‘De Nederlandse mode bestaat niet’
Klompen met naaldhakken en jurken met afbeeldingen die ook op Delftsblauwe bordjes staan. Het kan niet Hollandser, zou je zeggen. Toch is er geen eenduidig beeld van de Nederlandse mode, zegt Maaike Feitsma die vandaag promoveert op het proefschrift Nederlandse mode? Een verkenning van mythevorming en betekenissen.
Maaike Feitsma bestudeerde heel wat jaargangen van de traditionele damesbladen als Margriet en Libelle. Ze zag daarin het beeld oprijzen van Nederlandse mode als sober, praktisch, ontdaan van opsmuk. Maar in de avant-gardetijdschriften van begin deze eeuw duikt een totaal ander beeld op van Nederlandse mode. Uitbundig, kleurrijk, met verwijzingen naar traditioneel Hollandse symbolen. Neem de ontwerpen van Viktor en Rolf, van Spijkers & Spijkers en Oilily. Dé Nederlandse mode bestaat niet, zegt Feitsma dan ook. ‘De rijke schakering aan modevertogen toont hoe het concept ‘Nederlandse mode’ vol zit met overlappende en tegenstrijdige betekenissen.’
Land van spijkerbroeken
‘Er zijn heel veel mythes over wat Nederlands aan onze mode zou zijn. Volgens een van die mythes zou Nederland een denimland zijn, land van spijkerbroeken, met Amsterdam als denimstad. Dat steeds meer jeansmerken zich hier vestigen, speelt waarschijnlijk een rol. En de tentoonstelling over jeans in het Centraal Museum anderhalf jaar geleden ook. De spijkerbroek past wel bij de Nederlanders: het is praktisch, want staat overal bij, en je kunt er gemakkelijk mee op de fiets. ‘Maar in feite zijn spijkerbroeken natuurlijk helemaal niet typisch Nederlands’, zegt Feitsma.
Feitsma stelt in haar proefschrift vijf heersende Nederlandse modemythen centraal. Ze demonstreert daarmee hoe ideeën over de relatie tussen Nederlanders en hun mode een rol spelen in de constructie van de Nederlandse identiteit. / Martine Zuidweg