De woordvoerders van toen en nu: ‘Alles wat je zegt heeft betekenis’

28 dec 2020 ,

VOX 20 JAAR | Toeval of niet, maar de geboorte van Vox twintig jaar geleden viel samen met de aanstelling van Willem Hooglugt als eerste woordvoerder van de universiteit. In 2011 volgde Martijn Gerritsen hem op. Hoe is, en was, hun relatie met de pers, in het bijzonder met Vox? Een dubbelinterview.

Het gesprek via Zoom, daags nadat de harde lockdown werd afgekondigd, valt op een drukke dag voor Martijn Gerritsen. Zijn telefoon gaat geregeld, en af en toe verontschuldigt hij zich om de inkomende oproep op te nemen.

‘Zo druk had ik het niet in mijn tijd’, zegt Willem Hooglugt, voor een imposante boekenkast in zijn huis. ‘De druk van de media is groter geworden. Toen ik woordvoerder was, kregen de meeste media net een eigen website, zoals Vox. Nu komt het nieuws veel sneller op een woordvoerder af en moet je sneller reageren.’

Hoewel de Radboud Universiteit bijna een eeuw bestaat, heeft ze tot nog toe maar twee woordvoerders gehad. In 2000 werd Willem Hooglugt door toenmalig collegevoorzitter Roelof de Wijkerslooth aangesteld als de eerste woordvoerder van de – toen nog – Katholieke Universiteit Nijmegen. In 2011 volgde Martijn Gerritsen hem op.

Waarom werd u aangesteld als woordvoerder, Willem?

Willem Hooglugt: ‘In die tijd bedacht men dat er een sterke afdeling communicatie nodig was met daarnaast één woordvoerder voor de hele universiteit. Die afdeling werd toen opnieuw vormgegeven, onder leiding van Johan van de Woestijne (oud-hoofdredacteur van Vox, red.), met wie ik altijd goed heb samengewerkt.

Wilde het college van bestuur de media meer op afstand houden?

WH: ‘Ik denk eerder dat het college bij algemene universitaire zaken, bijvoorbeeld bij crises, een vast aanspreekpunt wilde hebben voor de media. Als woordvoerder hoorde ik bij de afdeling bestuurszaken.’

Jullie hebben allebei jarenlang voor de universiteit gewerkt. Is het belangrijk om als woordvoerder een warme band te hebben met de organisatie die je vertegenwoordigt?

WH: ‘Ik heb het geluk gehad dat ik altijd heb gewerkt voor werkgevers die ik een warm hart toedraag. Voor Mensen in Nood (nu Cordaid, red.), voor de vakcentrale CNV, voor een fairtrade-organisatie en voor de universiteit. Mijn band met de universiteit is sterk en stamt uit de tijd dat mijn vader collecteerde voor de Radboudstichting in ons dorp. De katholieke identiteit heb ik altijd belangrijk gevonden, maar dan niet katholiek zoals de bisschoppen dat invullen. Toen zij onlangs de universiteit de katholieke identiteit afnamen, namen ze mij die ook af; zo voelde dat.’

Woordvoerder Martijn Gerritsen. Foto: David van Haren

Martijn Gerritsen: ‘Het is fijn om met iets bezig te zijn dat je belangrijk vindt. Dat maakt het werk boeiend en aantrekkelijk. Na mijn studie communicatiewetenschappen in Nijmegen heb ik gewerkt voor de lokale omroepen, Slachtofferhulp Nederland en de Rechtbank Utrecht. Toen ik 17 jaar na mijn afstuderen weer terugkwam, had de universiteit een andere naam en kreeg ik een heel ander zicht op de volle breedte van de universiteit. Het is mooi om daar niet als student maar als woordvoerder tegenaan te kijken.’

WH: ‘Je moet als woordvoerder wel een onderscheid maken tussen hoofd en hart. Met het hoofd ben je bezig een goede woordvoerder te zijn. Met het hart moet je betrokken zijn, maar het gevaar is dat je te veel betrokken raakt en daardoor niet de afstand bewaart die nodig is.’

Martijn, jouw betrokkenheid is zo groot dat je het Radboud-lied componeerde, dat sindsdien bij plechtige bijeenkomsten klinkt.

MG: ‘Dat was geen woordvoerderswerk. Ik vond het heel leuk om aan die wedstrijd deel te nemen en om het lied samen met duizend collega’s en studenten in De Vereeniging te zingen bij de opening van het academisch jaar. Historicus Jan Brabers liet me weten dat de eerste rector en medeoprichter van de universiteit Jos Schrijnen waarschijnlijk blij zou zijn geweest met het lied. Hij wilde de universiteit de Keizer Karel-Universiteit noemen, maar daarvoor kreeg hij geen steun van de bisschoppen. Het lukte hem wel de keizerlijke kroon in het universiteitslogo op te nemen en ook In dei nominem feliciter is een verwijzing. Keizer Karel ondertekende daarmee zijn brieven. Het was leuk om dat in het lied te schrijven.’

