De student anno 2019: te veel keus, te weinig tijd

15 feb 2019 ,

Gewoon niet op de site van DUO kijken, dan weet je ook niet hoeveel schuld je hebt. Het is een overlevingsstrategie van de leenstelselstudent. Hoe om te gaan met stress? Dat ligt ingewikkelder. Vox legde een panel een rijtje stellingen voor over studeren anno 2019. ‘Hoe meer je nu doet, hoe groter de kans dat je later een goede baan krijgt.’

Het maakt nogal wat uit of je rechten studeert of biologie, zo blijkt. Een wereld van verschil als je het bijvoorbeeld hebt over prestatiedruk. Op tafel ligt de eerste stelling:

Stelling 1: Succesvol studeren is hoge cijfers halen

Arie Boel, tweedejaarsstudent rechten, kan het alleen maar beamen. ‘Bij rechten word je geacht hoge cijfers te halen, zeker in de master. Ben je niet afgestudeerd met mooie cijfers, dan kom je bij de goede advocatenkantoren niet binnen. Of je moet op een andere manier uitblinken, met een dubbele master ofzo.’

Zelf doet Boel ook zijn uiterste best om uit te steken boven de grote kudde rechtenstudenten – de Radboud Universiteit alleen al telt er 3264. Want bij een groot advocatenkantoor werken is ook zijn ambitie. ‘Je kunt beter hoog mikken, je ambities bijstellen kan altijd nog.’

Hij is actief binnen studievereniging JFV, werkt bij de Rechtswinkel ’s-Hertogenbosch en is faculteitsmanager (een soort locatiemanager) van AthenaStudies, dat tentamentrainingen verzorgt voor rechtenstudenten. ‘Zo kan ik straks aan mijn werkgever laten zien wat ik allemaal in huis heb. Dat is ook de instelling die veel andere studenten op onze faculteit hebben. Daar word je toch in meegesleept.’

Nee, dan Lars van Dijk, tweedejaars biologiestudent. ‘Ik studeer gewoon voor mezelf en ik denk dat de meesten van ons die instelling hebben. Cijfers maken me helemaal niks uit. Ik ben heel tevreden met een 5,5, dat is een voldoende.’ Zolang hij zelf maar weet dat hij de stof begrijpt.

Als hij later het onderzoek ingaat, heeft hij ook niet veel aan boekenkennis, zo redeneert hij. ‘Wanneer je als onderzoeker als eerste een onbekend eiwit voor je neus krijgt, moet je uitvogelen wat het is. Dan gaat het om inzicht, niet om al die kleine feitjes.’

Zet acht studenten met verschillende achtergronden en interesses om tafel en je krijgt al snel een levendig gesprek. Het geeft een aardig beeld van wat het betekent om te studeren anno 2019. Over de altijd op de loer liggende sociale media, over de onvermijdelijke studieschuld, over de voordelen van thuis wonen, de stress van het bindend studieadvies (‘ik vind het juist motiverend’), de mate van idealisme van studenten anno 2019, de vele keuzemogelijkheden van nu en de inzinking die daarop soms volgt.

Twee panelleden wonen nog bij hun ouders. Politicologiestudent Mike van Diemen (derdejaars) omdat hij als GroenLinks-raadslid in Cuijk ook in die plaats moet wonen. Intussen vindt hij het best fijn om zijn was gewoon in de wasmand te kieperen, om die weer gevouwen in zijn kast terug te vinden.

Voor Arie Boel is er geen noodzaak om op kamers te gaan. ‘Ik woon in Arnhem en ben in een half uur van deur tot deur. Ik ken iemand in Nijmegen die er langer over doet.’ Daar komt bij dat zijn buitenlandse reizen met studievereniging JFV weinig euro’s overlaten voor kamerhuur. ‘Ik ga in mei naar Toronto en reken maar dat dat veel geld kost.’

