Pittige kost bij eerste vluchtelingenlezing
Nederland voor beginners, maar wel op academisch niveau. Vandaag was de eerste lezing in de serie Food for Thought, voor vluchtelingen. ‘80 procent wist ik nog niet.’
Het ‘treintje’ op zonne-energie, dat normaal dienstdoet als vervoersmiddel tussen parkeerplaats Oude Stad en de Nijmeegse binnenstad, reed vandaag van Heumensoord naar het Grotiusgebouw, en terug. De passagiers, enkelen tientallen personen, bestonden nu niet uit shoppers, maar uit asielszoekers uit de noodopvanglocatie. Zij kregen gezelschap van een klein groepje asielzoekers uit de Koepelgevangenis in Arnhem.
Zo hadden zij genoeg tijd tussen ontbijt en lunch om aandachtig te luisteren naar de eerste lezing binnen de reeks ‘Food for Thought’, georganiseerd door de juridische faculteit. Onderwerp van gesprek: Nederland en de Nederlander. Hoogleraar Criminologie Jan Terpstra sneed verschillende thema’s aan die het sociale karakter van the Dutch verklaren.
Hij zette daarbij hoog in. Dit was niet zomaar een lezinkje, dit was een academisch college van een klein uur (hoewel het woord ‘college’ door de faculteit wordt gemeden, er worden immers geen diploma’s uitgereikt). De protestantse moraal, de oorsprong van Nederland als republiek en het vroege kapitalisme van de Hollander passeerden de revue als factoren voor het moderne Nederlandse gedrag. Verzuiling, coalitiepolitiek en het poldermodel: de voornamelijk Syrische mannen weten er nu alles van.
Als ze het tenminste allemaal konden volgen. Jad (26) knikt van wel. ‘Ik heb al veel gelezen over Nederland, maar ik wist toch zeker 80 procent nog niet van wat er werd verteld.’ Zijn vriend en buurman genaamd Zen kijkt wat minder vrolijk. ‘Ingewikkeld, moeilijk’, stamelt hij.
Volgens Jad, die een bachelor bedrijfseconomie op zak heeft, is de lezingenserie een welkome aanvulling op de vrijwilligersinitiatieven die er in Nijmegen zijn gestart sinds de komst van ‘kamp’ Heumensoord. ‘Ik sta nu al twee jaar stil, maar ik wil door.’ Het liefst niet met een (bedrijfs-)economische opleiding, maar met iets creatiefs, zegt hij. ‘Liever zou ik korte films maken.’ Of hij daarvoor in Nijmegen op het goede adres is, is de vraag.
Radboudstudenten van verschillende verenigingen staan na afloop van de lezing van Jan Terpstra klaar om flyers uit te delen. De eerste persoon die op Ilse de Boer van studievereniging Babylon afloopt, vraagt of zij een baan in de aanbieding heeft. ‘Nee, dat niet – maar wel een meeloopdag’, zegt ze. Daar lijkt de beste man, de studentenleeftijd reeds lang gepasseerd, minder in geïnteresseerd. / Mathijs Noij