De meeste hoogleraren dragen hun toga met trots, maar er heerst ook ongemak: ‘Waarom mag ik er een aan en iemand anders niet?’

12 dec 2024

Weinig kledingstukken staan zo bol van de symboliek als de toga. Alleen de allerhoogste rang der academici mag zich hullen in het professorenkleed. Veel hoogleraren dragen het met trots, zo blijkt uit een enquête van Vox. Maar is de toga nog wel van deze tijd?

Vermakelijke verbazing, soms ook wat spot. De gedachten van familie en vrienden tijdens promotieceremonies in de Nijmeegse Aula zijn vaak van de gezichten af te lezen. De pedel die zijn staf op de grond stampt, hora est! roept en een bonte stoet van hoogleraren in toga in beweging brengt richting uitgang. Op een universiteit misschien een alledaags fenomeen, voor buitenstaanders is het op z’n minst een vreemde gewaarwording.

‘Je kunt het een ouderwetse poppenkast noemen,’ zegt hoogleraar en oncologisch chirurg Hans de Wilt. ‘Als je met andere ogen naar de toga kijkt, dan ziet het er natuurlijk ook wel raar uit, zo’n jurk.’

Maar die ‘jurk’ heeft wel degelijk een functie, stelt hij. De toga schept duidelijkheid over de rol van de drager, net zoals een witte jas dat doet bij een arts en een uniform bij een militair. ‘Een piloot zou ook prima een vliegtuig kunnen besturen in een spijkerbroek, maar die draagt een pak.’

Cachet
Hoogleraren hechten, over het algemeen, veel waarde aan het kledingstuk dat bij hun academische titel hoort, blijkt uit een enquête van Vox, ingevuld door 181 Nijmeegse hoogleraren. Velen dragen ’m met trots, maar óók met (lichte) gevoelens van ongemak of gêne. Sommigen noemen het dragen van de toga een verplichting, anderen noteren vooral gevoelens van waardigheid, verantwoordelijkheid en nederigheid. Wat ook vaak terugkomt in de reacties: het beperkte comfort van de toga. Hij is ‘zwaar,’ ‘warm’ en ‘je moet oppassen niet van de trap te vallen.’ Veel hoogleraren hangen de toga na een ceremonie zo snel mogelijk weer in de kast.

‘We laten zien dat we uit naam van de wetenschap handelen en dus neutraal zijn’

Toch zouden de meesten niet zonder willen. 124 van de 181 hoogleraren (69 procent) staan negatief tegenover een afschaffing van de toga bij academische plechtigheden. 23 hoogleraren zien de toga liever wél verdwijnen, 34 hoogleraren staan er neutraal in.

Maar wat is dan die waarde van de toga, naast de eerder genoemde ‘duidelijkheid’ over wie hoogleraar is en wie niet? De woorden neutraliteit en onafhankelijkheid worden vaak genoemd. ‘We laten zien dat we uit naam van de wetenschap handelen en dus neutraal zijn,’ stelt een hoogleraar bij rechten. Een andere hoogleraar, eveneens jurist, zegt: ‘De universiteit is geen cursus- en diplomafabriek, maar heeft een unieke, onafhankelijke positie in de maatschappij. Daarbij passen eigen mores, tradities en bijpassende uitstraling.’

Veel hoogleraren zien de toga als een symbool dat ceremonies cachet geeft. Voor neurochirurg Jeroen Boogaarts is de toga cruciaal als symbool voor ‘deskundigheid, kennis en traditie.’ ‘Het [dragen van de toga] vertegenwoordigt de eerbied voor het onderwijs en de wetenschap, en versterkt de plechtige aard van academische ceremonies. Bovendien bevordert de toga een gevoel van gemeenschap en verbondenheid onder academici.’

De aanwezigheid van toga’s bij promoties straalt af op de promovendus. Die wordt door de klederdracht en andere rituelen in de oude universitaire traditie geplaatst. De meeste familie en vrienden waarderen dat, en de promovendus vaak ook. ‘Als je de toga’s afschaft, haal je de kracht van de bijzondere bijeenkomst weg’, vindt Ria Nijhuis, emeritus hoogleraar Paramedische Wetenschappen. Of zoals hoogleraar mensenrechten Jasper Krommendijk zegt: ‘Als je alle rites en tradities weghaalt, wat blijft er dan nog van over?’

