De strijd van Marc Klein Wolt voor een megatelescoop in Namibië

11 jul 2022

Na de eerste foto van het zwarte gat midden in de Melkweg, willen astronomen nog meer beelden gaan maken, met een nieuwe telescoop in Afrika. Aan sterrenkundige Marc Klein Wolt de taak om deze bovenop een Namibische berg te krijgen. Ook de lokale bevolking moet meeprofiteren – maar niet iedereen is enthousiast. ‘We hebben straks permanent bewaking nodig.’

‘Waarskuwing!! Groot wild vir volgende 12km. Ry asseblief versigtig’, maant een opschrift op het zwarte stalen toegangshek van de weg naar Robin Hurts landhuis, aan de voet van de Gamsberg in centraal Namibië. De waarschuwing is niet overdreven – nog geen minuut later schieten twee gemsbokken voor de auto de weg over. Later die middag komen ook springbokken en witte en blauwe gnoes voorbij, als Hurt zijn tienduizend hectare grote landgoed laat zien in zijn beige Toyota Hillux. Hier organiseert hij foto- en jachtsafari’s voor toeristen: ‘Jullie oude Prins Bernhard was ooit een van mijn klanten’.

Ook lopen er beschermde dieren rond op zijn minireservaat, zoals luipaarden en cheeta’s. Die mogen niet geschoten worden, maar zitten in een soort privé-beschermingsprogramma. Op dit afgelegen terrein – kilometers weg van de hoofdroute tussen Windhoek en Walvisbaai – lopen ze veilig rond, buiten het zicht van kwaadwillenden.

Maar de vraag is hoe lang nog. Astronomen van de Radboud Universiteit zijn namelijk van plan een grote radiotelescoop te bouwen op de 2347 meter hoge top van de Gamsberg. De weg over Hurts terrein is de beoogde toegangsweg. Een groot probleem, zegt hij aan zijn eettafel, die uitkijkt over de drooggevallen rivierbedding voor zijn landhuis. ‘Straks wonen we opeens aan een doorgaande weg, toegankelijk voor iedereen.’ Dus ook voor stropers, een Namibisch hoofdpijndossier. In de eerste 9 maanden van 2021 werden bijna 400 mensen opgepakt die het gemunt hadden op beschermde dieren. ‘We maken ons zorgen’, zegt Hurt. ‘En de communicatie vanuit het telescoopproject is slecht. We zouden elk kwartaal een update krijgen, maar we hebben al twee jaar niets gehoord.’

Bizarre fenomenen

Het was groot nieuws, afgelopen 12 mei. Sterrenkundigen was het gelukt om een foto te maken van het zwarte gat in het hart van de Melkweg, de kosmische woonplaats van ons zonnestelsel. Een vlekkerige oranje donut op meer dan 26 duizend lichtjaar van de aarde, 4 miljoen keer zwaarder dan de zon. Het is pas de tweede foto ooit, na de baanbrekende foto in 2019 van het zwarte gat in sterrenbeeld M87.

Zwarte gaten zijn een van de meest bizarre fenomenen in het universum. Hun massa en zwaartekracht zijn zo groot, dat ruimte en tijd vervormd raken en zelfs licht niet kan ontsnappen. Om ze op de foto te zetten, keken wereldwijd acht telescopen van het Event Horizon Telescope-netwerk (EHT) tegelijkertijd naar de sterrenhemel – alleen dan was de resolutie net voldoende. Hoogleraar astrodeeltjesfysica Heino Falcke, die het idee ooit bedacht, verwierf er wereldfaam mee.