Lukt het jou dan wel om die kritische distantie te bewaren?

MG: ‘Je moet jezelf een spiegel kunnen voorhouden. Soms kan ik ergens erg enthousiast over zijn, waar anderen heel anders naar kijken. Het is goed om je daar bewust van te zijn.’

Wat maakt een goede woordvoerder?

MG: ‘Je moet een goed netwerk hebben binnen de organisatie en kunnen vertalen hoe iedereen vanuit zijn perspectief tegen zaken aankijkt. En je moet anderen een spiegel kunnen voorhouden. Je bent een vertaalpunt tussen buiten- en binnenwereld. Die moet je beide proberen te begrijpen om er goed op in te kunnen spelen.’

WH: ‘Je moet heel goed weten hoe de media werken en welke sentimenten er spelen. Waarom belt iemand jou op? Binnen de organisatie moet je snel kunnen handelen om informatie te verzamelen. En je moet bereikbaar zijn. Het is voor mij een enorme opluchting dat ik, sinds ik geen woordvoerder meer ben, niet altijd een telefoon bij me hoef te hebben. Al klagen mijn kinderen nu wel dat ik slecht bereikbaar ben.’

Zijn journalisten van Vox collega’s of concurrenten?

WH: ‘Ze werken voor dezelfde organisatie, met dezelfde missie, maar hebben een andere taak.’

MG: ‘Het is wel fijn als die verschillende taken elkaar weten te vinden – we moeten met elkaar kunnen samenwerken. Vox speelt een belangrijke rol in de dialoog binnen onze academische gemeenschap. De journalisten van Vox hebben bovendien meer toegang tot informatie dan externe journalisten – ze kunnen bijvoorbeeld op ons intranet. Als Vox daar vervolgens een artikel van maakt, dan wordt die informatie openbaar.’

Hoe is de relatie van de woordvoerder met het college van bestuur?

MG: ‘Om mijn werk goed te doen, moet het college vertrouwen hebben in mij. Wekelijks heb ik overleg met de collegevoorzitter. Dat kan gaan over toespraken die gehouden moeten worden, over dossiers die spelen of over acute vragen.’

Jullie hebben voor verschillende voorzitters en rectoren gewerkt. Wat zijn de verschillen?

MG: ‘Gerard Meijer was een echte bèta die alles goed in cijfers wist uit te drukken. En een groot voetbalfan, waardoor ik in toespraken voetbalmetaforen kon smokkelen. Daniël Wigboldus is naast bestuurder en psycholoog een musicus met wie ik veel deel. Wellicht ook omdat hij een leeftijdgenoot is, wat ik niet eerder met een bestuursvoorzitter heb meegemaakt. Bas Kortmann is een echte jurist, die sterk is in formuleringen. Zo leerde hij me dat het soms heel verstandig kan zijn de uitdrukking ‘in beginsel’ te gebruiken om ruimte te houden voor onvoorziene omstandigheden.’

Voormalig woordvoerder Willem Hooglugt. Foto: David van Haren

WH: ‘Ik heb maar met één voorzitter en met twee rectoren gewerkt. Met alle drie altijd in een open verhouding, misschien het best gekenmerkt door wat rector Bas Kortmann ‘raadkameren’ noemde. Dan moest iedereen zijn standpunt op tafel leggen en open zijn over wat er gebeurd was. Daar kwam een gezamenlijke besluitvorming uit die met één mond naar buiten werd gebracht. Wat besproken werd, bleef geheim.’

In hoeverre werkt een woordvoerder autonoom?

WH: ‘Als de standpunten van de universiteit duidelijk zijn, kun je als woordvoerder zelfstandig te werk gaan. Wanneer iets nieuw is of politiek gevoelig, dan overleg je met de voorzitter of met de portefeuillehouder.’

MG: ‘Het is heel onhandig als ik dingen ga zeggen waar het college het niet mee eens is. Niet alleen voor mij, ook voor journalisten.’

Weet een woordvoerder van de hoed en de rand in alle gevoelige dossiers?

MG: ‘Ik ken niet altijd elk detail als het gaat om vertrouwelijke zaken. Om mijn werk goed te kunnen doen, is het wel belangrijk om te weten wat er speelt op hoofdlijnen.’

Willem Hooglugt zei eerder in een interview dat hij nooit heeft gelogen tegen een journalist. Wat jij, Martijn?

