‘De nieuwe dokter’ kent chaotische start
De eerste lichting studenten die het nieuwe curriculum volgt aan de medische faculteit, is alles behalve tevreden. ‘Omdat het zo chaotisch verloopt, is de studie minder leuk.’
De medische faculteit heeft dit studiejaar een nieuw curriculum ingevoerd, waarin het draait om ‘de nieuwe dokter’. Studenten hoeven niet enkel meer zo snel mogelijk medische kennis op te doen, ze moeten zich ook inleven in de patiënt en vanaf het begin meteen praktijkervaring opdoen. Inmiddels is het nieuwe curriculum drie maanden onderweg en regent het klachten.
Robin Lempkens (18) en Meike van Soest (17) voelen zich een beetje voorgelogen. Lempkens: ‘Ik heb een meeloopdag gedaan die echt niet te vergelijken is met hoe het nu is. Van tevoren wist ik ook niet dat het curriculum zo drastisch zou veranderen, anders was ik naar Utrecht gegaan.’
Van Soest vindt het vooral lastig dat het onderwijs zelf ingepland moet worden. ‘Bepaalde vakken zitten vaak al vol, dan kun je later pas beginnen. Het komt voor dat je een hoorcollege hebt in week één, maar het responsiecollege pas in week acht.’ Ze denkt dat de veranderingen te snel zijn ingevoerd. ‘Het doel vind ik namelijk wel mooi: zelf uitzoeken wat je wilt leren. Maar omdat het zo chaotisch verloopt, is de studie wel minder leuk.’
Motivatieboost
De 22-jarige geneeskundestudent Iris Brummelman is zich bewust van het commentaar. Ze hoort om haar heen eerstejaars klagen dat te veel onderwerpen in één blok worden gestopt, waardoor het moeilijk is alles op tijd te beheersen. ‘Sommige mensen willen volgend jaar zelfs naar een andere stad gaan om daar verder geneeskunde te studeren’. Dat geldt niet voor Brummelman zelf, die zegt het fijn te vinden dat ze dankzij het nieuwe curriculum al veel contact heeft met patiënten.
Voor geneeskundestudent Tijn Jurcka (19) is die confrontatie met de patiënt een motivatieboost. Hij wil graag plastisch chirurg worden, en vindt het patiëntcontact erg leerzaam. ‘Juist nu ik zie wie de patiënten zijn, ben ik nog meer gemotiveerd om te studeren en de tentamens te halen.’ Maar tevreden is de arts in spe nog niet over het curriculum. ‘Organisatorisch kan het echt een stuk beter, maar veel ben ik er niet mee bezig – ik studeer gewoon door.’
Opstartproblemen
Onderwijsdirecteur Roland Laan erkent de opstartproblemen. ‘Studenten moeten zichzelf nu inschrijven voor contactonderwijs en die momenten zelf indelen. Het systeem dat we hanteren is nieuw.’
Er zijn wel degelijk genoeg plekken voor studenten om het kernonderwijs te volgen, stelt Laan. ‘Alleen niet allemaal op een bepaald tijdstip. Maar er zijn genoeg opties. Het onderwijs is overigens niet verplicht, de toetsen halen wel. Hoe studenten dat doen, mogen ze zelf bepalen.’
Studenten hebben volgens Laan ook moeite met het vinden van de juiste informatie. Zo zijn bijvoorbeeld de studieboeken een struikelblok voor menig student aan de faculteit. ‘Maar de studenten hebben elektronisch gratis toegang tot de boeken, dat hebben we ze verteld. Toch kunnen ze het niet vinden. We moeten dus zorgen dat de informatie beter blijft hangen.’
Laan wijst erop dat aan het begin van het studiejaar uitgebreid is stilgestaan bij het nieuwe curriculum. Ook kregen aankomende studenten volgens hem wel een beeld van de inhoud, ondanks dat ze meeliepen met studenten van het oude curriculum. ‘Volgend jaar lopen scholieren wel mee met studenten die studeren volgens de nieuwe methode. En we blijven steeds nadenken over hoe we de kwaliteit kunnen verbeteren voor volgend jaar, en die jaren daarop.’ / Kelly Janssen