Niet iederen is even verslavingsgevoelig

29 mrt 2016

Voor het eerst zijn genen gevonden die een rol spelen bij het gebruik van cannabis. Een van die genen speelt ook een rol bij nicotineverslaving. Een eerste bewijs voor een erfelijke aanleg voor meerdere verslavingen.

'Waarschijnlijk zijn er genen die verslavingsgevoeligheid in het algemeen aansturen.' Vancouver Global Marijuana March 2015. Foto: Danny Kresnyak
‘Waarschijnlijk zijn er genen die verslavingsgevoeligheid in het algemeen aansturen.’ Vancouver Global Marijuana March 2015. Foto: Danny Kresnyak

De vier genen die een rol spelen bij cannabisgebruik zijn ontdekt in een studie onder bijna veertigduizend volwassenen. ‘Het is best een klus om zulke genen te vinden’, zegt hoogleraar Jacqueline Vink, gespecialiseerd in genetische kwetsbaarheid van verslaving. ‘Je hebt grote groepen nodig om significante resultaten te kunnen vinden.’ Vink heeft wereldwijd verschillende onderzoeksgroepen benaderd om maar aan genoeg deelnemers te komen. Ze verrichtte het onderzoek onder meer met collega’s van het Amsterdamse AMC en met de Vrije Universiteit. In totaal deden zeventien onderzoeksgroepen mee.

Opvallend resultaat is dat een van de vier gevonden genen ook een rol speelt bij roken en ander drugsgebruik. ‘Mensen die genetisch gevoelig zijn voor roken zijn dus ook genetisch gevoelig voor cannabis. Dat zal vaak samengaan.’ Omdat in ander onderzoek óók een verband is gevonden tussen de hoeveelheid koffie die iemand drinkt, het aantal glazen alcohol dat die persoon nuttigt én het aantal sigaretten dat iemand rookt, ligt het voor de hand om aan te nemen dat de ene persoon op basis van erfelijke aanleg verslavingsgevoeliger is dan de ander.

Middelen
Voor het eerst is daarvoor nu ook genetisch bewijs. ‘Nu we de resultaten zien, realiseren we ons dat er veel genetische overlap is tussen de verschillende middelen. Dat we misschien niet zozeer moeten zoeken naar genen die van invloed zijn op het gebruik van één bepaald middel, maar dat er naar alle waarschijnlijkheid genen zijn die verslavingsgevoeligheid in het algemeen aansturen’, zegt Vink.

Bij rookgedrag weten onderzoekers al langer dat genen bepalend zijn voor het  gevoel van beloning dat iemand ervaart na inname van nicotine. Bij de een is dat gevoel overweldigender dan bij de ander. En hoe groter het gevoel van beloning, des te sneller is iemand verslaafd. Dat maakt het voor de een ook moeilijker om te stoppen dan voor de ander. Het ligt voor de hand dat datzelfde mechanisme – met de neurotransmitter dopamine in de hoofdrol – ook een rol speelt bij andere verslavingen.

Dat een roker of cannabis-gebruiker ook gevoelig is voor andere verslavingen, is wel iets om in de praktijk mee rekening te houden, zegt Vink. ‘Je ziet dat jongeren op dit moment flink ontmoedigd worden om te gaan roken. En het werkt: ze roken minder. De vraag is alleen of de jongeren met een verslavingsgevoeligheid hun beloning in iets anders gaan zoeken, in eten bijvoorbeeld.’ / Martine Zuidweg

Vink publiceert het onderzoek samen met collega’s uit Europa en de VS deze week in Translational Psychiatry.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!