Dijkgraaf wil bindend studieadvies verlagen: 30 studiepunten genoeg in eerste jaar
De lat gaat omlaag: eerstejaarsstudenten hoeven straks maar 30 van de 60 studiepunten te behalen om door te mogen met hun opleiding. Tenminste, als de plannen van minister Dijkgraaf een meerderheid krijgen.
Om het studentenwelzijn te verbeteren, wil minister Robbert Dijkgraaf de druk van de ketel halen en het bindend studieadvies (bsa) intomen. Als eerstejaarsstudenten minstens de helft van hun studiepunten behalen, kunnen ze straks niet meer worden weggestuurd van hun opleiding.
Wel moeten ze in het tweede studiejaar opnieuw 30 studiepunten behalen, schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. Na twee jaar studeren moeten ze dus minstens zestig punten hebben verzameld. Zo krijgen ze meer tijd om te wennen aan studeren, meent de minister.
Nu is de norm volgens het ministerie gemiddeld 45 punten. De ingreep (gemiddeld 15 punten minder) moet de prestatiedruk verlagen. Er is een wetswijzing voor nodig en die kost tijd: de plannen zouden per september 2025 moeten ingaan.
Vox-verslaggever Maaike ging vorige maand op pad om studenten te vragen naar hun mening over het bsa:
‘Te veel druk werkt verlammend, kan leiden tot slechtere leerprestaties en vertroebelt zo het beeld of een student al dan niet geschikt is voor een opleiding’, zegt Dijkgraaf in een persbericht.
Eerstejaars hebben al genoeg aan hun hoofd, meent hij. ‘In het eerste jaar komt er veel op een student af, zoals op kamers gaan, wennen aan studie en studentenleven en op eigen benen staan.’ Daarom moeten opleidingen de lat niet te hoog leggen, is zijn conclusie.
Universiteiten
Het is een slecht plan, reageert voorzitter Pieter Duisenberg van universiteitenvereniging UNL. Tijdens een online persconferentie strooit hij met cijfers en grafieken die moeten aantonen dat het huidige bindend studieadvies prima werkt.
Dankzij het bsa weten studenten sneller waar ze aan toe zijn, zeggen de universiteiten. Sterker nog, juist zwakkere studenten zouden gebaat zijn bij een hoge norm. Zij studeren namelijk naar de norm toe: ligt de lat hoger, dan springen ze hoger en daar hebben ze later in hun opleiding nog steeds profijt van.
WOinActie
Een lagere bsa-norm zal de werkdruk onder docenten verhogen, voorspelt de Groningse hoogleraar statistiek Casper Albers. Hij is betrokken bij WOinActie en was ook bij de online persconferentie. Een lagere norm zorgt ervoor dat zwakkere studenten langer binnen de opleiding blijven en die vragen nu eenmaal meer aandacht, is zijn redenering. Als de minister dit plan wil doorzetten, zou hij volgens Albers meer geld beschikbaar moeten stellen.
Voor ouderejaars zou het bovendien niet goed zijn om in een werkgroep te zitten met studenten die nog vakken uit het eerste jaar moeten inhalen. De bsa-plannen kunnen ten koste van de onderwijskwaliteit gaan, denken de universiteiten.
Hogescholen
De hogescholen reageren kalmer. ‘Het hbo kent een grote variëteit aan instellingen en opleidingen, allemaal met hun eigen identiteit en visie op hun beroepsopleidingen’, zegt voorzitter Maurice Limmen van de Vereniging Hogescholen. ‘De minister verbindt het bsa nu weliswaar aan een maximum, maar binnen de speelruimte die de minister biedt, kunnen instellingen zelf hun keuzes blijven maken.’
De afgelopen jaren hebben verschillende hogescholen het bsa versoepeld of zelfs helemaal afgeschaft; andere zijn van plan om dat binnenkort te doen. Het lijkt dus een trend om studenten langer binnenboord te houden, al zijn er ook hogescholen die liever op de oude voet verder zouden willen.
Studenten
Maar studentenvakbond LSVb is juist blij. Het is een goede zet van de minister, stelt voorzitter Joram van Velzen: ‘Nu wordt het bindend studieadvies vaak ingezet als middel om studenten zo snel mogelijk van de hogeschool of universiteit af te trappen als ze niet genoeg rendement opleveren.’ Het liefst zou de vakbond het bindend studieadvies helemaal schrappen.
Ook het Interstedelijk Studenten Overleg noemt de plannen een verademing. ‘Wat ons betreft gaan de woorden bindend en advies überhaupt niet samen’, zegt bestuurslid Sam de Fockert. ‘Met deze versoepeling wordt een betere balans gevonden tussen het welzijn van studenten en hun studievoortgang.’
Politiek
Dijkgraafs voorganger en partijgenoot Ingrid van Engelshoven (D66) wilde het bsa ook inperken. In september 2018 verkondigde zij dat de norm omlaag moest naar 40 punten in het eerste jaar. Zij moest echter bakzeil halen en zei later dat ze vooral ‘een steen in de vijver’ wilde gooien.
De Tweede Kamer moet nog over de nieuwe plannen praten. Dat kan nog spannend worden, want de twee grootste regeringspartijen VVD en D66 hebben tegengestelde ideeën over het bsa. De VVD vindt een strenge norm prima, terwijl D66 sceptisch is.
In het regeerakkoord stond al dat het bindend studieadvies zou worden aangepast, maar hoe precies? Studenten zouden de kans krijgen om de norm in hun tweede jaar alsnog te halen. ‘Bij evident onvoldoende studievoortgang behoudt de instelling de mogelijkheid om een bindend studieadvies af te geven aan het einde van het eerste jaar en de student te begeleiden naar een beter passende opleiding.’
Alternatief
De universiteiten stellen twee alternatieven voor. Hun ideaal: laat opleidingen zelf, in overleg met de medezeggenschap, bepalen welke norm bij hen past. Mocht dat politiek niet haalbaar zijn, leg de norm dan in elk geval hoger, bijvoorbeeld op maximaal 45 punten.
L.J. Lekkerkerk (Hans) schreef op 11 mei 2023 om 12:48
Dat ’teveel druk verlammend werkt’ kan niemand betwisten.
Maar is een hoge BSA-norm wel echt de (enige) veroorzaker van druk?
Volgens de WHW moeten HBO/WO-opleidingen per jaar 60 EC aan zwaarte hebben, wat voor de ‘gemiddeld geschikte student’ (GGS) overeenkomt met 1.680 uur studeren.
Zo bezien is studeren net werken; het aantal werkdagen per jaar minus verlofdagen komt ook op zo’n 1.700 uur uit (8-urige werkdag).
Het aantal weken waarin onze ‘GGS’ die 1.680 uur moet zien te maken is bij 40-urige werkweek: 42 weken.
Het jaarrooster verschilt per universiteit; allerlei indelingen in 2 semesters, 4 tot 5 blokken enz.
Het RU-rooster telt 35,5 weken aan onderwijs- en tentamenweken (de effectieve GGS heeft geen herkansingen nodig, calamiteiten daargelaten); dat komt neer op 47,3 uur per week. Afgerond op 48 uur moet de GGS dus 20% overuren draaien, naast de ruim 10 uur betaald werk en sociale schermtijd, om het programma te kunnen doen.
Geen wonder dat de meesten 4 jaar over de 3-jarige bachelor doen….
Het studiejaar dient dus voortaan overal 42 nominale studieweken te zijn om de gevoelde werkdruk te verlagen.
En … wanneer de GGS de studie in (veel) minder uren dan die wettelijke 1.680 kan halen, dan is er ook nog iets anders aan de hand.