De grootste uitdaging: vrienden worden met een Nederlander
Veel internationals willen graag in contact komen met Nederlandse studenten. Maar dat blijkt makkelijker gezegd dan gedaan. Dat de introductieweek en de huisvesting vaak gescheiden zijn, helpt niet mee. ‘Het is gezellig, maar het heeft gewoon niks te maken met Nederland.’
De Deense masterstudent planologie Bjørn Hagen is nogal teleurgesteld in zijn introductie, afgelopen augustus. Hij had zich vanuit Denemarken opperbest voorbereid. In acht maanden leerde hij zichzelf Nederlands. ‘Elke week keek ik vanuit Denemarken naar Zondag met Lubach. Zo leerde ik de taal, maar ook allerlei gekke nieuwtjes over Nederland – zoals dat verhaal van de bangalijst. Toen kwam ik hier en zat ik ineens met alleen internationale studenten in een introductiegroep. Dat was echt een teleurstelling.’
Groepjes
Zijn studiegenoten zou Hagen later ontmoeten, op de introductiedag voor zijn master. Maar ook daar bleek een groot deel van de Nederlandse studenten niet uitgenodigd. ‘De dag was alleen voor studenten die nog niet eerder op de Radboud Universiteit hadden gestudeerd. Er waren dus wel Nederlandse studenten die uit andere steden kwamen, maar een groot deel van de groep ontbrak.’ Jammer, vindt hij, want zo liep hij opnieuw zeker de helft van de Nederlandse studenten mis.
De Japanse Sayaka Suzuki, die hier de nieuwe premaster Tourism and Culture volgt, was al eens op uitwisseling in Nijmegen. Ze keerde terug voor de stad en het goede onderwijs. Maar Nederlandse vrienden heeft ze hier nog niet gemaakt. Ook zij vindt het jammer dat de internationale Erasmus- en masterstudenten tijdens de introductieweken nog altijd gescheiden zijn van de Nederlandse studenten. ‘Daardoor is het heel moeilijk om Nederlanders te ontmoeten’, vertelt Suzuki. ‘En dat is jammer, want de introductie is eigenlijk hét moment. Over een paar maanden zijn de vaste groepjes al gevormd en is het veel lastiger om connecties te maken.’
Pauzes
Tweedejaars masterstudent Medische biologie Ashley Shih kwam vorig jaar vanuit Taiwan naar Nijmegen, speciaal voor de interdisciplinaire master die haar zo aansprak. Ook zij heeft moeite om Nederlandse vrienden te maken. ‘Veel Nederlandse studenten kennen elkaar al van hun bachelor en praten gewoon Nederlands met elkaar in de pauzes. Dan voel ik me bezwaard om hen te onderbreken. In plaats daarvan zat ik dan maar de hele pauze te luisteren naar mensen die ik niet verstond.’
Mengen met de Nederlandse studenten, voor veel internationale studenten is het een vurige wens. Maar hoe pak je dat aan? Suzuki heeft geen idee. De taal is een obstakel, maar ook het cultuurverschil speelt haar parten. ‘Nederlanders zijn veel directer dan ik gewend ben uit Japan. Dat vind ik soms best intimiderend.’
Het helpt om plekken op te zoeken waar je samen met Nederlanders kunt werken of sporten, heeft Shih gemerkt. Ze liep aan het eind van het collegejaar stage bij het Donders Instituut, waar ze meer aan small scale networking kon doen. ‘De mensen daar zijn zo aardig en tonen echt interesse’, vertelt ze. ‘Zelfs de secretaresse vroeg hoe het met me ging. Nu durf ik meer – en spreek ik ook de Nederlanders in de collegezaal gemakkelijker aan.’
Bjørn Hagen gaat vanmiddag naar de introductie van de badmintonclub. ‘Het scheelt dat ik al in veel verschillende landen heb gewoond. Ik ben het wel gewend me aan te passen. En het helpt dat ik de taal spreek, natuurlijk.’
Huisgenoten
Een ander obstakel is de gescheiden huisvesting. Een groot deel van de internationale studenten krijgt het eerste jaar een kamer via de SSH&, in een huis of op een gang met alléén maar internationals. ‘Ik wil graag Nederlands leren en meer leren over de cultuur hier’, vertelt Shih. ‘Maar die integratie gaat lastig als je alleen met internationals woont.’ Je huisgenoten zijn toch degenen die je het gemakkelijkst wegwijs kunnen maken, stelt Ruby Yu Rung Yeng, ook uit Taiwan. Ze doet de master European Spatial Planning & Sustainability. ‘Via je huisgenoten kom je van alles over de stad te weten, maar ze kunnen je ook helpen als de buurman geen Engels spreekt of als je een nieuwe ov-kaart moet kopen.’
