Promoverende leraar laveert tussen klas en universiteit

01 mei 2018

Eerder deze maand kregen 32 leraren speciale promotiebeurzen uitgereikt van NWO. Met deze subsidies kunnen zij de aansluiting tussen scholen en universiteiten versterken. Drie Nijmeegse laureaten aan het woord. ‘Het etiket ‘hobby’ is er wel echt vanaf.'

Promoveren, dat doe je als je een wetenschappelijk carrière wilt, toch niet als je voor de klas staat? Niets is minder waar. Elk jaar beginnen tientallen docenten uit het voortgezet onderwijs en hbo aan een promotietraject dat zij uitvoeren naast het lesgeven op school.

De overheid heeft speciale subsidies in het leven geroepen voor deze deeltijdpromoties. Meer hoogopgeleiden voor de klas is goed voor het onderwijs, is het idee, en bovendien versterkt het de aansluiting tussen (hoge)scholen en universiteiten. Zo kent het ministerie van Onderwijs het DUDOC-programma (Didactisch Universitair onderzoek door DOCenten uit het Voortgezet Onderwijs) en heeft NWO de Promotiebeurs voor Leraren. Eerder deze maand deelde NWO deze Promotiebeurzen voor de elfde maal uit. Met de subsidie kunnen 32 leraren twee dagen in de week vijf jaar lang promotieonderzoek doen.

Twee van de drie Nijmeegse laureaten vertellen over hun plannen op de Radboud Universiteit, en een oud-promovendus deelt zijn ervaringen.

Astrid Wijnands (53), docent Taalkunde aan de Hogeschool Utrecht, gaat promoveren op het gebruik van taalkundige theorieën in grammaticaonderwijs.

‘Op school zijn we vooral bezig leerlingen aan te leren wat goed of fout Nederlands is. Maar taalregels zijn in de praktijk niet zo strikt als op papier. We vinden het geen probleem om iemand ‘een hele fijne dag’ toe te wensen, ook al moet je taalkundig gezien eigenlijk ‘een heel fijne dag’ zeggen. En ‘een meisje die fietst’ is tegenwoordig gangbaar; maar weer niemand vindt dat ‘die meisje’ klopt.

Astrid Wijnands.

Ik wil deze taalwerkelijkheid in de klas brengen om leerlingen, met name in de bovenbouw van het vwo, na te laten denken over de logica achter taalnormen. Welk doel zit er achter een bepaalde taalregel? En hoe wordt hier onder taalkundigen over gediscussieerd? In mijn promotieonderzoek ga ik kijken of deze methode de reflectieve denkvermogens van leerlingen verbetert. Stiekem hoop ik dat ze het vak Nederlands ook leuker gaan vinden. Dat is mijn verborgen agenda, haha.

Op de conferentie Het Schoolvak Nederlands woonde ik ooit een presentatie van Peter-Arno Coppen bij over dit onderwerp. Na afloop zei ik: ‘Als ik ooit wil promoveren, dan is het hierop.’ ‘Wanneer kun je beginnen?’ antwoordde hij toen. Aanvankelijk was ik buitenpromovendus, later hebben we samen deze subsidieaanvraag geschreven. Nu heb ik ook geld voor mijn onderzoek. Het etiket hobby is er wel echt vanaf.

Tijdsbewaking blijft een uitdaging. Het is laveren tussen lesgeven en onderzoek doen. Het vergt veel van je, zeker omdat ik ook nog echtgenoot en moeder ben. Maar met wetenschap bezig zijn geeft veel inspiratie. De onderzoeksgroep bij de Radboud Docenten Academie is ook ontzettend leuk. Ik ga altijd met een glimlach naar Nijmegen.’

 

Tijmen Weber (26), docent aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), begint in september aan een promotieonderzoek over internationalisering in het hoger onderwijs.

‘Ik ga niet zeggen of internationalisering nu goed of  verkeerd is. Ik breng alleen de studentenstromen in kaart: waar komen internationale studenten vandaan en waar gaan ze naartoe? Wel ga ik onderzoeken waarom sommige landen zoals Engeland veel meer buitenlandse studenten krijgen dan anderen. Verbazingwekkend genoeg heeft nog niemand precies uitgezocht hoe dat komt. Wat is bijvoorbeeld precies de rol van deze landen, maar ook die van de onderwijsinstituten zelf?

