‘De waarheid is: een congres bezoeken is voor veel wetenschappers een snoepreisje’
Voor de coronacrisis vlogen wetenschappers de wereld rond. Het kan ook anders, bewijzen alle congressen die nu virtueel plaatsvinden. Malaria-onderzoeker Teun Bousema gaat de komende periode gebruiken om uit te zoeken hoe virtuele congressen net zo goed kunnen worden als fysieke bijeenkomsten, of zelfs beter.
Congressen organiseren is big business, zeker in Amerika. Neem alleen al het congres in Chicago voor radiologen, waar jaarlijks ruim 50.000 wetenschappers van over de hele wereld op af komen. Al die mensen moeten eten, slapen en er is ruimte nodig voor alle discussies en lezingen. Bovendien steekt een grote groep jaarlijks de oceaan over om aanwezig te kunnen zijn bij het mega-evenement.
Om een beeld te krijgen van de milieubelasting van congressen nam malaria-onderzoeker Teun Bousema de reisdata van twee Amerikaanse congressen onder de loep: het genoemde congres voor radiologen en een voor tropische geneeskunde. In de Volkskrant zette de Nijmeegse hoogleraar kort uiteen dat de samenkomst van tropenartsen en onderzoekers, ‘slechts’ een kleine vijfduizend personen in totaal, goed is voor 44 miljoen vliegkilometers. Dat staat gelijk aan 58 retourvluchten naar de maan. Het congres van de radiologen is nog eens tien keer zo groot.
‘Ik voel me als wetenschapper heel ongemakkelijk bij de milieubelasting van deze grote congressen’, zegt Bousema. ‘Als zelfs wij de klimaatcrisis niet serieus nemen door ons gedrag aan te passen, is het lastig om van de rest van de maatschappij te verwachten dat wel te doen.’
Door de coronacrisis is het aantal vluchten – zeker ook van wetenschappers – plotsklaps tot een minimum beperkt. Een groot aantal congressen gaat nog gewoon door, maar wel virtueel. Bousema: ‘De coronacrisis is ellende, laat daar geen misverstanden over bestaan. Maar het is ook een belangrijke katalysator om de academische wereld na te laten denken over digitale mogelijkheden. Welke elementen van de congressen die nu virtueel worden georganiseerd, willen we ook ná de coronacrisis behouden?’
‘We moeten eerlijk zijn over onze drijfveren om een congres te bezoeken’
In samenwerking met de Radboud Green Office gaat Bousema de komende weken onderzoek doen naar virtuele congressen. Met hulp van een student-assistent gaat hij in focusgroepen in gesprek met Nederlandse en internationale wetenschappers, van filosofen tot kwantumfysici, om te onderzoeken wat wel en niet werkt.
‘We willen good practices verzamelen. Naar aanleiding van het Volkskrant-artikel namen drie grote congresorganisatoren contact met mij op. Die zeiden: wij zijn het ermee eens dat het anders moet, maar hoe dan? Het zou mooi zijn als ons onderzoek daar handvatten voor biedt.’ Dit najaar hoopt Bousema al eerste bevindingen te presenteren.
Denk je niet dat wetenschappers gewoon weer het vliegtuig instappen zodra de coronacrisis voorbij is?
‘Daar ben ik wel bang voor. De verleidingen om weer terug te vallen in het oude gedrag zijn sterk en er wordt veel geld verdiend in de congresindustrie. En de waarheid is ook dat dit soort reizen voor veel wetenschappers snoepreisjes zijn. Het is natuurlijk heerlijk om voor je werk de wereld over te mogen reizen. We moeten eerlijk zijn over onze drijfveren om een congres te bezoeken en de evidente schade die ons reisgedrag veroorzaakt meenemen in onze overwegingen.’
‘Mijn standpunt is helder: we moeten naar een nieuwe manier van samenkomen. Want die andere crisis, de klimaatcrisis, is even werkelijk als de coronacrisis. Het verhaal van de klimaatcrisis is misschien minder spetterend, maar de impact is uiteindelijk groter. Ik voel een groot gevoel van urgentie.’
