Dieren eten, mag dat nog?
Kunnen we nog wel dieren eten? De campus is tot op het bot verdeeld. Doden hoort bij het leven en CO2-neutraal voedsel bestaat niet, zegt hoogleraar Marcel Wissenburg. Collega Roos Vonk vergelijkt de bio-industrie met een concentratiekamp.
Even een feitje. De planeet staat er beroerd voor, zegt een in maart verschenen VN-rapport. En de productie van vlees is daar mede verantwoordelijk voor: die kost meren vol water en levert veel uitstoot van broeikasgassen op. Toch is dat niet de reden waarom psychologiehoogleraar Roos Vonk drie decennia geleden stopte met het eten van vlees. Dieren zijn er niet om te gebruiken door de mens, vindt Vonk. Wie zijn wij om ze in kleine hokjes te proppen, of zoals ze zelf formuleert, ‘in concentratiekampen’? ‘Ik weet dat het woord weerstand oproept, maar ik gebruik het toch. Ga maar eens op YouTube kijken naar filmpjes van zo’n stal met fokzeugen, dat is gewoon net een concentratiekamp waarin dieren tot dingen zijn gereduceerd.’
Milieu
In haar studietijd, in de jaren tachtig, behoorde ze als vegetariër tot een bijzondere soort. Tot vermoeiends toe moest ze zich verantwoorden. Wat dat betreft is er wel wat veranderd. Als ze nu met anderen samen eet en vertelt dat ze vegetariër is, dan buitelen haar tafelgenoten over elkaar heen met verontschuldigingen: ‘Maar wij eten ook heel weinig vlees hoor!’
Dat de huidige zorgen om het klimaat meer mensen doet stilstaan bij het eten van vlees, is een mooie bijkomstigheid, vindt Vonk. Ze heeft dan ook sterk de indruk dat er iets aan het veranderen is. ‘Ik merk dat het inzicht dat dieren gevoel hebben en lijden ook langzaam doorsijpelt in de samenleving.’
Tuttut, zegt hoogleraar Politieke theorie Marcel Wissenburg dan. Het hangt er maar vanaf in welk milieu je zit. Te midden van links-intellectuelen is vegetariër zijn misschien een hot topic, nuanceert hij op zijn kamer in het Elinor Ostromgebouw, ‘maar als ik om me heen kijk in Nijmegen, naar mijn buren enzo, dan zie ik heel wat anders. Die hebben echt geen last van zulke bevliegingen.’
Zijn buren denken heus wel na over dierenleed en dierenmishandeling. En sommigen vertellen dat ze liever minder fabrieksmatig geproduceerd vlees zouden eten. ‘Maar als je het dubbele moet betalen voor hetzelfde stukje vlees en je hebt een krappe beurs, dan is de keuze snel gemaakt.’
‘We hebben geen plicht dieren beter te behandelen dan de rest van de natuur doet’
Twee extremen op de Nijmeegse campus. En allebei vertegenwoordigen ze een behoorlijke groep mensen. Mag je als mens een dier doden? Ja, dat mag in de ogen van Wissenburg. ‘Doden is niet intrinsiek slecht, de dood is een onderdeel van een natuurlijk leven, en we hebben geen plicht dieren beter te behandelen dan de rest van de natuur doet.’
Maar onverdoofd slachten gaat hem te ver, ‘omdat we weten dat er prettiger manieren zijn om te sterven’. Mensen kunnen, anders dan dieren, nadenken over goed en kwaad en daar vervolgens al dan niet naar leven. ‘Dat zie ik een doorsnee slak niet doen.’
Killer
Wat hijzelf eet? Veel wild, gevogelte vooral. Dat heeft meer met zijn cholesterolverlagend dieet te maken dan met een politiek correcte keuze. In dat dieet past geen rood vlees, varkensvlees of lamsvlees. ‘Lamsvlees schijnt echt een killer te zijn, heel jammer want ik ben er dol op. Maar ja, ik wil wel mijn pensioen halen.’