Stelling 2: Studeren is van je vrijheid genieten

Willemijn Smit, die zowel wiskunde als rechten studeert, onderschrijft de stelling. ‘Hoewel ik bij rechten wat meer verplichtingen heb, kan ik bij wiskunde echt mijn eigen tijd indelen. Alle colleges worden opgenomen en werkgroepen zijn niet verplicht. Buiten de tentamenperiodes heb ik alle tijd om leuke dingen te doen.’

Thomas Keulemans, actief bij Changing Perpective en filosofiestudent, geniet al zeven jaar met volle teugen van zijn vrijheid. ‘Voor mij is studeren één grote ontdekkingstocht. Ik wil het liefst zo veel mogelijk kennis vergaren om een eigen wereldbeeld te vormen.’ Al gaat hij nu wel een punt achter zijn studie zetten en de wereld buiten de wetenschap verkennen.

Maar voor Mike van Diemen is al die vrijheid wel een dingetje. ‘Ik kan moeilijk nee zeggen’, zegt hij een beetje beschaamd. Dat uitte zich een jaar terug in een hele stapel nevenactiviteiten, te veel eigenlijk. ‘Toen na de verkiezingen bleek dat ik in de gemeenteraad zou komen, moest ik echt prioriteiten stellen. Raadslid zijn staat sindsdien bij mij bovenaan.’

‘Toen ik net ging studeren vond ik dat ik alles aan moest pakken’

‘Op de universiteit heb je veel kansen om dingen naast je studie te doen, dat is een hele mooie vrijheid’, zegt Sarah Karsten, voorzitter van de Nijmeegse Studenten Honoursvereniging. ‘Je kunt je bij allerlei verenigingen aansluiten, je kunt je op allerlei manieren ontplooien. Ik vind Honours erg leuk. Je komt in aanraking met andere vakgebieden en mensen die je anders niet zou ontmoeten. Maar de keerzijde van al die mogelijkheden is dat je het heel erg druk kunt krijgen. Het is de vraag of je je dan nog wel vrij voelt.’ Zelf vindt ze het sowieso moeilijk om keuzes te maken, dan doe je al snel te veel tegelijk. ‘Soms denk ik: wat doe ik mezelf eigenlijk aan?’

Ali Aljarrah, student bestuurskunde en topsporter Brazilaanse Jiu-Jitsu, zit naast Sarah al een poosje heftig te knikken. ‘Precies zoals je zegt: je hebt zo veel vrijheid en je wilt overal bij zijn. Maar als je dat doet heb je natuurlijk ook overal verplichtingen. Je studententijd is het deel van je leven met de meeste vrijheid. Daarvóór heb je de middelbare school, erna een baan. Nu ben je vrij en mag je al die leuke dingen doen. Toen ik net ging studeren vond ik dat ik alles aan moest pakken.’

En dat deed hij ook, met beide handen. Een bestuursjaar bij de studentensportraad NSSR, terwijl hij gewoon verder studeerde en bleef trainen als topsporter, brak hem in zijn derde jaar op. Toch is het achteraf ergens goed voor geweest: ‘Na zo’n jaar ga je een zelfreflectiemomentje houden, zo van: wat is nou echt belangrijk voor mij? Dus ga je prioriteiten stellen. Zo groei je als student en ook als mens.’

Foto’s: Leoni Andriessen

Sander van der Goes, fractievoorzitter van AKKUraatd in de universitaire studentenraad en student geografie, planologie en milieu, weet er alles van. Ook hij liep tegen zijn grenzen aan. De oorzaak was bestuurswerk in combinatie met voetballen op hoog niveau. Een jaar geleden zat hij er goed doorheen. ‘Ik kon niet meer slapen, had last van mijn maag en kreeg geen hap meer door mijn keel. Mijn hoofd tolde. Het was echt een nare periode.’

