De vele gezichten van Oranjesingel 42

27 jun 2019

Van corpshuis naar mensa en politiek-cultureel centrum: driekwart eeuw speelde de Oranjesingel 42 een belangrijke rol in het Nijmeegse studentenleven. Auteur Wilfried Uitterhoeve tekende de geschiedenis op van het pand. ‘Alles kon en alles mocht in O42’, zegt hij over het laatste kwart van de vorige eeuw.

In de jaren zestig, zeventig en tachtig was Wilfried Uitterhoeve vaak te vinden in de Oranjesingel 42. Hij werd er ontgroend, at bijna dagelijks in het eetcafé en was medeoprichter van het Filmhuis.

In Oranjesingel 42 tekent hij het verhaal op van het pand dat achtereenvolgens in handen was van aristocraten, corpsstudenten, soldaten, mensagangers, activisten en – vooral – van politiek-cultureel centrum O42. Maandenlang dook hij onder in de archieven van onder andere Carolus Magnus, de Radboudstichting en Centrum O42.

‘Ik houd van boeken waarin aan de hand van één pand, familie of straat een historisch verhaal wordt verteld’, zegt Uitterhoeve in zijn tuin in Nijmegen-Oost. ‘Met dit boek heb ik een bescheiden bijdrage kunnen leveren aan het genre: Oranjesingel 42 geeft een indruk van bijna honderd jaar studentenleven, studentenbeweging en jongerencultuur.’

Een impressie van het boek in zeven etappes.

1. De voorgeschiedenis: Een herenhuis aan de Oranjesingel

Het pand aan de Oranjesingel 42 wordt in 1894 gebouwd in opdracht van jonkheer G.C.J. van Reenen, een telg uit een Amsterdams patriciërsgeslacht op zoek naar een waardige residentie in Nijmegen. Het wordt een flink pand met een lage parterre en een hoge bel-etage (hoofdverdieping bij voorname huizen, red.), veel groter dan de andere huizen aan de Oranjesingel.

De Oranjesingel in 1900, gezien vanaf het Keizer Karelplein. Beeld: Regionaal Archief Nijmegen.

Familie en gasten komen binnen langs een rijk bewerkte deur. Het dienstpersoneel krijgt een ingang aan de zijkant en werkt vooral in de keuken, mangelkamer en in de grote kelders. Van Reenen zelf werkt in de parterre. Op de bel-etage heeft de familie een suite met een salon en een eetzaal die zich uitstrekt tot aan de veranda. Op de tweede verdieping zijn de slaapvertrekken voor de ouders en de twee kinderen, de personeelsleden slapen onder het dak.

In 1908 vertrekt Van Reenen naar Baarn, waar zijn zoon burgemeester is geworden. Het pand wordt aangekocht door de Nijmeegse advocaat P.S. Scheers, die er vijftien jaar lang woont en werkt.

2. Carolus Magnus koopt het pand

Wanneer in 1923 de Roomsch-Katholieke Universiteit in Nijmegen wordt opgericht, zijn de eerste studenten op zoek naar een manier om zich te organiseren. Nog datzelfde jaar richten zij het Nijmeegsch Studenten Corps Carolus Magnus op, waar bijna alle studenten die zich aan de universiteit inschrijven automatisch lid van worden.

De vereniging koopt het huis aan de Oranjesingel 42 voor 25.000 gulden. ‘De studenten hebben diep in de buidel moeten tasten’, zegt Uitterhoeve. ‘Wellicht hadden ze de steun van rijke ouders en van de Radboudstichting.’

De voorgevel van het pand, in 1925 versierd ter gelegenheid van de officiële ingebruikneming. Foto: Regionaal Archief Nijmegen.

Over de invulling van het pand lopen de meningen uiteen tussen de meer aristocratische en de meer sociale studenten. ‘De corporalen of sociëteitsjongens – de sociëteit was toen nog exclusief voor mannen – wilden het liefst een feestelijk ingericht pand. De naam van de sociëteit moest voor hen zelfs op de champagnekoeler staan. De meer sociale studenten vonden dat zonde van het geld.’

Tientallen jaren bekvechten studenten over de vraag hoe studenten zich moeten gedragen in het pand. Wie is er welkom? Waar moet de ontgroening zijn? Tot hoe laat in de avond moet het pand toegankelijk zijn voor vrouwen? Tot diep in de jaren vijftig houden de discussies aan.

3. WO II: Wehrmacht en YMCA

Kort na het begin van de Tweede Wereldoorlog vallen de Duitsers Nijmegen binnen. In 1942 eisen de Duitse bezetters dat er aan de Oranjesingel 42 een bordje komt met opschrift ‘Verboden voor Joden’ – een principekwestie, want er zijn geen Joodse studenten in Nijmegen.