Verder probeert hij alles wat hem lekker lijkt. ‘Een paar dagen in de week vis en – ik durf het best te zeggen hoor – gewoon omdat ik het wilde proeven: dingetjes van de Vegetarische Slager. Ik heb de worstjes in mijn maandelijkse Engelse ontbijt vervangen door worstjes van dat merk. Die zijn echt ongelooflijk lekker.’
Wissenburg baarde opzien toen hij van leer trok tegen de Meat Free Monday die campusrestaurant de Refter drie jaar terug in het leven riep (en inmiddels al weer heeft afgeschaft). Hij maakt zelf wel uit wat goed voor hem is, zegt hij. Daarbij: ‘De universiteit is een plaats waar we denken, waar we in redelijkheid tot keuzes komen. En waar we niet de zweep over elkaar leggen.’
Voor Vonk is Meat Free Monday wel het minste dat je kunt doen. ‘We eten veel meer vlees dan natuurlijk en gezond voor ons is. In vroeger tijden kón je niet eens elke dag vlees eten. Dan ving je een keer een wild zwijn, daar moest je dan maanden mee doen. In de jaren vijftig at je hooguit twee keer per week vlees, dat was een luxe. Nu slachten we alleen in Nederland al 1,8 miljoen dieren per dag. We zijn met onze massaproductie echt ontspoord.’ Nog beter dan een vleesloze maandag vindt ze een dagelijks groot aanbod vegetarisch en veganistisch eten.
‘We slachten alleen in Nederland al 1,8 miljoen dieren per dag’
Vonk is fel over het doden van dieren. Ook met verdoving gaan varkens en kippen in het slachthuis door een hel, zegt ze. ‘Alles is gericht op snel en veel, dus die mensen in de slachthuizen hebben echt geen tijd om de dieren gerust te stellen. Veel dieren zijn niet eens goed verdoofd. En ze verzetten zich natuurlijk, want ze willen niet dood.’ Beweer je dat je alleen ‘diervriendelijk’ vlees eet dan heb je oogkleppen op, vindt Vonk. ‘Dan probeer je alleen jezelf te sussen.’
De indruk van Vonk dat er iets gaande is met het voedingspatroon van de Nederlander klopt wel, zegt voedingssocioloog Hans Dagevos van de Wageningse universiteit. ‘Er gebeurt van alles’, zegt hij, waarbij hij onder meer verwijst naar de opkomst van plantaardige vleesvervangers. ‘De laatste jaren zijn deze producten enorm verbeterd en de industrie ontwikkelt aan de lopende band nieuwe. We zijn in Nederland heel goed in het maken van plantaardige alternatieven.’
En toch zijn we niet minder vlees gaan eten. Dat geldt althans voor de gemiddelde Nederlander. Hoewel Nijmeegse studenten, blijkens de Vox-enquête, zeggen vaker vlees te laten staan, geldt dat niet voor al die andere Nederlanders. De gemiddelde Nederlander eet 38 kilo vlees per jaar en dat at-ie tien jaar geleden ook al, zegt Dagevos. Wat Marcel Wissenburg constateert klopt dus ook: mensen laten zich hun lapje vlees niet zo maar afnemen.
Vleesvervangers vormen op dit moment niet meer dan 1 à 2 procent van de totale markt. In online enquêtes uiten mensen vaak wel goede voornemens over minderen met vlees, maar ze voegen meestal niet de daad bij het woord, weet Dagevos. En dan zijn er nog de grootgebruikers, vaker man dan vrouw, die soms tot 300 gram vlees per dag verorberen. Een runderlapje bij het avondeten, even een kroketje tussendoor, salami op brood, een worstje voor de buis. Terwijl de richtlijnen van het Voedingscentrum 70 gram voorschrijven.
De Roos Vonken zijn in Nederland in de minderheid. Dagevos schat dat een kleine 5 procent van de bevolking vegetarisch eet, dat zijn zo’n 800.000 mensen. Of hogeropgeleiden minder vlees eten dan de rest van Nederland, is onbekend. Betrouwbare cijfers ontbreken, wat volgens de socioloog iets zegt over het geringe belang dat de rijksoverheid hecht aan het sturen van de vleesconsumptie. Toch zal er wat moeten gebeuren, vindt hij.
