Deze studenten worden geestelijk verzorger
Er écht voor iemand zijn. Dat is wat Francine Wildenborg, Wouter Derks en Ninke Luijters leren in de opleiding tot geestelijk verzorger. Als ze hun master hebben afgerond, staan ze mensen bij met zingevingsvragen rond leven en dood. ‘Mensen vertellen soms dingen die ze nooit eerder met iemand deelden.’
Francine Wildenborg (36) uit Utrecht: ‘Ik wil méér bieden dan een interview’
‘Geestelijk verzorger is van oudsher een beroep dat door religieuzen werd uitgevoerd. De pastoor kwam langs om op iemands sterfbed te praten over het hiernamaals of het geloof in God. De maatschappij is veranderd, minder mensen gaan naar de kerk. Ik word een geestelijk verzorger zonder religieuze achtergrond.
In mijn vorige werk als journalist bij het Algemeen Dagblad schreef ik veel over zorg. Vaak ging het over ziektes of behandelingen. Maar zelden over hoe je omgaat met een situatie die niet op te lossen is. Wie zorgt er voor je als je ongeneeslijk ziek bent, gehandicapt raakt of te maken krijgt met verlies? Toch raakten dit soort verhalen me het meest. Als journalist kun je niet meer doen dan knikken en schrijven. In de rol van geestelijk verzorger heb je langer en dieper contact en beschik je over de tools om mensen te helpen.
‘Wie zorgt er voor je als je ongeneeslijk ziek bent of te maken krijgt met verlies?’
In de opleiding leer ik gesprekstechnieken, dat raakt aan journalistieke interviews. Goede vragen stellen en luisteren is belangrijk. De gesprekken zijn vertrouwelijk, mensen vertellen soms dingen die ze nooit eerder met iemand deelden. Pijnlijke zaken, of iets waarvoor ze zich schamen. Dat kan enorm opluchten en zorgen voor een andere mindset. Je kunt samen met iemand op zoek gaan naar een ervaring of een metafoor die steun biedt.
Voor mijn studie lees ik nu de Bijbel en de Koran. Je moet snappen wat Jezus betekent voor een christen en hoe belangrijk de profeet Mohammed is in het leven van een moslim. Ik hoef niet mee te bidden, maar moet wel de rituelen begrijpen.
Na mijn studie hoop ik deels in een ziekenhuis te kunnen werken en deels bij mensen thuis. De minister van volksgezondheid stelt per 1 januari 25 miljoen beschikbaar voor geestelijke verzorging in de thuissituatie, dat is heel goed nieuws!’
Wouter Derks (20) uit Dongen: ‘Mensen zeggen dat ik mijn roeping heb gevonden’
‘Een paar jaar geleden ben ik uit de kast gekomen als christen. Mijn ouders zijn gelovig en beiden theoloog, maar ze hebben mij altijd heel vrij gelaten. Lange tijd wist ik niet precies hoe ik er zelf in stond. Vragen over religie en levensvragen vond ik wel altijd interessant. Wat doen we op deze wereld? Wat is de reden dat ik elke ochtend uit bed kom? Soms heb ik ontmoetingen die zó mooi zijn, die zie ik als iets goddelijks. Vergelijk het met liefde. Iedereen weet dat het bestaat, maar het laat zich lastig bewijzen.
‘Mijn vader laat me als pastoraal werker soms zijn preek lezen’
Ik doe de hbo-bachelor tot geestelijk verzorger in Utrecht én volg alvast de premaster aan de universiteit hier. Wil je later in een academisch ziekenhuis werken, dan is een academische opleiding vereist. De hbo-studie vind ik heerlijk omdat ik veel behoefte heb aan de praktijk. Vorig jaar mocht ik al stage lopen in een ziekenhuis.
Bekenden zeggen wel eens: ‘Jij hebt echt je roeping gevonden.’ Het woord roeping zou ik zelf niet gebruiken, maar ik snap het wel. Een geestelijk verzorger is een vertrouwenspersoon. Mensen zitten ergens mee en jij hebt de eer naar ze te luisteren. Ik vind het prachtig om er echt voor iemand te zijn, wist als kind al dat ik iets sociaals wilde doen.
Mijn vader laat me als pastoraal werker soms zijn preek lezen. We voeren mooie gesprekken. Als geestelijk verzorger ben ik er straks niet alleen voor gelovigen, maar voor iedereen die met levensvragen en zingeving bezig is. Ik realiseer me dat ik nog erg jong ben en niet zo veel levenservaring heb. Als persoon kan ik alleen maar proberen te groeien, dat is belangrijk voor het vak. Volgens mijn stagebegeleider in het ziekenhuis ben ik goed in staat een sfeer te creëren waarin mensen zich gehoord voelen.’
Ninke Luijters (32) uit Cuijk: ‘Het is mijn droom om naar Congo te gaan’
‘Sinds mijn zestiende is het mijn droom om met een ngo naar Congo te gaan en oorlogsslachtoffers te helpen. Maar onze kinderen zijn nog klein, het is nu niet het goede moment. Een onderwerp dat mij erg bezighoudt is moral injury, morele verwonding (bijvoorbeeld bij veteranen, red.). Het aandachtig luisteren naar de ervaring van mensen die een indringende gebeurtenis hebben meegemaakt, is essentieel voor hun verwerking. De essentie van het werk van geestelijk verzorger is wat mij betreft het onbevooroordeeld aanhoren van wat iemand vertelt.
‘We leren we veel over de islam en het jodendom’
Meer dan tien jaar heb ik als verpleegkundige in het ziekenhuis gewerkt, voornamelijk bij verloskunde. Daar heb ik ook herdenkingsbijeenkomsten georganiseerd voor ouders van overleden kindjes. In die rol merkte ik hoe belangrijk het is om de persoon tegenover je erkenning te geven en serieus te nemen. Een moeder die twee baby’s had verloren, zei eens tegen me: ‘In het andere ziekenhuis voelde ik me zó niet gehoord, zó niet begrepen.’ Dat raakte me. Het had de toch al intens verdrietige situatie voor haar nodeloos zwaar gemaakt.
Ik ben goed in luisteren en heb besloten daar nu mijn levenswerk van te maken. Zelf ben ik katholiek opgevoed, maar een religieuze achtergrond is denk ik niet nodig om een goede geestelijk verzorger te worden. In de opleiding leren we veel over de islam en het jodendom, dat is zinvol. Vanuit je eigen westerse, christelijke identiteit kun je makkelijk fouten maken. Zo is het in de verloskamer handig te weten dat een islamitische vader volgens de traditie een gebed in het oor van zijn pasgeboren baby wil fluisteren. Waar het kan, moet je daar ruimte voor maken.
Als geestelijk verzorger zou ik graag met een therapiehond werken en ik ben aan het uitzoeken hoe dat zou kunnen.’