Paul Sars stopt per 1 januari als decaan van de letterenfaculteit. Hij gaat zich een jaar lang wijden aan zijn onderzoek. Daarna pakt hij zijn werkzaamheden als hoogleraar Duitse taal en cultuur en Duitslandstudies weer op. Eigenlijk loopt zijn tweede termijn nog tot 1 september 2013. Dat hij nu al stopt is om praktische redenen: in 2013 gaat collega-hoogleraar Duitse taal en cultuur Giel van Gemert met emeritaat en in datzelfde jaar stopt Johan Oosterman, hoogleraar oudere Nederlandse letterkunde, als vervanger van Sars bij Duits, om met onderzoeksverlof te gaan. Sars: ‘Na mijn decanaat heb ik recht op een sabbatjaar, waarin ik me puur op mijn onderzoek kan richten. Als ik daar pas eind 2013 aan zou beginnen, zit de afdeling Duits een jaar zonder hoogleraar. En dat net nu de afdeling lekker loopt: er komen meer studenten en het team is enthousiast. Het zou zonde zijn als dat inzakt.’ Sabbat En dus besloot Sars dat het na 7,5 jaar als decaan mooi was geweest. In januari begint zijn sabbatjaar. ‘Ik ga dus niet thuis zitten niksen, ik ben een jaar vrij om onderzoek te doen. Ik ga me toeleggen op mijn specialisatie: Duitse poëzie in Europese context. Ik ga me niet te veel op de campus laten zien, ga veel onderzoek doen in het buitenland: een periode in Krakau, in Münster en in Keulen en wellicht doe ik ook de universiteit van Ljubljana nog aan.’ Het college van bestuur heeft inmiddels een benoemingsadviescommissie ingesteld, die zich gaat buigen over de opvolging van Paul Sars. / Bregje Cobussen