Hij stootte activiteiten af en dwingt zichzelf nu om rustiger aan te doen. ‘Het idee is dat je studenten moet behoeden voor fouten. Ook mijn ouders zeggen vaak dat ik mezelf niet te veel op de hals moet halen. Maar het is niet verkeerd om een keer flink tegen de muur te lopen. Als je ambitieus bent en veel wilt, is het goed eens te ervaren wat je níét kan. Juist in je studententijd moet je je grenzen leren kennen, omdat je van adolescentie naar volwassenheid gaat. En dat is wat bij mij gebeurde.’ Nuchter: ‘Ik denk dat ik in die zin nu al geslaagd ben voor mijn studie.’

Stelling 3: Een studieschuld vind ik niet erg

Studeren staat tegenwoordig bijna gelijk aan je in de schulden steken. ‘Er is niet veel keus’, zegt wiskundige in spe Willemijn Smit. ‘Als je studeert, gaat dat gepaard met lenen. Bij wiskunde maken de meesten zich daar niet zo druk om. Ze hebben het gevoel dat ze later wel een baan krijgen waarmee ze de studieschuld terug kunnen betalen’, zegt ze, ‘maar ze maken zich wel zorgen over de hoogte ervan. Ik zal zelf ook niet snel maximaal gaan lenen.’

‘Ik kreeg geen hap door mijn keel, mijn hoofd tolde’

Bij rechten is de schuld ook geen issue, is Boels indruk. ‘Je moet gewoon zo min mogelijk op de site van DUO kijken, is bij ons het credo, dan weet je ook niet hoeveel schuld je hebt.’ De andere studenten barsten in lachen uit. De jurist: ‘Nou, zo is het wel. Ik sprak laatst iemand met tachtigduizend euro schuld. Maakte hem helemaal niks uit.’

Zelf vindt hij dat je vooral zo veel mogelijk uit je studententijd moet halen, zelfs als je daarvoor veel moet lenen. ‘Hoe meer je nu doet, hoe groter de kans dat je later een goede baan krijgt.’

Thomas Keulemans maakt zich wel zorgen. Het leenstelsel vermindert de toegankelijkheid van een universitaire studie, zegt hij. ‘Heel wat mensen kunnen überhaupt niet studeren, omdat hun ouders financieel niet kunnen bijspringen.’ Je krijgt zo een steeds homogenere groep studenten op de universiteit, is zijn overtuiging, en daar is de samenleving uiteindelijk niet bij gebaat.

Sarah Karsten ziet een tweede gevolg. Zij merkt dat studenten minder snel iets naast hun studie gaan doen. ‘Je wilt geen uitloop, want dan moet je extra lenen.’ Smit vult aan: ‘Bij FNWI (de bètafaculteit, red.) hebben we al jaren moeite om kandidaten voor de facultaire studentenraad te vinden. Studenten hebben volop ideeën over wat beter kan op de faculteit, maar durven zich niet een jaar lang ervoor in te zetten. Dat vind ik jammer.’ Sander van der Goes: ‘Veel verenigingen krijgen hun besturen en commissies niet gevuld. Dat is inderdaad jammer, want juist de verenigingen binden de studenten aan de universiteit.’

Stelling 4: Het BSA is ook een fijne stok achter de deur

Ook het bindend studieadvies (BSA) weerhoudt studenten om veel naast hun studie te ondernemen, denkt de AKKUraatd-voorman. ‘Terwijl je jezelf daarmee juist zo goed ontwikkelt.’ En het BSA geeft eerstejaars extra stress, weet hij. ‘We hebben een enquête gehouden bij AKKUraatd. Een derde van de eerstejaars bleek in de eerste periode al stress te hebben door het vooruitzicht van het BSA. Daar schrokken we van. Het is gewoon geen goed middel om studenten te stimuleren.’

Bij jurist Arie Boel vindt onze stelling wél weerklank. ‘Bij ons ligt het BSA op 45 studiepunten. Dan denk je: ik moet meteen laten zien wat ik kan. Dus ga je vanaf het begin hard aan de studie. Zo werkt het BSA motiverend.’ Boel zag door het BSA snel een tweedeling ontstaan: ‘Tussen degenen die het halen en degenen die het niet aankunnen of die de motivatie missen.’

