Zonder haar had Godzilla er heel anders uitgezien
In Nederland ontbreekt een schakel tussen wetenschap en de filmwereld. Vox interviewt via Skype de vrouw die in Amerika Hollywood in contact brengt met de onderzoekswereld. Ann Merchant: ‘Voor onderzoekers is het fantastisch om in een fictieve wereld te kunnen experimenteren.’
U bent op een feestje en iemand vraagt wat voor werk u doet. Wat is uw antwoord?
‘Ik zou zeggen dat ik al 26 jaar bij de National Academy of Sciences werk. Het is mijn taak om informatie van geleerden over te brengen op een publiek van mensen zoals ikzelf, die niet hun PhD hebben behaald. Dat klinkt wat saai, maar is het niet. Ik leid het programma The Science and Entertainment Exchange, en het leukste daaraan is dat makers van Hollywoodfilms en -series ons kunnen consulteren bij wetenschappelijke vragen. Als ik vertel dat ik vorige week met Seth McFarlene (regisseur van Family Guy en Ted, MvG) heb ontbeten, klinkt mijn baan voor mijn vrienden opeens een stuk interessanter. Mijzelf gaat het niet om namedropping. Sowieso werk ik vooral met de mensen achter de camera’s en niet met celebrities.’
Waarom vindt u het belangrijk om wetenschap naar een breed publiek te vertalen?
‘Mensen leren altijd nieuwe dingen, ook in de bioscoop. Deze week las ik tweets van mensen die The Martian (over een gestrande astronaut op Mars, nu in de bioscoop, MvG) hadden gezien en zich afvroegen of de film was gebaseerd op een waargebeurd verhaal: ‘was that guy really stuck on Mars?’ Er zijn dus mensen die niet weten dat er nog nooit mensen voet op Mars hebben gezet. Omdat films zo veel invloed op ons wereldbeeld hebben, vind ik het goed dat Hollywood aandacht aan wetenschap besteedt.’
Is het niet érg toevallig dat NASA naar buiten kwam met het nieuws van water op Mars in dezelfde week dat The Martian in première ging?
‘Er is inderdaad gesuggereerd dat NASA al een poosje weet dat er water op Mars is en de bekendmaking heeft getimed met de release van die film. Zeker is dat NASA publieke steun zoekt voor een bemande missie naar Mars en dat de populariteit van The Martian hierbij goed kan helpen. Uit onderzoek weten we dat films als The Martian een enorme invloed hebben op hoe belangrijk mensen het verkennen van de ruimte vinden.’
Dat lijkt een beetje op wat u probeert te doen met The Science and Entertainment Exchange.
‘Precies! Wij proberen filmpubliek enthousiast te maken over wetenschap. Zo denk ik dat Star Trek een grote inspiratie is voor wetenschappers. Niet omdat Star Trek enorm wetenschappelijk accuraat is, maar omdat het plot zo meeslepend is. Verhalen versterken de interesse in wetenschap. Dat effect proberen wij nog te vergroten.’
Hoe gaat dat in zijn werk? Belt Hollywood u op en vragen ze: ‘Ann, we hebben je hulp nodig?
‘Ja, zo ongeveer. Soms hebben de filmmakers geen idee hoe complex hun vraag is. De producent van Terminator: Salvation (de vierde Terminatorfilm, MvG) belde ons met een lijst vragen die qua onderwerp varieerden van computertechniek tot biologische evolutie. In zo’n geval stellen we een denktank samen van wetenschappers uit verschillende vakgebieden. Soms krijgen we ook zeer specifieke vragen. Iemand van de serie Criminal Minds wilde weten hoe lang het duurt voor iemand overlijdt nadat zijn tong met een nijptang is verwijderd. Bonusvraag was hoeveel bloed er bij zo’n moord vloeit. Televisieproducties werken razendsnel, dus we moesten meteen op zoek naar een antwoord. Een eerstehulparts die wij spraken had dit – gelukkig – nog nooit meegemaakt, maar wist het uit te rekenen. Die kennis is door de makers van Criminal Minds dankbaar aanvaard.’
Jullie hebben meegewerkt aan Thor, een stripheldenfilm over Noorse goden uit de ruimte. Niet direct een op wetenschap gebaseerd verhaal. Hoe ziet jullie bijdrage aan die film eruit?
‘Toen comic- en filmstudio Marvel ons belde over Thor was ik ook verrast. Maar de mensen van Marvel bleken gek te zijn op wetenschap en proberen zo veel mogelijk science in hun films te stoppen. Uiteindelijk is Thor een van de projecten uit mijn loopbaan waar ik het meest trots op ben. In de comics over Thor uit de jaren zestig zit een vrouwelijke verpleegkundige. Het leek ons scripttechnisch interessant om haar voor de speelfilm te veranderen in een sterrenkundige. Het personage groeide uit tot de female lead, gespeeld door Natalie Portman. Onze geheime agenda hierachter was om een sterke, vrouwelijke wetenschapper in het narratief te implementeren.’
Hoe vinden jullie de juiste wetenschappers voor een film?
‘Kennis is eigenlijk nooit het probleem: de meeste wetenschappers weten veel meer dan nodig is voor een film. Cruciaal is dan ook de manier waarop ze hun kennis communiceren. Als ik een presentatie geef, zijn er altijd een paar wetenschappers die vragen hoe ze zich bij The Exchange kunnen aansluiten. Dat ze enthousiast zijn en uit zichzelf mee willen doen is voor mij de belangrijkste kwalificatie.’
Ik kan me voorstellen dat de creativiteit van filmmakers kan botsen met de geleerdheid van wetenschappers.
