De decaan is een vijftigplusman
HOKJESDENKERS Het meinummer van Vox staat in het teken van stereotypen. Maar wat zijn dat? In een dagelijkse serie laten onderzoekers hun licht schijnen over het denken in hokjes. Vandaag managementwetenschapper Inge Bleijenbergh over stereotiepe beelden in organisaties die ongelijkheid in stand houden.
Inge Bleijenbergh doet de deur van de faculteitsruimte voorzichtig op een kier. ‘Wij zijn bezig’, zegt een grote man die zich opstelt pal voor de deuropening. Als ze de deur weer dichttrekt, kijkt Bleijenbergh vragend: ‘En, zag je het?’
Ze doelt op de rij ingelijste portretten van voormalige decanen van de managementfaculteit, achter in de zaal. Ze zijn moeilijk te missen: zes blanke mannen, de vijftig gepasseerd, in donkere lijsten. Bleijenberghs ogen spreken boekdelen. Dit bedoelt ze nou als ze het heeft over mechanismen die de ongelijkheid in organisaties in stand houden. ‘Dit zijn mensen die we eren, ik heb alle respect voor ze. Maar je ziet wél zes mannen van ergens in de vijftig. Dit reproduceert het stereotype dat je om leidinggevende te zijn aan die kenmerken moet voldoen. ’
Titus Brandsma
Lopen over de campus met Bleijenbergh is als kijken met een nieuwe bril: je ziet dingen die voorheen waren verscholen achter een mistige waas. Neem het standbeeld van Titus Brandsma in de Thomas van Aquinostraat. Brandsma staat er al jaren zijn onschuldige glimlach te lachen, op een verhoging, in een habijt en met een dik boek in de hand. ‘Hij wordt hier neergezet als geestelijke, als iemand die altijd bezig is met het hogere, met wetenschap, niet gehinderd door praktische zaken als zorg, zoals kinderen die naar bed moeten. Dat is dan het ideaalbeeld van een wetenschapper.’ Ze pauzeert even, vervolgt dan: ‘Ik wil de helden van onze universiteit niet bekritiseren, het gaat mij erom te laten zien dat als zo’n beeld van de ideale wetenschapper té vanzelfsprekend wordt, je bepaalde groepen buitensluit.’
Bleijenbergh doet bij managementwetenschappen onderzoek naar gender en diversiteit. Maar ze bezoekt ook andere faculteiten om leidinggevenden te laten zien hoe hokjesdenken het dagelijks leven beïnvloedt. Hoe het ideaalbeeld van de wetenschapper als iemand met masculiene trekken doorwerkt in sollicitaties. Hoe mannen én vrouwen bij nieuwe hoogleraren onbewust vooral zoeken naar iemand met masculiene eigenschappen en zo alleen maar méér mannelijke hoogleraren aantrekken.
Cijfers
Maar Bleijenbergh beperkt haar adviezen niet tot de landsgrenzen. Met een Europese subsidie bezoekt ze steden in België, Duitsland, Spanje, Turkije, Frankrijk, Tsjechië om ter plekke leidinggevenden van universiteiten te laten zien hoe het hokjesdenken werkt. Dan valt op dat veel afdelingshoofden geneigd zijn te denken “Ik kan me voorstellen dat het gebeurt, maar niet bij ons hoor”.
Bleijenbergh is daarop voorbereid en komt dan op te proppen met cijfers over de doorstroming van vrouwelijke wetenschappers op het betreffende instituut. ‘Daarmee zien ze toch die ongelijkheid in hun organisatie en hoe stereotiepe beelden een rol spelen. Mijn hoop is dat ze vervolgens ook hun verantwoordelijkheid nemen: dat ze de ongelijkheid als een probleem van de organisatie gaan zien in plaats van als een probleem van vrouwen.’/ Martine Zuidweg