De wiskunde-ergernissen van Ionica Smeets
Wetenschapsjournalist, zomergast en zelfverklaard wiskundemeisje Ionica Smeets was vanmiddag op de campus. Ze hield een presentatie voor wiskundedocenten van de middelbare school, waar ze liet zien wat er mis kan gaan als er met cijfers gegoocheld wordt. Vox leerde drie wijze lessen.
Les 1: Wantrouw iedereen die een 3D-grafiek gebruikt.
‘Er worden veel trucjes uitgehaald met grafieken. Ik zag recent een mooi voorbeeld rondom het faillissement van boekhandel Polare. In de krant stond destijds een grafiekje met daarin de verkoop van zogeheten ‘algemene boeken’, met cijfers vanaf 2011. Er was een duidelijk dalende lijn te zien. Het artikel liet de verkoopcijfers van de dertig jaar daarvoor niet zien, waaruit bleek dat de boekenverkoop in 2013 hoger was dan het in de jaren negentig ooit geweest is.’
‘Daarnaast is het verstandig om iedereen te wantrouwen die een 3D-grafiek gebruikt. Het geval met Steve Jobs is een van de meest schaamteloze voorbeelden. Op het eerste gezicht is er niets mis mee – totdat je naar de cijfers kijkt. De taartpunt van Apple (19,5%) lijkt stukken groter dan die van ‘other’ (21,2%), terwijl het toch andersom zou moeten zijn. Behoorlijk schaamteloos natuurlijk.’
Les 2: Van trouwen ga je niet langer leven.
‘Dit voorbeeld zie je vaak in vrouwenbladen. Getrouwde mannen leven langer dan vrijgezelle mannen. Dus, zo schrijven de bladen: door te trouwen leef je langer. Er is inderdaad een correlatie tussen leeftijd en de burgerlijke staat van iemand. Maar dat komt omdat mannen met een lage levensverwachting – mannen zonder inkomen of een goede opleiding, bijvoorbeeld – minder snel een partner vinden en daardoor minder vaak trouwen. Bij vrouwen zie je dat effect veel minder, maar dat is een ander verhaal.’
Les 3: Je kunt de lamp op de kinderkamer gerust aan laten.
‘Dit voorbeeld is schrijnend omdat het uit Nature komt. Jaren geleden onderzochten wetenschappers de relatie tussen bijziendheid bij kinderen en de verlichting op hun kinderkamertjes. Het bleek dat kinderen die ’s nachts met een lampje aan sliepen, later veel vaker bijziend werden. Ze wisten niet hoe dat kwam, maar ouders konden voor de zekerheid maar beter het licht uit doen. Niet veel later had iemand de verklaring en moest Nature een aanvulling publiceren. Wat bleek: ouders die zelf bijziend zijn, lieten graag het licht op de kinderkamer aan omdat ze bang waren over het speelgoed van hun kroost te struikelen. Omdat bijziendheid erfelijk is, hadden deze kinderen zelf ook een veel grotere kans om bijziend te worden. Dat had echter met het licht helemaal niets te maken. /Tim van Ham
Ionica Smeets was op de Radboud Universiteit in het kader van het jaarlijkse wiskundetoernooi voor middelbare scholieren.