‘Het is grappig dat je dat zegt, want vaak zijn scenarioschrijvers juist erg sciency. De scenarioschrijver van Prometheus, Jon Spaihts, heeft zijn opleiding gevolgd aan Princeton. De eerste versie van het script van Prometheus was overladen met wetenschap. Anderzijds is juist voor wetenschappers creativiteit erg belangrijk. Alleen zo kunnen ze nieuwe grote ontdekkingen doen. Voor hen is het fantastisch om in een fictieve wereld te kunnen experimenteren. Maar niet iedereen ziet het zo: JJ Abrams (regisseur van Cloverfield, Star Wars Episode VII, MvG) sloeg de uitnodiging af om zitting te nemen in onze board, omdat hij bang was dat de grote groep wetenschappers op zijn creativiteit zou drukken.’
Hebben jullie wetenschappers ook concreet invloed op hoe films eruit komen te zien?
‘Met meer dan twintig wetenschappers hebben we grote invloed uitgeoefend op de motoriek van het monster Godzilla in de 2014-versie van de gelijknamige film. Zonder onze evolutiebiologen was Godzilla een andere film geweest. Het was prachtig om te zien hoeveel wetenschap tot leven kan komen in een film.’
Was u zelf als kind een movie nerd of juist een science geek?
‘Een movie nerd, zeker weten. Als zevenjarige rende ik door het huis met mijn phaser (laserpistool uit Star Trek, MvG) tot iedereen er gek van werd. Ik heb meermaals geprobeerd mijn zusje ermee om zeep te helpen. Sommige wetenschappers kijken neer op films, vinden ze maar dom. Daar kan ik me aan ergeren. Ik vind films tof en denk dat je er heel diverse dingen van kan leren. Zo weet ik mensen te verrassen met mijn kennis dat de code ‘4F’ betekent dat een soldaat ongeschikt is voor militaire dienst om psychologische redenen. Dat had ik als kind in de serie M*A*S*H gezien en blijkbaar onthouden.’
Denkt u niet dat mensen een incompleet beeld van wetenschap kunnen krijgen, als ze alleen nu en dan iets uit een film oppikken?
‘We zijn altijd heel voorzichtig met het A-woord: accuraatheid. Ons doel is niet om films simpelweg accuraat te maken. The Day After Tomorrow (over een ijstijd in New York, MvG) heeft een scène waarin een wolf door het besneeuwde New York rent en ter plekke bevriest. Dat is allesbehalve wetenschappelijk accuraat, maar werpt wel de vraag op of we ons serieus zorgen moeten maken over klimaatverandering. Wie vervolgens thuis googelt op ‘klimaatverandering’ kan dan allerlei wetenschappelijk accurate artikelen vinden.’
‘Omdat we weten hoe groot de invloed van de media is, zijn we tegelijkertijd heel alert dat we geen echte onzin de wereld in te sturen. We zijn ooit gebeld door mensen die een realityserie wilden maken, geïnspireerd op The Stanford Prison Experiment (sociaal experiment uit 1971 waarin scholieren elkaar als bewakers en gevangenen moesten behandelen, hetgeen onder meer leidde tot ernstige mishandeling, MvG). Zoiets is totaal van de pot gerukt, daar helpen we niet aan mee.’
Bent u wel eens ontevreden over de manier waarop filmmakers met jullie input omgaan?
‘Oh ja, soms hoop je op beter. Neem Dwayne ‘The Rock’ Johnson (acteur, bekend van de The Fast & the Furiousserie, MvG) die op televisie trots verkondigde dat zoveel topwetenschappers hadden meegewerkt aan de mede door hem geproduceerde film San Andreus, over aardbevingen in Los Angeles. En dat terwijl nogal wat wetenschap die wij inbrachten in die film onbenullig is verwerkt. Maar we beseffen wel dat het verhaal nu eenmaal vaak belangrijker is dan de wetenschap. En ook op die film kijken we uiteindelijk goed terug, want zonder San Andreas was er nooit zoveel discussie geweest over aardbevingen.’
U vertelde dat wetenschap films vooruit helpt. Werkt dat ook andersom?
‘Absoluut. Kip Thorne, een van de wetenschapper die aan de scifi Interstellar heeft meegewerkt, zei dat die samenwerking hem heeft geholpen om sommige aspecten van zijn werk op een nieuwe manier te visualiseren. Het kijken naar de film, bracht ook zijn onderzoek vooruit. Om dergelijke wederzijdse energie te creëren, organiseren we writers’ retreats, waarin de beste scenarioschrijvers van Hollywood samen met topwetenschappers ideeën uitwerken.’
Zouden ook Nijmeegse wetenschappers een steentje bij kunnen dragen aan Hollywoodfilms?
‘Onze belangrijkste eis is dat mensen mee wíllen werken. Dat is ook een indicatie dat ze goed zijn in wat ze doen. Als je contact met ons opneemt vragen we naar je specialisme en beland je in onze database. Daarna is het een waiting game. We hebben bijvoorbeeld een expert op het gebied van sterneusmollen (googelen! MvG) in ons systeem. Die hebben we maar één keer geraadpleegd, en ik verwacht niet dat we hem snel weer nodig zullen hebben. Onderwerpen zoals tijdreizen en evolutie zijn populairder, dus als je expertise daar ligt, kan jouw kennis heel waardevol voor ons zijn.’ / Maarten van Gestel
Deze tekst verscheen ook in de special van Vox over het InScience filmfestival (4-8 november in LUX). Deze uitgave is in beperkte oplage op de campus verspreid en hier digitaal te lezen.
Peter schreef op 3 november 2015 om 11:07
En ik maar denken “Godzilla had toch helemaal geen haar?”…