Marc Klein Wolt. Foto: Elisa Maenhout

Nu willen Falcke en zijn team verder. In de toekomst moeten er filmpjes gemaakt worden van zwarte gaten. Zo kun je pas echt goed de eigenschappen en ontstaansgeschiedenis van deze astronomische fenomenen onderzoeken. Maar daarvoor is wel een extra telescoop nodig, die een extra pixel toevoegt aan het kosmische fototoestel. De Namibische Gamsberg is hiervoor de uitgelezen plek, vertelt Radboudastronoom Marc Klein Wolt tijdens een persconferentie op de University of Namibia UNAM op 12 mei. ‘De luchtvochtigheid is laag en in zuidelijk Afrika mist nog een telescoop binnen het EHT.’

Klein Wolt is binnen Falckes onderzoeksgroep degene die deze Africa Millimeter Telescope (AMT) moet realiseren. De Radboud Universiteit heeft net 12 miljoen euro toegezegd aan het project. Daardoor heeft Nijmegen straks zijn ‘eigen’ telescoop, wat Falcke’s strategische positie binnen het wereldwijde EHT-team sterker maakt. Deze maand mei is Klein Wolt met een viertal Nederlandse teamleden twee weken in Namibië om belangrijke spijkers met koppen te slaan, een uitgelezen moment om hem van nabij te volgen. ‘Eind 2025 kan de AMT er staan’, denkt de astronoom. Als alles op zijn plek valt, tenminste. Want de neuzen van telescopen dezelfde kant op laten wijzen is makkelijker dan die van de mensen op de grond.

Alleen al de logistieke uitdagingen zijn gigantisch: het ontbreekt de bergtop aan stromend water, elektriciteit en internet. De enige toegangsweg is een 3,5 kilometer lang zenuwslopend zandpad vol haarspeldbochten waar een fourwheeldrive een uur over doet en dat afgelopen jaar, tijdens de hefstigste regenperiode in tien jaar, volledig is weggespoeld. Bovenop de berg groeit het zeer zeldzame plantje Euryops walterorum, dat een milieuvergunning kan blokkeren. En onderaan wonen Hurt en een ander boerengezin die niet op activiteit zitten te wachten in hun achtertuin.

Oliemannetje

Het mag dan onbegonnen werk lijken, de geboren Tukker Klein Wolt oogt geknipt voor deze Herculestaak. Hij houdt van schier onmogelijke uitdagingen over de grens, is energiek, toegankelijk en denkt eerder pragmatisch dan bureaucratisch. Vier jaar geleden lukte het hem om een Nederlands meetinstrument mee te laten liften op een Chinese maansatelliet. Als een oliemannetje gaat de 47-jarige universitair docent in Namibië van afspraak naar afspraak: hij spreekt overheidsfunctionarissen, lokale wetenschappers, advocaten die helpen met contracten en bedrijven die misschien financieel bij kunnen dragen

Maar zit Namibië zelf wel op zo’n telescoop te wachten? Het Afrikaanse land staat 130ste op de Human Development Index van de Verenigde Naties (VN), het heeft wel prangendere problemen. Westerse wetenschappers die een plek op de wereldkaart prikken om hun hobby uit te oefenen, dat riekt naar neokolonialisme. Namibië is pas sinds 1990 onafhankelijk van Zuid-Afrika en heeft een complexe relatie met een andere voormalige kolonisator, Duitsland, dat er genocide pleegde. Grote stukken Namibisch grondgebied zijn nog in bezit van Duitse nazaten, het Max Planck Instituut (MPI) is eigenaar van de Gambsbergtop.

‘Wetenschap leidt altijd tot innovatie, dat komt ons hele land ten goede’

‘Wat heeft Namibië aan die telescoop?’, is prompt de eerste vraag van een Namibische journalist tijdens de persconferentie bij UNAM. ‘Dit wordt een telescoop in Namibië, vóór Namibië’, antwoordt Klein Wolt. Het is de bedoeling dat het land meeprofiteert, benadrukt hij. Zo is de telescoop maar de helft van de tijd nodig voor het internationale zwartegatenonderzoek, de andere helft mag de UNAM er zelf onderzoek mee doen. Die universiteit krijgt straks het beheer in handen en kan zo een eigen generatie sterrenkundigen en technici opleiden op hoog niveau, is het idee. Zoals Lott Ndeyanale (29), die dankzij Europees geld net begonnen is met promotieonderzoek binnen het telescoopproject. Een geweldige kans, zegt de jonge natuurkundige zelf, die geboren werd in een dorpje in de buurt van Ongwediva, richting de grens met Angola.

