‘De verkiezingsuitslag is niet per se goed nieuws voor de universitaire wereld’
Winst op rechts, tranen drogen op links en een historische versplintering. Wat betekent deze verkiezingsuitslag? Hoe kon het zover komen en wat zijn de gevolgen? Drie Radboud-wetenschappers reflecteren op de Tweede Kamerverkiezingen van 2021.
Peter van der Heiden, politicoloog en werkzaam bij de Letterenfaculteit
‘Wat ik het meest opmerkelijk vind is de groei van rechtse partijen. De fracties rechts van de VVD hebben samen meer zetels dan alle linkse partijen bij elkaar. De zeven à acht verloren GroenLinks-zetels zullen denk ik vooral bij D66 en Volt terecht zijn gekomen, de achterban van die partijen zijn toch een soort communicerende vaten qua demografie. SP’ers zullen daarentegen eerder geneigd zijn te kijken naar een PVV of FvD. Net als die partijen is de SP niet op internationale solidariteit gericht.
De versplintering van het politieke landschap (mogelijk komen er zeventien fracties, red.) is historisch gezien bijna uniek. Het wordt steeds gekker. Hooguit in het interbellum zaten er zoveel partijen in de kamer, waaronder wonderlijke clubjes als de Middenstandspartij. Je moet de invloed van de stemwijzers op de fragmentatie overigens niet onderschatten. Die worden steeds meer geraadpleegd en brengen in hun adviezen ook partijen in beeld die in de media relatief weinig aandacht krijgen. Het kan zijn dat kiezers dan denken, laat ik me toch eens in hun programma verdiepen.
‘Je moet de invloed van de stemwijzers op de fragmentatie niet onderschatten’
Voor de formatie zal de versplintering niet zo gek veel uitmaken. Je kunt nog steeds met vier partijen een meerderheid in het parlement vormen. Dat kan bijna niet zonder de VVD en D66, zij zijn in feite tot elkaar veroordeeld. Wel zullen ze hun huid dit keer duurder verkopen dan vier jaar geleden, omdat hun zetelwinst hen zelfvertrouwen zal geven. Dat kan spanningen opleveren in de onderhandelingen met andere partijen, dus ze moeten ook weer niet een té groot jasje aantrekken.
De verkiezingsuitslag is niet per se goed nieuws voor de universitaire wereld. Traditioneel hebben linkse partijen meer aandacht voor onderwijs en cultuur dan rechtse. Als de overheid de coronaleningen straks weer terug moet gaan betalen, dan zal een partij als VVD eerder geneigd zijn op de collectieve sector te bezuinigen dan bedrijven meer belasting te laten betalen. Het bedrijfsleven is in hun ogen te belangrijk als motor van de economie.’
Anne Bos, onderzoeker bij het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis
‘Een opkomstcijfer van 82,6! Dat is echt veel hoger dan werd voorspeld. Een record is het niet, want dat haalden we in 1977. Opmerkelijk was dat mensen toen ook dachten dat de opkomst laag zou zijn, omdat de treinkaping in De Punt aan de gang was en het nieuws beheerste. Het lijkt erop dat burgers juist in tijden van crisis naar de stembus gaan. Het is natuurlijk ook zo dat er nu, gezien de coronapandemie, echt iets op het spel staat. De politiek is zichtbaarder dan ooit en besluiten hebben invloed op ons dagelijks leven.
Sterk leiderschap is beloond deze verkiezingen. In onzekere tijden hechten mensen aan iemand die de koers bepaalt. Wat zou er met D66 gebeurd zijn als Sigrid Kaag niet naar voren was gestapt? Het CDA ontbeerde zo’n leider, maar heeft denk ik ook stemmen ingeleverd door het gevecht aan te gaan met VVD en zich op die manier verder naar rechts te laten trekken. De ruimte die daardoor in het centrum ontstond, is door D66 goed benut.
