Ze komen uit alle hoeken van de wereld, de internationale studenten die vandaag neerstreken op de universiteit. Zijn ze een beetje voorbereid of valt er nog wat te leren? Vox test hun kennis. 'Ligt Duitsland maar zeven kilometer van de stad? Ik moet echt een fiets kopen!'

Mira van Egmond (21) komt uit Wenen, Oostenrijk. Ze is hier voor een bachelor psychologie. Ze keek ook naar Tilburg, Leiden en Amsterdam, maar kwam in Nijmegen uit.

Ha, welkom. Ken je Nijmegen al een beetje?
(In foutloos Nederlands): ‘Nijmegen niet, maar Nederland wel. Mijn vader komt uit Abcoude, ik heb daar nog familie wonen. In Wenen studeerde ik een jaar lang Neerlandistiek en Engels, maar dat was niets voor mij. Ik heb veel zin in psychologie.’

Goed, laten we makkelijk beginnen. Hoeveel inwoners heeft de stad?
‘Oei, ik heb geen enkel idee, absoluut niet. Twintigduizend, ik zeg maar wat.’

Iets meer: 173.205. Hoeveel procent daarvan is universitair student, denk je?
‘Zestig procent. Het is immers een studentenstad.’

Zeker, toch komen we niet boven 11 procent uit. Iets anders, welke groep buitenlanders is hier het sterkst vertegenwoordigd?
‘Duitsers, dat weet ik zeker. Veel van hen komen ook naar Oostenrijk toe, omdat wij geen numerus fixus hanteren bij medische opleidingen – enkel een toelatingstest. Ik denk dat bij ons zo’n 50 à 60 procent van de medische studenten uit Duitsland komt.’

Precies. Hoe ver weg ligt Duitsland van het centrum van Nijmegen af?
‘Goh. Een uurtje rijden met de auto denk ik, misschien twee.’

Zeven kilometer.
‘Zeven! Ik moet echt een fiets kopen.’

Sowieso. Ken je de rivier al?
‘De Waal! Ik ben er nog niet geweest, maar ik heb de stadsplattegrond bestudeerd.’

In juli loopt de stad vol. In een week tijd bezoeken ruim een miljoen mensen – vanuit Nederland en ver daarbuiten – Nijmegen. Waarom?
‘De wandelvierdaagse!’

Juist! Tot slot: welkom op de Radboud Universiteit. Maar wat is een Radboud?
‘Dat lijkt me een naam. Van de oprichter misschien, of een geldschieter.’

Radboud van Utrecht, een middeleeuwse bisschop. Fijne week!
‘Aha. Dank je!’

Nea Paldanius (18) woont in Brussel, maar komt oorspronkelijk uit Finland. Ze heeft zich ingeschreven voor de bachelor artificial intelligence. Toen ze een lijst met studies doorkeek, bleef ze steken bij de A. Nijmegen kwam al snel naar boven.

Hoe gaat het?
‘Goed. Ik ben een beetje vroeg, maar ik heb er heel veel zin in.’

Hoe bevalt Nijmegen tot nu toe?
‘Ik ben hier al een paar keer geweest, maar alleen om een kamer te zoeken. Voor een SSH&-huis was ik te laat, omdat ik me eind juni pas voor de studie aanmeldde. Behalve kamers heb ik van Nijmegen nog niet veel gezien.’

Ah, je weet pas zes weken dat je naar Nijmegen zou gaan, dus. Heb je je flink ingelezen?
‘Dat valt wel mee, maar kom maar op.’

Okay. Hoeveel inwoners heeft Nijmegen?
‘Het doet me qua grootte denken aan mijn geboortestad in het noorden van Finland. 200.000ish, zou ik zeggen.’

Close enough! Hoeveel procent daarvan is universitair student?
‘Twintig.’

Iets minder. Welke groep buitenlandse studenten is het sterkst vertegenwoordigd?
‘Duitsers, zonder twijfel.’

Precies. Hoe dichtbij is Duitsland dan?
‘Helemaal niet ver. Vijftig kilometer? Nee, minder. Dertig.’

Zeven maar! En die rivier in Nijmegen, hoe heet die?
‘O, die naam heb ik zeker een miljoen keer gehoord. En toch, geen idee.’

De Waal. Ken je dat grote festijn in juli?
‘Ha, je bedoelt de Vierdaagse. Daar heb ik het een en ander over gelezen. Ik hou erg van wandelen – misschien loop ik ‘m zelf ook een keer.’

Doen! Laatste: Wie is Radboud?
‘Geen idee. Al klinkt die naam alsof er een religieuze connectie moet zijn. Was-ie een bisschop?’

Wow, jij bent er klaar voor.

Glen, Siegy en George, zijn de ouders en broer van Rebecca Hammond (21). Zij is hier voor een bachelor psychologie en komt uit Isle of Wight, Engeland. Ze gaf zich op voor Spanje en Nederland – haar thuisuniversiteit deelde haar in bij de Radboud Universiteit.

Wat doen jullie hier?
‘We komen Rebecca afzetten, we zijn haar ouders en broer. Becca studeert hier een jaar lang psychologie. Wij zijn hier vanuit Engeland naartoe komen rijden en blijven een paar dagen in Nijmegen.’

Ik ben benieuwd of jullie je een beetje ingelezen hebben.
‘Wij ook, kom maar op.’

Goed dan. Hoeveel inwoners heeft Nijmegen?
Pa: ‘150.000, denk ik. Iets meer dan op ons eiland, Isle of Wight, onder Southampton.’
Ma: ‘Groter. 180.000.’

Erg warm! Hoeveel procent daarvan is universitair student?
‘George: 18.000, gok ik. Zo’n 10 procent.’

Goed! Welke groep buitenlandse studenten overheerst hier?
Pa: ‘Amerikanen.’
Ma: ‘Duitsers, dat is veel logischer toch? Duitsland is veel dichterbij.’
Pa: ‘Ik heb hier vandaag al zo veel Amerikanen gehoord.’
Ma: ‘Goed, ofwel Amerikanen, ofwel Duitsers dan.’

Duitsers. Want hoe ver is Duitsland precies?
Pa: ‘Niet ver, toch?’
George: ‘Vijftien mijl.’

Grofweg 24 kilometer dus? Nee hoor, het is zeven kilometer, een dikke vier mijl. Hoe heet de rivier dan?
Ma: ‘Daar kijken we op uit vanuit onze hotelkamer.’
Pa: ‘En we zijn eroverheen gereden. Spellen kan ik het niet, maar dat moet de Waal zijn.’

Keurig. Weten jullie waarom Nijmegen de derde week van juli volloopt?
Ma: ‘Geen idee. Een miljoen bezoekers zeg je?’
George: ‘Een soort festival.’
Ma: ‘Een bierfestival.’

De Vierdaagse, een wandelevenement. Maar het gaat wel met veel bier gepaard.
Ma: ‘Ha, dat hebben wij ook! En een groot popfestival, en de regatta. Dan meren er wel 1200 zeilboten aan.’

Oei, jullie overtreffen ons. Eentje nog: wie is Radboud?
Pa: ‘Ik zou het niet weten.’
Ma: ‘Ik heb met Becca achter de computer gezeten, als iemand het moet weten ben ik het. Is-ie een professor of zo?’

Een middeleeuwse bisschop, Radboud van Utrecht.
Pa: ‘Goh, zo leren we nog eens wat.’
Ma: ‘We zullen het doorgeven.’