En toch: is dit niet neokolonialisme met een wetenschappelijk sausje? Nee, de telescoopplannen moet je zien als wetenschappelijke sámenwerking en ontwikkeling, vindt UNAM-vicepresident Kenneth Matengu. Niet voor niets heeft de Radboud Universiteit een samenwerkingsconvenant afgesloten met UNAM. ‘En wetenschap leidt altijd tot onverwachte innovatie, dat komt ons hele land ten goede’, benadrukt de vicepresident. ‘In de toekomst hoopt Namibië deel uit te maken van de jacht op zwarte gaten’, twittert ook Mekondjo Kaapanda-Girnus, de Namibische ambassadeur voor de Benelux.

Alternatieve sterrenbeelden

Ook via sterrenkunde-onderwijs wil Klein Wolt iets concreets teruggeven aan Namibië. De komende jaren moet een opblaasbaar planetarium langs basis- en middelbare scholen in heel Namibië reizen. De 42-jarige Joanna Holt van sterrenkunde-onderzoeksvereniging NOVA geeft daartoe een paar dagen training aan UNAM-studenten, onder wie promovendus Ndeyanale. Zo kunnen zij straks zelfstandig presentaties geven met de professionele projectie-apparatuur, die ook het Omniversum in Den Haag gebruikt.

Holt wordt bijgestaan door sterrenkundestudent Maaike Pierik (25), voor wie de schoolpresentaties onderwerp zijn van haar stage bij de FNWI-afdeling Science in Society. Ze heeft Namibische bètastudenten geïnterviewd over hoe zij denken dat de planetariumvoorstelling het beste aan kan sluiten bij Namibische kinderen, qua sterrenkundeonderwerpen die aan bod komen. ‘We willen dat dit project over 10 jaar ook nog draait’, legt de student uit. Een van de plannen is om in de toekomst ook traditionele Namibische kennis over de sterrenhemel te kunnen tonen in de koepel, zoals de alternatieve sterrenbeelden die sommige volkeren hier hanteren.

Eén van de schotels bij sterrenkundige onderzoeksfaciliteit HESS, een alternatieve locatie voor de nieuw te bouwen telescoop. Foto: Elisa Maenhout

Maar deze week in mei is Pierik vooral praktische zaken aan het regelen. Contact leggen met scholen waar ze een presentatie mogen komen geven, toestemming verkrijgen van het Ministerie van Onderwijs, planningen maken, ze doet het voor een masterstudent allemaal met indrukwekkend gemak. Wat daarbij mogelijk helpt, is dat ze als kind een aantal jaar in buurland Angola woonde, vanwege haar vaders werk.

En zo zitten op een dinsdagochtend twintig kinderen in blauw-witte schooluniformen op klapstoeltjes te wachten voor een vijf meter brede koepelvormige opblaastent midden op het schoolplein van de Jan Jonker middelbare school. Het is alsof een opblaasbare ufo is geland tussen de groen-witte muren van deze school in het noorden van Windhoek, waar de geur van briketten het schoolterrein opwaait vanaf de eetstalletjes op straat.

Eenmaal in de koepel vliegen de oh’s en ah’s door de lucht, als de Melkweg plots boven het hoofd van de kinderen verschijnt. Later tonen Holt en Ndeyanale ons eigen zonnestelsel van bovenaf. ‘Mercurius, Venus, aarde, Mars…’, dreunen de kinderen op in koor. Aan vragen geen gebrek, ondanks de oplopende hitte in de volle Namibische najaarszon. ‘Als je van het internationaal ruimtestation afspringt, hoelang duurt het dan voordat je op de grond bent?’, vraagt Mariam (‘bijna 14’). En: ‘Is er leven op Mars?’

