Deze eerstejaars worden met ‘u’ aangesproken (maar dat hoeft niet)

05 sep 2022

De meeste eerstejaarsstudenten zijn rond de 18 jaar. Maar tijdens de introductie twee weken geleden vielen ook een paar beduidend oudere mentorkinderen op. Wie zijn ze en wat gaan ze doen? ‘Had je me vijf jaar geleden verteld dat ik psychologie zou gaan studeren, dan had ik je niet geloofd.'

Meestal is het de zoon die in de voetsporen van zijn vader treedt. Bij Frans van der Molen is het andersom: zijn zoon ging jaren geleden al studeren aan de Radboud Universiteit, nu volgt hij zelf. Van der Molen mocht zich twee weken geleden met zijn 66 jaar de oudste deelnemer aan de intro noemen. Vandaag heeft hij zijn eerste college.

‘Ik heb altijd gedacht: zodra het kan, ga ik geschiedenis studeren’, vertelt de Groesbekenaar. ‘Vorig jaar ben ik met pensioen gegaan, dus nu kan het.’

Van der Molen werkte als manager in de technieksector, in een ver verleden studeerde hij af aan de hts (hogere technische school). Geschiedenis interesseerde hem altijd al, niet toevallig werkt hij als vrijwilliger in het Bevrijdingsmuseum. ‘Mijn vader was geschiedenisleraar, in de vakanties nam hij me mee naar musea in heel Europa. Hij kon prachtig vertellen.’

‘Ik heb altijd gedacht: zodra het kan, ga ik geschiedenis studeren’

Door geschiedenis te gaan studeren, hoopt de opa van vier kleinkinderen meer te begrijpen van het heden. Waarom valt Rusland Oekraïne binnen? Hoe zijn we als mensheid op dit punt in de historie beland?

Psychologie

Berry Thomassen is juist meer geïnteresseerd in de mens als individu. Na een carrière als technisch tekenaar begint hij deze week aan een studie psychologie. Hij is 47 jaar. ‘In 2016 kreeg ik een burn-out’, verklaart hij zijn studiekeuze, ‘zo belandde ik bij een coach en kwam ik erachter dat ik eigenlijk graag wilde studeren.’

Berry Thomassen op het introfestival. Foto: Johannes Fiebig

Door omstandigheden had Thomassen die mogelijkheid niet toen hij als jonge vent van de mts (middelbare technische school) kwam. Vorig jaar begon hij alsnog aan een propedeuse technische bedrijfskunde aan de hogeschool. ‘Toen kwam ik tot de ontdekking dat je met zo’n propedeuse ook een universitaire studie kunt doen.’

Hij volgde een cursus Engels, maakte een wiskundetoets en werd toegelaten tot de studie psychologie aan de Radboud Universiteit. Zelf is hij nog steeds een beetje verbaasd over de bijzondere wending die zijn leven heeft genomen. ‘Had je me dit vijf jaar geleden verteld, dan had ik je niet geloofd.’

Als alles goed gaat, hoopt hij na zijn studie ook daadwerkelijk als psycholoog aan het werk te gaan. Maar tot die tijd wordt het aanpoten, omdat hij naast zijn opleiding blijft tekenen om de boel te kunnen bekostigen. Vanuit Barneveld rijdt hij op en neer naar de campus.

Nijmegen kende hij tot twee weken geleden niet. ‘Ik kwam er weleens voorbij over de A73, tijdens de intro heb ik voor het eerst gezien dat het een heel mooie stad is, vooral het oude gedeelte.’

Werkloosheid

Zo’n introductie tussen de studenten van 18 en 19 jaar is wel een aparte ervaring, weet ook de 65-jarige Tonnie van de Burgt. Ze moest haar mentorgroepje er twee weken geleden van overtuigen haar niet met u aan te spreken. Bijna elke dag was ze van de partij in feeststad Nijmegen, maar de cafés liet ze links liggen. ‘De kroeg is echt wel aan mij besteed, maar dan moet ik ook kunnen drinken’, zegt ze. Van de Burgt kwam telkens met de auto uit het Brabantse Budel. Ze begint aan een studie kunstgeschiedenis.

‘Die studie wilde ik altijd al doen, maar in de jaren tachtig was er sprake van grote werkloosheid en daarom koos ik toen veilig voor de ict, daar was in elk geval genoeg werk in te vinden.’

‘Ik heb geen behoefte om tussen 150 jonge studenten te zitten’

Van de Burgt boerde goed als vrouw in die sector. De laatste jaren werkte ze als zelfstandig ict’er voor onder meer gemeentes. Maar toen ze haar pensioengerechtigde leeftijd begon te naderen, besloot de moeder van twee volwassen kinderen dat het echt tijd was voor kunstgeschiedenis. Ze koos voor Nijmegen omdat de opleiding aan de Radboud Universiteit goed staat aangeschreven en omdat het aantal eerstejaars beperkt is. ‘Ik heb geen behoefte om tussen 150 jonge studenten te zitten, dan voel ik me wel echt een oude taart.’

Tonnie van de Burgt. Foto: Johannes Fiebig

Geschiedenis, en dan met name kostuumgeschiedenis, boeit haar al sinds het gymnasium. Ze kijkt uit naar de vakken van de docenten die ze twee weken geleden heeft ontmoet. De levensfase waar ze in zit, zou wel eens in haar voordeel kunnen zijn, vermoedt ze. ‘Ik ben gewend om 40 of 50 uur per week te focussen op mijn werk. Ik heb veel meer rust dan toen ik 20 was. Andere studenten moeten de stad in of op zoek naar een relatie, dat heb ik allemaal al gehad. Aan het huishouden heb ik nooit veel gedaan, dat wil ik graag zo houden.’

De 66-jarige Frans van der Molen is wel wat huiverig voor de werking van zijn brein. Hij vreest dat het studeren nu trager gaat dan toen hij 20 was. ‘Die studie wordt geen appeltje-eitje, ik zal er veel voor moeten doen.’ Zijn zoon, die hem voorging op de Radboud Universiteit, werd lid van Carolus Magnus. Dat is hij zelf toch echt niet van plan.

Leuk dat je Vox leest! Wil je op de hoogte blijven van al het universiteitsnieuws?

Bedankt voor het toevoegen van de vox-app!

2 reacties

  1. ellen klute schreef op 5 september 2022 om 11:28

    ik heb mij nooit een vreemde eend in de bijt gevonden tussen mijn medestudenten, die doorgaans veel jonger waren. Je deelt immers met elkaar dezelfde interesse, hebt soms dezelfde tentamenvrees, moet je aan dezelfde voorschriften houden, etc. Dat werkt verbindend over leeftijdsverschillen heen. Je bent tochtgenoten.
    Wel kunnen leefomstandigheden die nu eenmaal bij het senior-zijn de kop opsteken je veel meer gaan hinderen dan ze dat doen bij je jongere medestudenten. Gewoon accepteren. Je ontkomt daar nu eenmaal niet aan.
    Misschien studeer ik dit kalender jaar wel af, op mijn 74e (theologie)…… Dan kijk ik terug op een prachtige tijd aan de Radboud.

  2. Wim Langendijk schreef op 9 september 2022 om 13:25

    Toen ik pensionado werd (2003) ben ik natuur- en sterrenkunde gaan studeren. Daarvoor had ik 39 jaar scheikunde gegeven op een lyceum. Na 3 jaar heb ik mijn eerste werkcollege gegeven en ik doe dat werk nog steeds met veel plezier (inmiddels 80 jaar oud). Het blijkt nog altijd dat je nooit te oud bent om te leren.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!