Het bestuur van het corps geeft toe, maar laat het bordje aanbrengen aan de zijingang, waar het regelmatig wordt afgerukt. Wanneer de politie namens de bezetter eist dat het bord aan de voorgevel wordt aangebracht, weigeren de rector en de aartsbisschop om mee te werken. Het bestuur haalt het bord weg en laat het Corpsgebouw sluiten.

Toegangsbewijs voor het YMCA in Oranjesingel 42. Particuliere collectie.

De Duitse Wehrmacht eist het pand op en brengt er een ontspanningscentrum in onder voor de gewone manschappen – niet voor de officiers. ‘Over die periode is niet zoveel bekend’, zegt Uitterhoeve. ‘Wellicht gebruikten ze het pand om te borrelen en te feesten. Na de oorlog trof men een uitgewoonde bende aan met hakenkruizen aan de muur.’

Wanneer de Duitsers verdreven zijn, komt het pand in handen van geallieerde soldaten. Nijmegen is op dat moment een uitvalsbasis voor tienduizenden manschappen die zich opmaken om Duitsland in te trekken. Het centrum wordt gerund door de YMCA, een Amerikaanse welzijnsorganisatie die zich met veel geld inzet voor het religieuze, morele en sociale welzijn van de Amerikaanse soldaten.

4. Van corpshuis naar mensa

Na de oorlog is de Oranjesingel 42 opnieuw tien jaar lang een uitvalsbasis voor het ouderwetse corps- en sociëteitsleven, alsof het nooit anders is geweest. In 1956 verhuist de sociëteit, die de meer aristocratische studenten vertegenwoordigt, naar een barak op Mariënburg. Het idee om de sociëteit los te maken van het corps, is afkomstig van de latere premier Dries van Agt, in die jaren praeses van het corpsbestuur.

De mensa in 1965. Foto: Bart Kraal.

Omdat het aantal studenten in die jaren sterk toeneemt, wordt de mensa van de universiteit te klein. De achterzaal van het pand aan de Oranjesingel wordt omgebouwd tot refter. ‘Het was er erg druk’, zegt Uitterhoeve. ‘Eetcafés had je destijds niet. Het was dit of thuis een boterham eten. Drie gangen kostten 3,25 gulden – ongeveer anderhalve euro. Daarvoor kreeg je een kwak eten op je bord. Verder was het een vrij smakeloze hap. Alle groenten werden plat gekookt (lacht).’

5. Naar een politiek-cultureel centrum O42

In de jaren zestig wordt het traditionele Nijmeegse studentencorps weggevaagd onder linkse druk. De N.S.C. Carolus Magnus wordt omgevormd tot de Unie van Studenten Nijmegen, die voortaan de belangen van studenten behartigt.

Aankondigingsbord uit 1980 met de hoofdgebruikers van O42. Foto: Jan van Teeffelen.

In 1970 verhuist de mensa naar de Archipelstraat en komt de Oranjesingel 42 leeg te staan. De drukkerij van de Stichting Studentenpers Nijmegen, die vooral werkt voor de Socialistiese Uitgeverij Nijmegen (SUN) vestigt zich in de kelder van het verder wat desolate pand. In die tijd trekt een groep activisten in het gebouw. Zo ontstaat langzaam het idee voor een politiek-cultureel centrum. De naam: O42.

In de voormalige mensa zijn films en theatervoorstellingen, politieke debatten, schrijverscafés en optredens van derdewereldmuziek. ‘Het was een zeer bonte en zeer levendige tijd. Er gebeurde elke avond wel iets. In die beperkte ruimte was er één grote zaal en twee cafés die elkaar dwars zaten qua geluid. Op een gegeven moment waren er wel zestig vrijwilligers die elke avond iets opbouwden en afbraken.’

Uitterhoeve is zelf één van de drie oprichters van het Filmhuis dat verbonden is aan O42. ‘Wij draaiden films van Fassbinder, Wenders en Pasolini: de eerste generatie artfilms op het snijvlak van politiek en cultuur.’

Lijsttrekkersdebat voor de gemeenteraadsverkiezingen van 1990 in het Politiek Kafee. Beeld: Regionaal Archief Nijmegen.

Wanneer een voorman van de Bhagwanbeweging komt spreken in O42, staat er een wachtrij tot aan het Keizer Karelplein. Ook de Italië- en de Frankrijkfilmweken zijn grote successen en de schrijversavonden met Nijmeegse literatoren zoals A.F.Th. van der Heijden, Frans Kusters en H.H. ter Balkt trekken volle zalen. Derdewereldmuziek doet het altijd goed in het centrum en ook bij de emancipatie van homo’s en lesbiennes speelt O42 een belangrijke rol.

