Deze studenten wonen niet in een doorsnee studentenhuis

08 dec 2021

Elke student in Nijmegen kent de Sint Annastraat, de Van Oldenbarneveldtstraat of de Burghardt van den Berghstraat. Maar er zijn ook andere plekken om te wonen, bewijzen deze studenten. Zij vonden hun plek op een eiland, in een nomadengemeenschap en in een verzorgingstehuis.

Max Receveur, 29 jaar, student filosofie

‘Het unieke aan deze plek is de prachtige natuur. Ik kijk uit het raam en zie alleen maar groen. ’s Nachts hoor ik uilen. De confrontatie met natuurelementen, zoals flinke regenbuien of vorst, maakt het leven hier soms tot een uitdaging, maar leert je ook creatief te zijn.’

‘Onze woonplekken zijn tijdelijk: we trekken met onze keten van plaats naar plaats. Zo woonden we eerder in Lent bij de Griftdijk, al ben ik hier in Dukenburg veel meer op mijn plek. Er is hier meer reuring: bijna elke dag komen er wel mensen tijdens het uitlaten van de hond een praatje maken of komen leraren van de school tegenover ons langs.’

‘Geen enkele dag is saai. Dat reiskarakter, maar ook het gevoel dat je thuis bent, maakt voor mij dat ik bij de stadsnomaden echt op mijn plek ben. Ook onze dieren maken mijn leven hier compleet. We hebben drie katten, twee honden en ongeveer twintig kippen. Internet en een smartphone zijn dingen die ik bewust níét heb. Ik zit liever in de zon met een kop koffie en een goed boek wat na te denken over het leven.’

Alissa Zennipman. Foto: Duncan de Fey

Alissa Zennipman, 24 jaar, student fysiotherapie

‘Twee weken voordat de coronapandemie begon, kwam ik op Veur-Lent wonen. Het echte studentenleven kon ik hier dus niet direct proeven, maar dat was eigenlijk geen probleem. Ik denk dat er niet veel studenten met zo weinig omgevingsgeluid en zo’n mooi uitzicht thuis konden werken of studeren.’

‘Dat is nu, anderhalf jaar later, wel anders. Ik heb het veel te gezellig met mijn huisgenoten. Vooral in de zomer is het hier geweldig. Dan barbecueën we bijna dagelijks in onze achtertuin. Als de zon schijnt, zit je binnen een minuut op het Waalstrand. Heb je zin in een koud biertje? Dan hoef je niet met een koelbox te slepen, maar loop je gewoon even naar binnen.’

‘Er zijn niet veel studenten in dit gebied. Onze buurman is de huisbaas. Daar moeten anderen waarschijnlijk niet aan denken, maar die van ons is fantastisch. Toen deze winter het water van de Waal bijna in onze achtertuin stond en we de tuin moesten leegruimen, kwam hij zelfs warme chocolademelk brengen. Die gezelligheid binnen én buiten ons huis, het Waalstrand en onze grote tuin maken dat ik hier voorlopig niet wegga.’

Devlin Oosterwijk en Femke van der Pal. Foto: Duncan de Fey

Devlin Oosterwijk (27) en Femke van der Pal (26), afgestudeerd planoloog en socioloog

‘Herten in onze achtertuin hebben we al regelmatig gezien, en dat kunnen waarschijnlijk niet veel studenten zeggen. We wonen midden in het bos tussen Nijmegen en Groesbeek, op het terrein van Dekkerswald. Dat je tijdens je pauze direct in de natuur staat voor een wandeling, is waanzinnig. Het grootste nadeel is helaas het fietsen naar de winkel. Die is ver weg en ligt boven op een heuvel. Nu we wat ouder zijn hebben we gelukkig een auto, maar die jarenlange fietstochten waren best pittig.’

‘Ons huis is een bungalow waar vroeger de directeur van de zorggroep in woonde. Hij was hier een paar dagen per week als hij moest werken. Zijn overbuurman, de jachtopzichter van het bos, woont er nog steeds. Hoewel hij gepensioneerd is, houdt hij alles nog steeds in de gaten: we kunnen niks doen zonder dat hij het doorheeft. Dat is eigenlijk heel grappig en we hebben leuk contact met hem.’

‘Sinds kort wonen we hier antikraak. Het bestemmingsplan voor studentenhuisvesting is namelijk niet meer verlengd. Ons huis gaat binnenkort tegen de vlakte, maar daar hebben we geen problemen mee. Weinig mensen zullen voor zo weinig geld zoveel woonruimte hebben. We hebben hier bovendien leuke jaren gehad.’

Tirsa Prins met medebewoner. Foto: Duncan de Fey

Tirsa Prins, 24 jaar, student psychologie

‘Meneer Verheijen (98) is een van mijn oudste medebewoners. We gaan ’s ochtends vaak samen een stukje wandelen. Met een andere bewoner fiets ik graag, onderweg halen we dan een ijsje.’

‘Ik woon in een verzorgingshuis met drie andere studenten. We kunnen hier goedkoop wonen, maar daar staat wel tegenover dat we dertig uur vrijwilligerswerk per maand doen. Dat kan van alles zijn: koken, schilderen, een kopje koffie drinken, wandelen. Het concept bestond al in Amsterdam en wij waren de eersten die het in Nijmegen gingen proberen.’

‘Ik kan na drie jaar wel stellen dat het is geslaagd: iedereen is enthousiast. Ik heb altijd al het doel gehad om iets te doen voor mensen die in mijn ogen een beetje vergeten worden. Hier komen wonen was dus een bewuste keuze. Ik vind het leuk om met de ouderen een band op te bouwen. Het vrijwilligerswerk is eigenlijk een vorm van ontspanning geworden. Als ik de hele dag heb gestudeerd, is een uurtje samen in de tuin werken erg fijn. Ik zie de ouderen ook niet als werk of doel: ze zijn mijn medebewoners en sommigen mijn vrienden.’

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!