Sociale interactie voelt achter een beeldscherm heel anders dan wanneer je elkaar in de ogen kijkt. Zijn fysieke congressen niet essentieel?
‘Het gevaar is dat we straks allemaal alleen achter onze eigen computer kruipen. Dat zou een vrij platte ervaring zijn. We moeten creatiever zijn dan dat. Binnenkort bezoek ik met mijn afdeling een virtueel congres en ik wil dat we daar, met inachtneming van de coronamaatregelen, toch samen naar gaan kijken. Ook lunchen we samen en praten samen na. Zo krijg je kleine hubs van deelnemers aan het congres. Het moet geen eenzame ervaring worden.’
Nieuw beleid
In maart van dit jaar, vlak voordat Nederland in lockdown ging, kondigde de Radboud Universiteit een nieuw vliegbeleid aan voor haar medewerkers. Korte vluchten zouden bijvoorbeeld niet meer worden vergoed. Dat beleid moest in september ingaan. ‘We gaan door met het uitrollen van het vliegbeleid’, zegt Thijmen Sietsma van de Green Office. ‘Sommige onderdelen lopen door corona vertraging op, zoals de aanbesteding van de reisagent, maar andere gaan door zoals gepland.’
‘Een ander voordeel van virtuele congressen is dat ze veel toegankelijker zijn. Meer van mijn Afrikaanse collega’s bezoeken nu congressen – normaal waren er de gelden niet voor om hen allemaal te laten invliegen. Zij clusteren bijvoorbeeld samen in Ethiopië om naar een congres te kijken in Heidelberg. Of neem mensen met een zorgtaak – die hoeven nu niet weg van huis en hebben toch toegang tot een congres.’
Welke afwegingen maak jij als het aankomt op je eigen vlieggedrag? Op je persoonlijke site staat dat je gepassioneerd bent van reizen.
‘Dat vind ik heel ingewikkeld. Als malaria-onderzoeker is mijn werk nu eenmaal grotendeels in Afrika. Vlak vóór de coronacrisis moest ik naar Ethiopië en Oeganda. Vroeger had niet stilgestaan bij de milieueffecten en had ik daar twee korte reizen van gemaakt. Nu denk ik strategischer: kan ik de reis ook combineren? En kan het wat minder vaak? Ik reis nu vaak langer, maar doe het wel in één keer. Ik heb mijn vliegbewegingen in de afgelopen jaren meer dan gehalveerd zonder dat ik het gevoel heb dat mijn werk er onder lijdt. Tegelijkertijd geniet ik ervan, en daar ben ik me bewust van. Ik neem de weekeinden om ook iets van het land te zien, in plaats van alleen maar in en uit te vliegen.’
Wetenschappers kunnen zich nog aanmelden voor een focusgroep over virtuele congressen. Neem daarvoor contact op met [email protected]
peter rietbergen schreef op 20 augustus 2020 om 17:38
een prima, ja zelfs: noodzakelijk initiatief. Maar ik vrees dat zonder maatregelen van ‘hogerhand’ – denk: een andere attitude, en navenant ander beleid bij facultaire onderzoeks- en benoemingscommissies (die om allerlei redenen congresuitnodigingen en -deelname waarderen, stimuleren), en bij NWO, dat ’t zelfde doet, deze noodzakelijke zelf-discipline slechts door een kleine groep zal worden gehandhaafd, ook al zijn de voordelen globaal-evident, en de ‘nadelen’ overkomelijk.
D. Van Wissen schreef op 20 augustus 2020 om 23:35
“Green Office”, een bureau of kantoor. Zullen we dat in het Nederlands gewoon maar als een “het”-woord zien, niet “de”?
Paula Haarhuis schreef op 24 augustus 2020 om 16:42
Prima initiatief. Wel aandacht voor de promovendi; veel promovendi bouwen hun netwerk (verder) op door deelname aan congressen. Daarnaast natuurlijk de ervaring van het geven van presentaties voor een vaak, internationaal publiek.