Tijmen Weber.

Ik heb het onderzoeksvoorstel samen geschreven met Florentin Popescu, een collega van de HAN die nu mijn dagelijks begeleider wordt. Toen pas ben ik een promotor gaan zoeken op de universiteit. Daar deed ik ook mijn Master, Social and Cultural Sciences. Ik nam eerst contact op met het hoofd van de afdeling waar ik afstudeerde, die stuurde me door naar Maarten Wolbers. Hij was meteen enthousiast en wordt straks mijn promotor. Gelukkig is mijn voorstel meteen de eerste keer gehonoreerd.

Ik heb altijd al het plan gehad om te promoveren, maar ik kreeg na mijn afstuderen een baan op de hogeschool. Eerst gaf ik statistiek en onderzoeksvaardigheden, nu doe ik ook project- en scriptie-ondersteuning. Toch bleef het kriebelen. Gelukkig biedt de HAN veel ruimte voor professionele ontwikkeling.

De HAN heeft ook zelf baat bij de onderzoeksuitkomsten. Als we bij mijn faculteit International Business meer internationale studenten willen, dan weten we straks beter wat we daarvoor moeten doen. Al hebben we nu ook al veel buitenlandse studenten, uit Aziatische landen zoals India, China en Bangladesh, maar ook uit Afrika en Zuid-Amerika.

Het zal ongetwijfeld zwaar worden om het promoveren te combineren met mijn werk op de hogeschool, maar ach, dat merk ik vanzelf wel. Ik zie het juist wel zitten. Het lijkt me veel leuker dan alleen maar aan je PhD werken. Dat lijkt me veel eenzamer.’

 

Micha Ummels (40) is docent biologie bij de Nijmeegse Scholengemeenschap Groenewoud en vakdidacticus aan de Universiteit Utrecht. Hij promoveerde eind 2014 aan de Radboud Universiteit op een DUDOC-project over het beter overbrengen van lesstof door meer context te bieden.

‘Door een promotietraject ontwikkel je een onderzoekende houding, zeg ik wel eens. Ik zie nu makkelijker de grote lijnen, kan beter logisch redeneren. Dat merk ik zowel in de klas als op schoolniveau. Stel dat er bijvoorbeeld een lagere doorstroom is van, zeg, klas drie naar vier. Vaak is de oorzaak van zo’n probleem nog niet eens bekend, en dan worden er al oplossingen aangedragen. In plaats van meteen op basis van je intuïtie te handelen, vraag ik nu: hoe komen we er achter wat het werkelijke probleem is? Je wordt kritischer.

Micha Ummels. Foto: John Voermans.

In mijn promotieonderzoek keek ik naar hoe je lesstof bij het vak biologie beter kunt overbrengen door leerlingen verschillende perspectieven in te laten nemen. Concept-context onderwijs, heet dat. Kijk naar de relatie tussen alcohol en gezondheid, wat onlangs weer in het nieuws was. Dat kun je als leerling bekijken vanuit de blik van een journalist die de wetenschappelijke publicatie leest. Welke informatie is voor hem relevant? Maar je kunt het ook vanuit jezelf bekijken: wat betekent het voor jou, moet je nu minder gaan drinken? Of vanuit onderzoekers: wat zou een goed vervolgonderzoek zijn? Door die verschillende invalshoeken wordt de stof relevanter voor de leerlingen en blijft die beter hangen, is het idee.

Promoveren naast lesgeven werkt alleen als je leidinggevende je de ruimte geeft en begrip heeft voor je onderzoekswerk. Dat je niet voortdurend terug naar school hoeft te komen voor vergaderingen, bijvoorbeeld. Dat was niet altijd goed geregeld bij andere leraren die tegelijk met mij begonnen met hun promotie. Een derde viel dan ook af.

Mijn promotietraject was niet altijd makkelijk. Soms heb je aan het eind van de dag maar één zin op papier staan, ook al heb je de hele dag gelezen of nagedacht. Je moet continu jezelf motiveren. Voor de klas staan gaat meer vanzelf. Dat geeft aan het eind van een dag een voldaan gevoel. Toch zou ik het zo weer doen, promoveren.’

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!