Afstand
De andere kant van de medaille is dat toga’s heel expliciet uiting geven aan de hiërarchie op universiteiten. ‘Enerzijds geeft de toga extra cachet en de gasten van buiten de academische wereld vinden het altijd wel leuk en bijzonder,’ schrijft Marcel Verbeek, hoogleraar Neurodegeneratieve aandoeningen. ‘Anderzijds heeft het ook wel iets elitairs en ouderwets, wat de afstand tussen wetenschap en de maatschappij vergroot.’

Wie met een nietsvermoedende blik een academische plechtigheid bezoekt en sommige mensen in toga ziet rondlopen, kan denken: zij zijn de echte geleerden en die anderen niet. Voor een universitair (hoofd)docent met een jarenlang opgebouwde expertise is dat op z’n zachtst gezegd niet leuk.

‘Het is een symbool dat geworteld is in een tijd waarin mannen de dienst uitmaakten op de universiteit’

Sommige hoogleraren voelen zich daar uiterst ongemakkelijk bij. Statistiekhoogleraar Jeanine Houwing-Duistermaat bijvoorbeeld. Zij draagt de toga liever helemaal niet, maar als enige vrouwelijke hoogleraar bij wiskunde voelt ze het als een plicht om de vrouwen te representeren. ‘Anders zitten er dus echt alleen maar mannen in toga. Dat wil ik ook weer niet.’

Toen Houwing-Duistermaat zo’n vijftien jaar geleden haar Leidse toga aanschafte, was ze daar nog wel trots op. Dat gevoel ebde met de jaren steeds verder weg. Inmiddels zou ze niet opnieuw een dure toga aanschaffen. ‘Moeten we nu werkelijk zo’n verschil maken tussen een hoogleraar en een universitair hoofddocent? We doen grotendeels hetzelfde werk – we begeleiden promovendi, nemen zitting in commissies. Waarom mag ik dan een toga aan en iemand anders niet?’

Illustratie: JeRoen Murré

Houwing-Duistermaat ziet de toga als een ding uit het verleden. ‘Het is een symbool dat geworteld is in een tijd waarin mannen de dienst uitmaakten op de universiteit. En dat is tegenwoordig, helaas, nog steeds grotendeels het geval.’ Dat vrouwelijke hoogleraren net zo goed een toga aan mogen als mannen, doet daar maar weinig aan af, vindt zij.

Volgens de statistiekhoogleraar is de maatschappij de afgelopen decennia bovendien veranderd, terwijl de universiteit vast probeert te houden aan oude tradities. ‘Wat stralen we daarmee uit?’ Het maakt de kloof tussen universiteit en maatschappij volgens haar alleen maar breder.

Iedereen professor
Houwing-Duistermaat staat niet alleen in haar ongemak. De Jonge Akademie, bijvoorbeeld, startte in 2023 een campagne onder de titel Iedereen professor! Daarin wijst het landelijke collectief van jonge academici erop dat universitair (hoofd)docenten grotendeels dezelfde plichten hebben als hoogleraren, maar niet dezelfde rechten. Ze mogen niet standaard een toga dragen of een promovendus tot doctor promoveren, noch de titel professor voeren, zoals in Angelsaksische landen gebruikelijk is.

Op dit vlak zijn de afgelopen jaren wel veranderingen doorgevoerd. Sinds 2017 is het toegestaan om universitair (hoofd)docenten het ius promovendi te verlenen: het recht om een promovendus de doctorstitel toe te kennen. Omdat universitair (hoofd)docenten toch al vaak het leeuwendeel van de begeleiding voor hun rekening nemen, kunnen zij maar beter ook de credits krijgen voor hun werk, is het idee.

Op de Radboud Universiteit gaan de faculteiten daar behoorlijk verschillend mee om, bleek dit jaar na onderzoek van de Radboud Jonge Akademie. Bij de medische en de bètafaculteit heeft zo’n 40 procent van de universitair hoofddocenten het promotierecht. Aan de Faculteiten der Letteren, Managementwetenschappen en Sociale Weten- schappen ligt dit aandeel rond de 20 procent.

Aan andere universiteiten, zoals in Delft, Maastricht en Groningen, zijn ze veel toeschietelijker met het verlenen van de het promotierecht, bleek uit een inventarisatie van twee jaar geleden in opdracht van het ministerie. De Radboud Jonge Akademie pleit daarom voor een Nijmeegse inhaalslag en alle UHD’s die al enkele keren succesvol een promotie hebben begeleid, het ius promovendi te geven. De Nijmeegse universiteit beraadt zich op dat voorstel.