Hagen woont met studenten uit Engeland, Spanje, Italië en Duitsland in één huis. ‘Het is gezellig, maar het heeft gewoon niks te maken met Nederland. Voor mijn gevoel zou ons huis net zo goed in Australië of China kunnen staan. Het klinkt misschien overdreven, maar ik krijg soms het gevoel dat de universiteit ons bewust gescheiden houdt van de rest.’ Tijdens zijn bachelor heeft hij een halfjaar in Duitsland gestudeerd. Daar was in elk appartement standaard ruimte voor één of twee internationale studenten. De bewoners van het appartement hadden inspraak; als iemand net Frans aan het leren was, konden ze bijvoorbeeld de voorkeur geven aan een huisgenoot uit Frankrijk. ‘Zo kan die doorloop in het huis toch ook juist een voordeel zijn?’
Dat beaamt de Portugese Dyon Pacheco, tweedejaars International Business Administration. Na een jaar in een SSH&-gebouw, heeft hij inmiddels een kamer in een huis met Nederlandse studenten. ‘Ik heb mijn huisgenoten meteen gevraagd of ze zo veel mogelijk Nederlands tegen me willen praten. Dat helpt mij bij het leren van de taal en het is gezelliger. Nederlandse studenten zijn wat vaker naar hun ouders in de weekenden, maar doordeweeks doen we veel samen.’
Hoop geld
Naast de introductieweek en huisvesting is vooral de taal een barrière, vertellen de studenten. Zo merken ze dat Nederlandse studenten vaak schroom voelen om Engels te praten. Internationale studenten leren op hun beurt juist geen Nederlands, omdat ze hier maar kort blijven. Shih was het eerste jaar zo druk met haar master, dat taallessen te veel tijd vereisten. Maar het kost ook een hoop geld, zegt ze. ‘Op veel universiteiten zijn zulke lessen gratis, maar hier kosten ze al snel honderden euro’s. Dat vind ik gek. Zeker als niet-Europese student betaal ik al zo veel collegegeld – dan is zo’n extra kostenpost een obstakel.’
De Taiwanese studente Spatial Planning Ruby Yu Rung Jeng is het gelukt. Ze heeft een paar Nederlandse vriendinnen gemaakt. Dat ze afgelopen zomer mee liep met de Nijmeegse Vierdaagse heeft daarbij zeker geholpen. Ze oefende met een paar studiegenoten wekenlang voor de tocht, ontmoette allerlei soorten mensen onderweg en leerde de omgeving van Nijmegen als geen ander kennen. En daar stond ze dan na afloop, met een bos gladiolen in haar armen. En een paar gloednieuwe vriendinnen.
Volgend jaar meer mengen
Vincent Buitenhuis, directeur van de SSH&, stelt dat huisvesting op dit moment nog noodgedwongen gescheiden is. ‘We doen ons best om naar oplossingen te zoeken, maar het punt is dat internationale studenten vaak een gemeubileerd appartement zoeken. Nederlandse studenten willen dat juist niet, en willen daar al helemaal niet extra voor betalen. Daarnaast mogen internationale studenten maar een jaar via de SSH& wonen, omdat we anders niet genoeg kamers voor ze hebben. Maar Nederlandse studenten blijven meestal juist langer; voor hen is het niet fijn steeds die doorloop in huis te hebben.’
Dat de mentorgroepen in de introductie nog steeds gescheiden zijn bij de uitwisselingsstudenten en de masterstudenten (niet bij de bachelorstudenten), is ook een noodzakelijk kwaad, zegt hoofd International Office Wessel Meijer. Dat komt omdat deze internationale studenten aparte onderdelen moeten doorlopen, zoals ‘hoe werkt het onderwijssysteem in Nederland’ en ‘hoe open je hier een bankrekening’. ‘Logistiek is het niet mogelijk gebleken om ze tegelijk met de Nederlandse studenten de intro te laten doorlopen.’ Meijer hoopt dat de logistieke problemen volgend jaar zijn opgelost. International Office spant zich ook in voor een gratis cursus Nederlands voor internationale studenten.