De scheidslijn is nu veel te hard, vindt Van der Goes: ‘Haal je het BSA niet, dan mag je gewoon niet verder. Ik zou liever zien dat een studieadviseur je in een gesprek een dringend advies geeft: ‘Hé, je mist twee vakken, waar komt dat door’?’

Bestuurskunde heeft beide opvattingen met elkaar verenigd, zegt Aljarrah. ‘Als in januari blijkt dat je je BSA niet lijkt te gaan halen, dan krijg je een gesprek met de studieadviseur.’ ‘Klopt’, reageert Van der Goes. ‘Maar stel, je haalt het uiteindelijk nét niet? Dan moet je gewoon weg. Hoe jammer is dat?’

Het BSA en het leenstelsel maken de student van nu ‘onverschillig en apolitiek’, meent Thomas Keulemans. Welnee, reageert Mike van Diemen. ‘We doen bij politicologie wel eens zetelpeilingen voor de Tweede Kamer, en dan gaan er vijftig zetels naar zowel GroenLinks als D66. Dus dat links-activistische is er nog steeds. Alleen, de meeste studenten doen er niks mee. Uit tijdgebrek, denk ik.’ Bij biologie merkt Lars van Dijk eenzelfde activisme. ‘Genoeg studenten bij ons zijn begaan met het milieu en laten dat ook héél duidelijk merken.’

Stelling 5: Sociale media houden me van mijn studie

Instagram, Snapchat, Whatsapp. Sociale media zijn net zo normaal voor hedendaagse studenten als fietsen en tentamens maken. Maar ze hebben er ook een haat-liefdeverhouding mee. ‘Je vergelijkt jezelf continu met anderen’, vertelt Ali Aljarrah. ‘Al je vrienden laten zich op Instagram van hun beste kant zien. De feesten die ze bezoeken, de reizen die ze maken maar ook de cijfers die ze halen. Dan denk je: waarom kan ík me geen vakantie naar Thailand veroorloven?’

Zelf deed Aljarrah er overigens net zo hard aan mee, geeft hij toe. ‘Je wilt delen wat je meemaakt en bent daarna benieuwd naar de reacties.’Erg herkenbaar, beaamt Willemijn Smit. ‘Veel vriendinnen van de middelbare school zijn nu klaar met hun bachelor. Zij nemen een tussenjaar of gaan naar het buitenland. Als je die foto’s ziet voorbijkomen is het lastig je daar niet mee te vergelijken.’

Pas als ze bewust offline gaat, merkt Sarah Karsten voor hoeveel stress sociale media kunnen zorgen. ‘Soms zet ik de wifi gewoon uit, bijvoorbeeld als ik moet leren voor tentamens. Dat heb ik echt nodig.’ Raadslid Van Diemen is wel altijd bereikbaar, zegt hij, vanwege zijn politieke functie. ‘Als er iets gebeurt, moet de krant mij als raadslid om een reactie kunnen vragen. Je wilt voorkomen dat ze iemand anders gaan bellen.’

Bioloog Van Dijk lijkt de enige van het gezelschap die geen last heeft van FOMO ofwel fear of missing out (dixit Karsten). Zijn telefoon laat hij regelmatig op zijn kamer achter. ‘Waarom zou ik hem in ’s hemelsnaam meenemen als ik boodschappen ga doen?’ Zelfs van Instagram is de bioloog afgestapt. ‘Ik werd er helemaal gek van.’ Het exhibitionistische van de app is niet aan hem besteed. ‘Wat maakt mij het nou uit wat jij eet?’

Maar ja, hij heeft weer een andere tijdrovende hobby: gamen.

De Vox-special over de student anno 2019 ligt vanaf vanmiddag in de bakken. Hij is ook online te lezen. De animatie is gemaakt door Liselotte Noordhuizen.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!