De sterrenkundeles voegt absoluut iets toe aan het onderwijs, zegt Mariams natuurkundedocent Flanan Sikopo als we weer buiten staan. ‘Concepten als het zonnestelsel zijn zo abstract. Wat we net zagen is hoe het er echt uitziet, dat blijft veel beter hangen. Al zou het fijn zijn om dingen ook te kunnen koppelen aan problemen op aarde, zoals milieuvervuiling.’

Pijnpunten

Klein Wolt is blij met de planetariumlessen, zegt hij de volgende dag. ‘Dat onderwijs op de rit krijgen is mijn belangrijkste doel deze week.’ Toch gaat niet alles vlekkeloos. Zo kosten de trainingen meer tijd dan gedacht. Holt: ‘In Nederland leiden we acht mensen op in twee of drie uur.’ Hier duurt het langer, onder meer omdat niet alle studenten van jongs af aan gewend zijn aan computers.

Een ander probleem waar het Nederlandse team tegenaan loopt is dat de Namibische samenwerkingspartner Rössing – een organisatie die door het hele land scholen langsgaat met mobiel praktijkonderwijs – niet altijd doet wat ze belooft, zoals het regelen van vervoer. Datzelfde geldt voor sommige mensen van de UNAM, die naar Klein Wolts smaak de discussies met de kritische boeren bij de Gamsberg uit de weg gaan. De astronoom: ‘Dat moet UNAM oplossen als lokale partner, ik doe al zoveel voor het project’.

De pijnpunten van de twee lokale boeren zitten vooral op het vlak van communicatie en criminaliteit, leert een huisbezoek aan hun boerderijen. ‘We hebben niks tegen de telescoop’, benadrukt Robin Hurt aan zijn eettafel, waaraan ook buren Nicki en Sunja Van Heerden zijn aangeschoven. ‘Maar wij hebben het gevoel dat onze bezwaren laag op de prioriteitenlijst staan.’ Hij is met name bang voor stroperij en criminaliteit. Nu, zegt Hurt, woont hij relatief veilig en onder de radar, op een lastig te bereiken plek ver van de hoofdweg C26, zonder bewegwijzering naar zijn land.

‘We hebben straks permanent bewaking nodig, het zijn nietsontziende criminele bendes’

Dat wordt anders als de toegangsweg opgeknapt wordt. En onder de tientallen bouwlieden die aan de weg moeten gaan werken, redeneert hij, zijn er altijd wel een paar die stropers in hun netwerk hebben. ‘We hebben straks permanent bewaking nodig, het zijn nietsontziende criminele bendes.’ Hij wil het liefst financiële compensatie, zijn buren eveneens. Nicki Van Heerden: ‘Nu lijkt iedereen van het project te gaan profiteren, van universiteit tot bouwbedrijven, behalve wij.’ Bovendien zal een deel van de toeristen wegblijven als het verkeer toeneemt, vreest Hurt. ‘Ik heb gehoord dat er zelfs een hotel op de bergtop gepland staat. Maar mijn gasten komen hier voor de uitgestrekte leegte.’

Die uitgestrektheid voel je nog meer op het erf van de Van Heerdens, 10 kilometer verderop aan de weg naar de Gamsberg. De onverharde toegangsweg naar hun terrein is alleen met een fourwheeldrive begaanbaar. Nicki: ‘We zijn niet rijk, maar hebben een goede kwaliteit van leven’. In 1928 kocht Nicki’s grootvader, een witte Afrikaner uit zuidelijk Afrika, de boerderij. Met zijn vrouw Sunja houdt de boomlange veertiger Bonsmarakoeien, ze leven van het vlees en de fok.