(Schijn)gelijkwaardigheid
Een andere, meer symbolische maatregel is sinds dit collegejaar wel al van kracht. Niet alleen de hoogleraren, maar ook de UD’s en UHD’s die lid zijn van de promotiecommissie mogen nu een toga dragen tijdens de verdediging van een proefschrift. De universiteit wil zo de gelijkwaardigheid binnen een promotiecommissie uitdrukken.

‘Bij een ceremonie als deze is het fijn als iedereen een toga draagt’, vindt Lotte Jensen, hoogleraar Nederlandse literatuur- en cultuurgeschiedenis. ‘Dat schept gelijkwaardigheid. Het geeft de promotieplechtigheid een nog feestelijker karakter. Het is bovendien fijn om het onderscheid tussen hoogleraren en niet-hoogleraren op te heffen bij dit soort zittingen. Iedereen die een vraag stelt, draagt dan een toga.’

Bijna de helft (48 procent) van de Nijmeegse hoogleraren zegt, net als Jensen, positief tegenover deze verandering te staan. 27 procent van de hoogleraren vindt dat het dragen van de toga voorbehouden moet blijven aan hoogleraren. Een kwart van de respondenten is neutraal.

‘De symboliek van de hoogleraar gaat hiermee verloren’

Hoogleraar Hans de Wilt heeft hier een andere opvatting over dan Jensen. Hij vindt het een onzinnige maatregel. ‘Tijdens oraties en bij de opening van het­ academisch jaar dragen alleen hoogleraren een toga en bij promoties opeens niet. Dat vind ik gek. Je creëert er een schijngelijkwaardigheid mee’, zegt hij. ‘De symboliek van de hoogleraar gaat hiermee verloren.’

De Wilt is niet de enige hoogleraar die er zo over denkt. Volgens zijn collega Pim Assendelft (Preventie in de zorg) heeft een hoogleraar een bepaalde rol en wordt die uitgedrukt in het dragen van de toga. Mogen ook anderen de toga aan, dan blijft er van de toga niet veel meer over dan een verkleedkostuum.

Een promotie aan de Radboud Universiteit. Foto: Dick van Aalst

Ten slotte heb je nog de hoogleraren die tegen de uitbreiding van het recht om de toga te dragen zijn, maar met een heel andere argumentatie. ‘Voor mij is het heel simpel: hoogleraren hebben een toga, niet-hoogleraren niet’, zegt Jacqueline de Graaf, hoogleraar bij Radboudumc Health Academy.

Als de toga niet meer voorbehouden blijft aan hoogleraren, kan de universiteit beter helemaal stoppen met deze traditionele kledij, vindt De Graaf. ‘Gelijkwaardig- heid komt niet tot uiting in het wel of niet dragen van een toga, maar in de wijze waarop we met elkaar omgaan, hoe we elkaar zien, hoe we samenwerken. Mijn motto: weg met de hiërarchie: op naar vitaal teamwork met de menselijke maat en in dialoog met elkaar.’

Of, zoals psychologiehoogleraar Roos Vonk zegt: ‘Het zou beter zijn als niemand een toga draagt. Maar als er dan toch per se toga’s moeten zijn, laat dan alsjeblieft alleen hoogleraren daaronder lijden. Anders zijn er straks nog meer van die ondingen!’

Leuk dat je Vox leest! Wil je op de hoogte blijven van al het universiteitsnieuws?

Bedankt voor het toevoegen van de vox-app!

4 reacties

  1. Student a/d managementfaculteit schreef op 13 december 2024 om 15:28

    Jammer dat in het artikel geen verwijzing wordt gemaakt naar de – in mijn ogen – 21e eeuwse opvolger van de toga: de Radboudhoodie. Aanvankelijk vooral populair onder internationals, onlangs is zelfs opperhoofd Wigboldus erin gespot. Voor een prikkie kan iedereen hem ophalen in EOS, lekker egalitair.

  2. Kevin schreef op 13 december 2024 om 18:01

    Ik snap nogsteeds het probleem niet helemaal om eerlijk te zijn. Draag die toga toch gewoon lekker. Er komen steeds meer vrouwen bij en dan wordt ie vanzelf van deze tijd. Ik hoop wel dat de toga een exclusieve skin blijft voor hoogleraren, en niet wordt uitgebreid als een soort troostprijsje voor mensen die het niet lukt om zo ver te komen. Je gaat toch ook geen zwarte band geven aan een beginnend judoka . Je kan altijd andere skins maken speciaal voor lagere rangen.

    • Student schreef op 17 december 2024 om 11:17

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!