebouw geschikt voor studentenprotest. ‘Studenten gebruikten ze als een reclamezuil waarop ze hun eisen en stellingen konden plakken.’

Een bezetting van de universiteit in 1972. Foto: Katholiek Documentatie Centrum, Nijmegen.

Waar de bezettingen in de jaren zeventig eerder vreedzaam begonnen, was er na verloop van tijd sprake van vernielingen, waardoor de sympathie voor de demonstranten verloren ging. ‘Na een tijdje werden er spullen vermist of werden er crucifixen van de muren getrokken’, zegt Brabers. ‘Toen ontstond er wel meer wrevel, die keerde zich tegen de bezettende studenten. Op de kamerdeuren in het Erasmusgebouw werden sloten aangebracht.’

Na de jaren zeventig kwam stilaan de klad in studentenbezettingen. Door de installatie van een medezeggenschap, faculteitsraden en verkiezingen waren veel eisen van studenten ingewilligd. Ook daarna waren er nog enkele bezettingen aan de Nijmeegse universiteit, maar die wisten nooit de grote massa te bereiken.

Belangrijk verschil

De recente bezetting van het Erasmusgebouw had overigens niet alleen gelijkenissen met eerder studentenprotest, Brabers ziet ook een belangrijk verschil. ‘In de jaren zeventig gingen de bezettingen van universiteitsgebouwen over het wezen van de universiteit, over de eis tot medezeggenschap, wat de studenten ook effectief hebben gekregen. Rond 1970 haalden de studenten de buitenwereld, de maatschappij, de universiteit binnen, want ook aan de inmiddels gedemocratiseerde universiteit moest het gaan over armoede en de Derde Wereldproblematiek.’

Nu protesteren studenten volgens de universiteitshistoricus tegen iets wat minder helder met het wezen van de universiteit te maken heeft. ‘Dat is ook de reden dat ze niet de grote aantallen studenten van eerdere bezettingen weten te bereiken’, zegt hij. ‘Het protest gaat niet om de universiteit, het is iets van buiten. Natuurlijk vindt iedereen het erg treurig wat er gebeurt in Gaza, maar de relatie met de universiteit is toch een beetje dubieus. Ik ben me ervan bewust dat dat volgens de demonstrerende studenten en medewerkers niet zo is, maar als historicus vind ik het toch een belangrijk verschil met eerdere bezettingen.’

Leuk dat je Vox leest! Wil je op de hoogte blijven van al het universiteitsnieuws?

Bedankt voor het toevoegen van de vox-app!

2 reacties

  1. Steven schreef op 31 mei 2024 om 06:01

    Mooi verhaal. Historisch gezien is wellicht beter een vergelijking te maken met Hermesdorf en Brandsma die de moed hadden zich in woord en daad te verzetten tegen een genocidaal regime. Het huidige CvB tamboereert weliswaar op maatschappelijke betrokkenheid, maar verwacht dat toch eigenlijk niet.

  2. Steven schreef op 31 mei 2024 om 06:01

    Mooi verhaal. Historisch gezien is wellicht beter een vergelijking te maken met Hermesdorf en Brandsma die de moed hadden zich in woord en daad te verzetten tegen een genocidaal regime. Het huidige CvB tamboereert weliswaar op maatschappelijke betrokkenheid, maar verwacht dat toch eigenlijk niet.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!