‘Sterk leiderschap is beloond deze verkiezingen’
Hoe de formatie gaat lopen, is afwachten. VVD en D66 zullen als grootste partijen zeker aan tafel zitten. Misschien schuiven de CDA’ers aan nadat ze hun wonden gelikt hebben? Die partij heeft tenminste nog wat te zeggen in de Eerste Kamer, dat is ook belangrijk. Wetsvoorstellen moet immers altijd door beide kamers goedgekeurd worden. Maar Kaag heeft altijd gezegd dat ze er een linkse partij bij wilde in het kabinet. Welke dan? De PvdA heeft zes zetels in de Eerste Kamer, dat kan een strategische keuze zijn. GroenLinks heeft er acht, maar aangezien GroenLinks gehalveerd is gisteren, lijkt me zo’n combinatie zeer onwaarschijnlijk.
De versplintering in de Tweede Kamer hoeft niet direct te betekenen dat de politiek minder slagvaardig is. In 1971 waren er ook veertien fracties. Als die goed kunnen samenwerken en de kiezers voelen zich vertegenwoordigd, kan het werken.
Wat deze verkiezingen natuurlijk historisch maakt, is dat Mark Rutte voor de vierde keer op rij wint. Dat is ongelooflijk, daarmee streeft hij zelfs Thatcher voorbij. Hij heeft nog 500 dagen nodig om de langstzittende Nederlandse premier Ruud Lubbers (4307 dagen van 1982 tot 1994, red.) in te halen.
Maurits Meijers, universitair docent politicologie
‘Nederland is naar rechts opgeschoven, dat kun je wel zeggen. De radicaal-rechtse partijen zijn samen groter dan ooit. De vraag is: waar zijn al die stemmers vandaan gekomen? Mijn verwachting is dat Forum voor de Democratie niet alleen veel stemmers heeft getrokken die zich zorgen maken over bijvoorbeeld de Nederlandse identiteit. Door hun kritische houding tegenover het coronabeleid hebben ze misschien ook veel nieuwe kiezers binnengehaald die vinden dat de maatregelen te ver gaan. Het hele schandaal rondom antisemitisme binnen de jongerenafdeling maakt de FvD-kiezer blijkbaar niet veel uit.
Links heeft daar steken laten vallen, denk ik. Coronabeleid vormde een deksel op de campagne, de oppositiepartijen waren bang om de regeringspartijen daarop aan te vallen. Terwijl linkse partijen best slagvaardiger hadden kunnen zijn. Niet door te zeggen dat alle maatregelen van tafel moeten, maar wel door klassieke linkse thema’s te koppelen aan corona. Er is de laatste jaren bijvoorbeeld fors bezuinigd op de zorg en daardoor zijn er in Nederland minder ic-bedden beschikbaar. En in het onderwijs zijn de klassen steeds groter geworden door lage beloningen voor docenten, waardoor het nu moeilijker is om het onderwijs veilig op te starten.
‘Op cultureel gebied zijn de verhoudingen niet zo sterk veranderd’
Overigens is de sprong naar rechts vooral op economisch vlak. Op cultureel gebied zijn de verhoudingen niet zo sterk veranderd. Het blok van D66 met partijen als GroenLinks, Partij voor de Dieren en Volt is ongeveer gelijk gebleven. De winst van die laatste partij moeten we niet kleiner maken dan die is. Toen Forum voor Democratie vier jaar geleden met twee zetels de Kamer haalde, was er veel bombarie. Nu blijft het rondom Volt nog behoorlijk stil, terwijl ze met mogelijk drie zetels binnenkomen.
Samen met collega’s Victor Ellenbroek en André Krouwel heb ik het idee geopperd om kiezers niet één, maar meerdere stemmen te geven. Die mogen ze dan verdelen over verschillende partijen. Als we zo’n systeem hadden gehad, hadden de klassieke machtspartijen zoals de PvdA en het CDA niet zo veel verloren. Mensen zijn hun sympathie voor die partijen niet opeens kwijt – ze willen best óók op hen stemmen – maar moeten voor die ene partij kiezen die op dit moment het beste bij hen past. Ons idee zou de fragmentatie in de Kamer kunnen tegengaan en daarmee mogelijk bijdragen aan stabiliteit en continuïteit in de politiek.’