Deze onderzoekers zeggen Nijmegen gedag

26 nov 2015

Soms is het nodig om je honk te verlaten. Om elders iets nieuws op te pakken, meer dynamiek om je heen te voelen of baas te worden. Alan Rowan, Joas Wagemakers en Bettina Weigelin ruilen de Radboud Universiteit in voor Brisbane, Utrecht en Houston. ‘Ik dacht de laatste tijd regelmatig: is dit het nou?’

Alan Rowan. Foto: Erik van 't Hullenaar
Alan Rowan. Foto: Erik van ’t Hullenaar

Alan Rowan, hoogleraar Moleculaire materialen, specialist op het gebied van nanotechnologie: “Ik begin in januari als directeur van het Australian Institute for Bioengineering and Nanotechnology (AIBN) aan de University of Queensland in Brisbane. In het verleden heb ik geweldige aanbiedingen gehad uit Berlijn, Chicago en Sydney – die heb ik allemaal afgezegd. Nu is de tijd er wel rijp voor, onder andere omdat mijn kinderen nu naar de middelbare school gaan en de opvoeding er voor een groot deel op zit. Zij blijven bij mijn ex-vrouw in Nederland. Het AIBN kwam bij mij uit na een internationale zoektocht. Toen ze belden, heb ik gezegd: ‘Ik ga niet onderhandelen, make me an offer I can’t refuse’. Dat deden ze. Mijn huidige vrouw was direct enthousiast en dus besloten we te gaan. Nijmegen is geweldig. Ik werk hier nu 22 jaar en het voelt als een slaapzak: warm, bekend, comfortabel. Maar dat is ook meteen het probleem. Het is te voorspelbaar geworden. Ik dacht de laatste tijd regelmatig: is dit het nou? Ik wil meer uitgedaagd worden en risico nemen, dat is ook goed voor mijn persoonlijke groei. Daarbij is Brisbane een geweldige plek en krijg ik de leiding over vijfhonderd man, op een universiteit die bij de beste van de wereld hoort. Dat leidinggeven wordt nog een grote test. Het zou kunnen dat het catastrofaal misgaat, maar ik wil niet op mijn 65e terugkijken en denken: nu kan het niet meer.”

Joas Wagemakers
Joas Wagemakers. Foto: Erik van ’t Hullenaar

Joas Wagemakers (36), universitair docent islam en Arabisch: “Mijn afdeling in Nijmegen ziet er totaal anders uit dan toen ik daar in 2006 begon – en de veranderingen zijn niet in mijn voordeel uitgevallen. De afdeling heette Arabisch & islam en had een eigen opleiding. Later verdween de opleiding en werden wij onderdeel van religiestudies. Dat betekent kort gezegd dat de studenten minder goed Arabisch leren spreken dan vroeger, maar wel weten wie Paulus is. Dat is prima te rechtvaardigen hoor, maar het past minder in mijn straatje. Als studenten nu naar de docenten kijken en denken: ‘Ik wil ook zo goed Arabisch leren praten’, dan kan dat niet meer. Wat dat betreft is de opleiding een schaduw van wat die ooit was. Ik heb in Utrecht betere doorgroeimogelijkheden. Bij de Nijmeegse afdeling zijn de laatste jaren drie hoogleraren weggegaan die nooit vervangen zijn. Dat is een enorme aderlating. In Utrecht is de afdeling juist groeiende en dat geeft een heel fijne dynamiek. Mijn onderzoek is daar institutioneel gezien ook beter ingebed. Bij het schrijven van een onderzoeksvoorstel moet je aangeven waarom dat onderzoek past binnen het instituut waar je werkt. In Utrecht past dat in mijn geval beter dan in Nijmegen. Ik merk dat de chef van de afdeling me graag wil hebben – hij heeft me niet voor niets gevraagd om te solliciteren. Ik ben er zeker van dat dit de juiste stap is voor mijn carrière.”

Bettina Weigelin. Foto: Erik van 't Hullenaar
Bettina Weigelin. Foto: Erik van ’t Hullenaar

Bettina Weigelin (33), onderzoeker bij de afdeling celbiologie van het Radboud Institute for Molecular Life Sciences (RIMLS): “Ik ga naar Houston, in Texas, naar een van de bekendste en grootste ziekenhuizen op het gebied van kanker ter wereld: het MD Anderson Cancer Center. Een prachtige kans. Mijn baas hier op de afdeling heeft in Houston een tweede laboratorium ingericht waar met een bepaalde techniek, multifoton microscopie, kanker in levende cellen in beeld wordt gebracht. Het is een ingewikkelde techniek, maar we zijn daar in ons lab bij het RIMLS in gespecialiseerd. Mijn taak in Houston wordt het opbouwen van deze techniek daar, zodat die ingezet kan worden bij immuuntherapie tegen prostaatkanker. We weten dat de therapie bij prostaatkanker werkt. Alleen: niet als de kankercellen in de botten zijn uitgezaaid. We willen weten waarom niet. Zij hebben goede mogelijkheden om dit onderzoek te doen. De VS investeert veel geld in immuuntherapie én in onderzoek naar prostaatkanker. Dat trekt weer allerlei goede wetenschappers aan. Ik zie ernaar uit om met hen van gedachten te wisselen. Hier in Nijmegen heb ik het ook goed naar mijn zin, we hebben alleen niet de budgetten die ze daar wel hebben. Ik ben wel van plan om elk jaar een paar maanden terug te komen. Ik ken de mensen hier, ik ken de microscopen, de faciliteiten zijn compacter. Ik denk dat ik zo sommige stappen in het onderzoek snel gedaan kan krijgen.” / Tim van Ham & Martine Zuidweg

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!