MG: ‘Een woordvoerder die liegt verliest zijn betrouwbaarheid. Journalisten moeten jou kunnen vertrouwen. Zo niet, dan kan ik mijn werk niet meer goed doen, want dan beteken ik niets meer voor journalisten.’

Je kunt ook om een vraag heen praten of de nadruk leggen op informatie waarmee je positiever in het nieuws komt. Waar ligt de grens?

MG: ‘Je moet altijd nadenken over wat je brengt. Alles heeft betekenis. Het klopt dat je soms informatie niet doorgeeft omdat bepaalde informatie niet is afgestemd, of omdat het moment nog niet daar is om iets bekend te maken.’

Maar in het hypothetische geval dat een hoogleraar op non-actief wordt gesteld en daar worden geen vragen over gesteld; dan ga je die vuile was toch niet zelf buitenhangen?

MG: ‘Dat hangt er maar van af. Je maakt altijd een afweging. Soms breng je wel iets naar buiten omdat het belangrijk is. Dat kunnen ook negatieve berichten zijn. Dan wil je dat benoemen als vorm van verantwoording of om ergens iets aan te verbeteren.’

WH: ‘Er is een verschil in de taak en de verantwoordelijkheid van een woordvoerder en van de journalist. Journalisten zijn er om tegels te lichten. Woordvoerders moeten in het belang van een organisatie soms ook dingen niet naar buiten brengen.’

MG: ‘De universiteit heeft een verantwoordelijkheid naar alle medewerkers en studenten. Dat is vaak complexer dan het van buiten lijkt.’

Jullie zijn beiden te spreken over het feit dat er onafhankelijke journalisten werken op Nederlandse universiteiten. Tegelijkertijd gaat de universiteit ook steeds vaker op de stoel zitten van de journalist, bijvoorbeeld via Radboud Recharge, waar wetenschapsverhalen op worden gedeeld. Waarom?

WH: ‘Ik denk omdat de universiteit soms ook haar eigen boodschap wil uitdragen, en dat men dat in eigen hand wil houden.’

MG: ‘Er zijn verschillende redenen. Verhalen over onderwijs en onderzoek willen we naar buiten brengen en dat kan ook via de eigen kanalen. Het zorgt tevens voor binding met alumni. Op Radboud Recharge staat een enorme hoeveelheid aan interessante artikelen. Dat heeft waarde, en dat blijkt ook uit de grote aantallen mensen die hier gebruik van maken.’

Is het een vorm van controle houden over het nieuws dat over de universiteit naar buiten gaat?

MG: ‘Het is een manier om wetenschappelijke kennis breed te delen. Soms wil je als universiteit iets op een bepaalde manier brengen. Dat kan prima naast onafhankelijke journalistiek. In het verleden is er een tijd geweest dat Vox samenwerkte met de communicatieafdeling. Dat had als nadeel dat het onderscheid tussen vrije journalistiek en de communicatie van de universiteit verdween. Die twee moeten naast elkaar bestaan, zodat duidelijk is wat de bron is van de informatie.’

Zijn er bepaalde dossiers in jullie lange carrières waar jullie goede herinneringen aan hebben?

WH: ‘Ik ben nog steeds erg trots op de naamsverandering van de universiteit in 2004. Dat hebben we communicatief toen heel goed gedaan. Binnen een paar maanden was de naam Radboud Universiteit ingeburgerd.’

En jij, Martijn?

MG: ‘Het eredoctoraat van Angela Merkel in 2013. Er waren heel veel journalisten, ook internationale. Zo’n bezoek is van seconde tot seconde getimed. Merkel maakte meer tijd voor de studenten dan in het draaiboek stond. Vlak voor ze zou binnenkomen in de Stevenskerk, rook ik iets aangebrands. Ik zei tegen de technici dat ze het zo snel mogelijk moesten oplossen, maar gelukkig bleken het de kippenboutjes te zijn.’

En minder goede herinneringen?

WH: ‘Tijdens een introductie overleed een student. Media speculeerden over alcohol, maar dat had er niets mee te maken. We wilden een paar dingen niet naar buiten brengen in verband met de privacy van de student en de familie. Een journalist van De Telegraaf is er toen in geslaagd om foto’s te maken van een bijeenkomst in de Aula. Dat reken ik mezelf aan.’

MG: ‘Ik moet aan het lawinedrama in 2017 denken, waarbij studenten van de Navigators om het leven kwamen. Toen de studenten onderweg waren naar huis, verzamelden tal van journalisten zich bij de Villa van Schaeck, de sociëteit. We hebben toen een persconferentie georganiseerd op de campus, zodat de studenten met rust werden gelaten. Dat hielp enigszins, maar ook dit was een dramatische gebeurtenis, waarbij je  het voor alle betrokkenen zo goed mogelijk wil doen.’

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!