Sinds ze een paar jaar geleden hoorden dat hun toegangsweg belangrijk zou worden voor de telescoopplannen, zitten ze in de stress. Zeker toen wegwerkers onaangekondigd overal markeringen kwamen aanbrengen. Nicki: ‘Ik heb ze toen verjaagd’. Met een geweer in de hand, zou het verhaal gaan onder de wegwerkers. Onder meer vanwege alle onzekerheid hebben de Van Heerdens hun boerderij inmiddels te koop staan.

Hoe hoger, hoe beter

Die telescoop kan best elders in het land neergezet worden, vinden de boeren. In Namibië is immers zoveel ruimte, als op een na dunstbevolkte land ter wereld. Maar de ene plek is de andere niet, legde Klein Wolt eerder al uit. Hoe hoger, hoe beter, is het adagium. Klein Wolt: ‘Dan is de luchtvochtigheid namelijk lager.’ En dat is goed, want vocht in de lucht absorbeert het radiosignaal dat van zwarte gaten afkomstig is, een beetje zoals een zonnebril een deel van het zichtbare licht tegenhoudt.

Desondanks verkennen Klein Wolt en zijn team ook een alternatieve locatie: HESS, een sterrenkundige onderzoeksfaciliteit van het Duitse Max Planck Instituut, 30 kilometer ten oosten van de Gamsberg – maar ook 500 meter lager. Vijf huizenhoge rode schotels bestuderen daar elke nacht de hoge energiestraling afkomstig van supernova’s en quasars. Logistiek gezien ideaal: elektriciteit, water en internet zijn er al, net als een beheerdersgebouw. Bovendien ligt het aan de doorgaande grote weg C26.

‘Ja, hier is alles’, erkent Klein Wolt, als hij over het terrein wandelt met collega-astronomen van UNAM en de Zuid-Afrikaanse NW University. ‘Deze locatie is ook 6 miljoen euro goedkoper. En achter die heuvel daar zou de AMT niet interfereren met de metingen van de vijf andere telescopen.’ Toch heeft de platte Gamsbergtop de voorkeur van hemzelf en hoogleraar Heino Falcke. ‘De lagere luchtvochtigheid bovenop is uiteindelijk altijd beter voor de wetenschap die we willen doen.’

‘Er zijn nog altijd zorgen, maar er lijkt weer een weg voorwaarts’

Aan het eind van zijn werkbezoek aan Namibië gaat Klein Wolt dan toch bij de boeren langs, nadat ze hem onverwacht een mailtje hebben gestuurd. Het gesprek is emotioneel, vertelt Klein Wolt naderhand, maar het doet de ijzige verhoudingen enigszins ontdooien. Nicki van Heerden ontzenuwt het gerucht dat hij met een geweer achter de wegwerkers aan zou zijn gegaan. Klopt niets van, zegt hij stellig. Klein Wolt zet ook dingen recht, zoals over het hotel bovenop de berg, dat eveneens een fabeltje is.

Daarnaast vertelt hij dat de HESS-locatie serieus in beeld is als alternatief. Misschien kan een grotere telescoop daar compenseren voor de hogere luchtvochtigheid. Dan moeten de Van Heerdens wel akkoord gaan met een tijdelijk meetinstrument bovenop de berg, om te bepalen wat het verschil is. Prima, zeggen Nicki en Sunja, zolang het maar contractueel goed geregeld wordt.

‘Er zijn nog altijd zorgen, maar er lijkt weer een weg voorwaarts’, vertelt die laatste een paar dagen na het bezoek aan de telefoon. Ook Robin Hurt is positiever gestemd, mailt hij. ‘We hebben met zijn allen afgesproken dat we de samenwerking een nieuwe start geven.’

Een versie van dit artikel stond eerder in de Volkskrant.

Leuk dat je Vox leest! Wil je op de hoogte blijven van al het universiteitsnieuws?

Bedankt voor het toevoegen van de vox-app!

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!