De grootste noodopvang van Nederland sluit op 2 mei. De Radboud Universiteit was nauw betrokken bij Heumensoord. Wie zijn de vrijwilligers die de asielzoekers met van alles en nog wat hielpen? Vandaag: politicologiestudent Floris Heij (23).

Wat doe je op Heumensoord?

‘Ik werk er iedere zondag in de bibliotheek. Het oorspronkelijke idee was dat je er enkel boeken uitleent aan Heumensoordbewoners, maar in praktijk help je er vooral mensen die studeren – op de Nederlandse taal bijvoorbeeld. Verder vermaak ik kinderen. Zij puzzelen in de bieb, kleuren of doen taalspelletjes.’

Levert het jou iets op?
‘Ik doe dit niet uit morele overwegingen of zo. Het is leuk om te doen, op zondag heb ik de tijd. Dit kwam toevallig voorbij, maar ik had net zo goed in een verzorgingstehuis kunnen gaan werken.’

‘Ik had net zo goed in een verzorgingstehuis kunnen gaan werken’

Waar loop je tegenaan?
‘Kinderen worden hier door hun ouders binnengebracht om geëntertaind te worden, terwijl het aanvankelijk de bedoeling was dat kinderen jonger dan tien jaar hier niet naar binnen zouden mogen. Het is natuurlijk wel een bibliotheek, geen crèche. Verder is niet helemaal duidelijk welke boeken uitgeleend mogen worden en welke in de bieb moeten blijven. De een leent ze uit, de ander niet – waardoor er van sommige taalboeken nog maar enkele exemplaren over zijn.’

Is je beeld van ‘de vluchteling’ veranderd?
‘Ik kom in aanraking met mensen die Nederlands willen leren. Ze doen moeite voor onze taal, omdat ze inzien dat ze nooit meer terug kunnen naar hun eigen land. Ik heb daar veel respect voor. Kinderen pikken de taal bovendien heel snel op: zij leggen linkjes die je zelf niet meer ziet omdat Nederlands je moedertaal is. Het zijn gewoon mensen die het beste van de situatie maken.’ / Nicole Nibbering