Literair café met Henk Hoeks, Frans Kusters, Wim Noordhoek, A.F.Th. Van der Heijden en Koos van Zomeren, 1988. Foto: Do Visser.

Lange tijd bestaat het publiek vooral uit studenten. Pas in de loop van de jaren tachtig en negentig vinden ook andere jongeren de weg naar het centrum. ‘Dat gaf wel problemen. Het geld werd tot het begin van de jaren negentig gefourneerd door de universiteit. Toen er steeds meer andere jongeren kwamen, vond de universiteit dat de gemeente moest bijspringen.’

6. O42 op weg naar het einde

Tot 2000 is er veel enthousiasme en bezieling voor O42, maar er worden grote verliezen geboekt. Tussen het Filmhuis en het politiek-cultureel centrum ontstaan spanningen. De gemeente, die in de loop der jaren de belangrijkste subsidieverstrekker is geworden, heeft steeds meer in de melk te brokkelen. ‘Een paar jaar later is de discussie over de gezamenlijke verhuizing van het filmhuis van het O42-centrum naar Mariënburg (plein in Nijmegen waar o.a. Lux en de bibliotheek zitten, red.) begonnen. O42 werd geliquideerd en LUX bleef over als overwinnaar.’

Volgens Uitterhoeve werd O42 in zekere zin slachtoffer van het eigen succes. ‘Het pand werd goed gerund en er kwamen veel bezoekers. Omdat het centrum te klein was, werd op heel veel  activiteiten verlies gemaakt. De schulden namen toe. De rechtse partijen in de gemeenteraad hielden niet van het anarchistische toontje en de bescherming van de PvdA nam af. Er kwam wel protest tegen de sluiting, maar misschien te weinig.’

De gemeente streeft in die jaren naar een herordening van het culturele veld. ‘Wie van pop houdt, moet naar Doornroosje, voor film en debatten ga je naar LUX, voor theater naar de Lindeberg of LUX. In die herordening was geen plaats meer voor O42.’

Van O42 herkent Uitterhoeve maar weinig in LUX. ‘LUX is primair een bioscoopbedrijf van de betere arthousefilms. Af en toe is er een debat en theater, maar dat is in niets te vergelijken met de bonte veelheid van O42.’

Volgens Uitterhoeve is vandaag geen plaats meer voor zoiets als O42. ‘Op een of andere manier is die tijd van vrijheid – blijheid en allemaal dingen door elkaar laten lopen voorbij. Ik ken studenten die elke week in Doornroosje komen, maar nooit ergens anders. Het culturele veld is heel gesegmenteerd geworden.’

7. Oranjesingel 42 in 2019

Ook na het vertrek van O42 heeft het pand verschillende bestemmingen. In 2000 komen de bestuurskamers van Phocas, de Loefbijter, Argus, Apeliotes en de Gereformeerde Studenten Nijmegen Thesauram Quaeritans erin. Af en toe houden ze Open Pandfeesten. In 2006 verhuizen zij naar de Van Schaeck Mathonsingel 10.

Het gebouw komt leeg te staan en wordt verkocht aan een bedrijf van de Nijmeegse vastgoedmagnaat Ton Hendriks. Die weet er niet meteen raad mee. O42 is even een kantoor, staat dan weer leeg en wordt daarna gebruikt voor korte culturele evenementen.

In 2011 opent LUX een filmtheater in het pand, waar vooral arthouse wordt gespeeld, met twee ingebouwde bioscoopzaaltjes, maar de horeca draait verlies. In 2014 neemt de Nijmeegse zorginstelling De Driestroom de horeca over. Zij zetten in op mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Eind 2016 verlaat LUX het pand, in 2018 gevolgd door de Driestroom.

Oranjesingel 42 in 2018. Foto: Roger Veringmeier

Toch worden nog steeds films vertoond in de Oranjesingel 42. In april 2017 opent filmhuis O42 de deuren. Iedere dag zijn er een tiental voorstellingen. Uitterhoeve: ‘Met bescheiden middelen hebben ze een mooi programma.’

Op de benedenverdieping was tot voor kort een veganistisch pop-up-groenterestaurant, op de bovenverdieping zijn er plannen voor een bed-and-breakfast. ‘Zo blijft het pand ook in de eenentwintigste eeuw een spiegel voor het veranderende culturele en politieke klimaat in Nijmegen’, aldus Uitterhoeve.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!