Poelier
‘Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wil dat de Nederlandse bevolking in 2030 eet volgens de Schijf van Vijf. Dat betekent 25 kilo vlees per persoon per jaar, in plaats van 38 kilo. Een hele klus, als je bedenkt dat het de afgelopen tien jaar niet eens is gelukt één kilo per jaar te minderen. Er moet dus iets extra’s gebeuren en dat zal van de overheid moeten komen.’
Waar hij aan denkt? Veel meer, vooral sociaalwetenschappelijk onderzoek. ‘Als we de consument beter begrijpen, kunnen we achterhalen waar de kansen liggen om de vleesconsumptie te verminderen.’ Verder: betere voorlichting over gezonde porties en over de effecten van vleesconsumptie op het klimaat.
Marcel Wissenburg zal er zijn gevogelte niet voor bij de poelier laten liggen. Stoppen met vlees eten zal de CO2-uitstoot niet zo drastisch verlagen als we zouden willen, verwacht hij. Als we geen vlees eten, verorberen we wel iets anders dat uitstoot van CO2 veroorzaakt, is zijn redenering. Er is nu eenmaal geen klimaatneutraal voedsel.
HET RAADSEL VAN DE VISETENDE VEGETARIËR
Er zijn vegetariërs die wél vis eten. Alsof vis geen vlees zou zijn. Dat heeft ermee te maken, zegt hoogleraar Organismale dierfysiologie Gert Flik, dat het gevoelsleven van de vis zwaar wordt onderschat. ‘Mensen zeggen: ‘Dat beest is koud en glibberig, laat geen expressie zien, kent geen pijn en er zijn er ontzettend veel van’. In mijn perspectief allemaal weinig doordachte redenen om te denken dat je vissen anders kunt behandelen dan kippen of varkens.’
Over die expressie kan Flik kort zijn. Die hebben vissen dus wel degelijk. Alleen valt het niet zo op, want spieren voor de gezichtsmimiek vind je niet in de vissenkop. Maar door met de ogen te draaien kunnen vissen zeker iets uitdrukken. De onderkaak kunnen ze laten zakken, waarbij kleurenpatronen tevoorschijn komen die de vis groter, aantrekkelijker of dreigender doen lijken.
Vissen reageren ook op pijnprikkels. Als een vis wordt gebeten door een roofvis of een object in het water schampt, dan voelt hij dat. ‘Net zoals mens,varken en kip, in feite alle gewervelde dieren, hebben vissen ook zenuwvezels die pijnprikkels doorgeven aan de hersenen.’
Dat blijkt ook uit zijn onderzoek. Zet je een zebravis in een bak die verdeeld is in een zwart en een wit compartiment, dan zwemt de vis naar de zwarte kant, want daar voelt-ie zich veilig. In het licht is de zebravis kwetsbaarder, want voer voor de reiger. In een experiment gaf Flik de vis steeds een elektrisch schokje wanneer deze naar de zwarte kant zwom. Na verloop van tijd koos de vis eieren voor zijn geld en bleef zwemmen aan de lichte kant van de bak. ‘Dat betekent dus dat de vis A: goed kan leren en onthouden en B: dat je met kwalijke prikkels ingewikkeld gedrag kunt beïnvloeden. Dan weet je dat vissen dit soort prikkels kunnen verwerken in de hersenen.’
Het vreemde is: Flik eet gewoon vis. Want hij is nu eenmaal, zoals hij het noemt ‘een omnivoor’. ‘Voor omnivoren zoals wij mensen is het beter om gevarieerd te eten.’ Daarnaast vindt hij vis (en vlees) gewoon lekker. Voorwaarde is wel dat het doden niet voor onnodige stress zorgt. ‘Ik eet bij voorkeur vis met een duurzaamheidslabel.’
Maandag verschijnt de nieuwe Vox, die in het teken staat van dieren.