De verkiezingstijd is aangebroken. In dat kader was Jeroen Dijsselbloem, minister van Financiën, dinsdagavond op de Radboud Universiteit. Vox stelde hem na afloop in het Grotiusgebouw vier vragen.

850.000 mensen mogen deze Tweede Kamerverkiezingen voor het eerst stemmen, waaronder veel studenten. Stemde u de eerste keer op de Partij van de Arbeid?
‘Ik weet nog dat ik met mijn moeder naar het stembureau liep. Na afloop vroeg ze: “op wie heb je gestemd?” Piet Danker, van de Partij van de Arbeid, was het antwoord. Mijn moeder schrok een beetje, want ze is eigenlijk niet voor de Partij van de Arbeid. Maar Danker vond ze gelukkig wel een betrouwbaar persoon. Toen ik daarna op kamers in Wageningen ging, ben ik gelijk actief lid geworden. Mijn eerste baan was ook voor de Partij van de Arbeid, als fractiemedewerker in het Europees Parlement.’

Toch stemmen veel jongeren niet en telt deze categorie de meeste thuisblijvers. Waarom zouden zij toch naar de stembus moeten gaan?
‘Het belangrijkste is dat ze hun invloed niet verloren laten gaan. Het beste voorbeeld is het Verenigd Koninkrijk, waar jongeren die wél gingen stemmen massaal voor een toekomst binnen de Europese Unie kozen. Maar doordat een groot deel van de jongeren niet naar de stembus ging, werd het uiteindelijk een brexit.

In Nederland gaat het de komende jaren over de inrichting van het pensioenstelsel, de arbeidsmarkt en over onze positie in Europa. Dit raakt allemaal de levens van jongeren. Zij moeten daarom massaal de verkiezingen gaan beïnvloeden.’

Vanavond zaten in de zaal ook jongeren met politieke ambities. Welke tips kunt u hen meegeven?
‘Je moet een politieke carrière wel echt leuk vinden, want het kost veel tijd naast je studie of werk. Je wordt natuurlijk niet meteen betaald Tweede Kamerlid. Voor mij persoonlijk is de grootste motivatie de inhoudelijke kant. Je helemaal invreten in onderwerpen die maatschappelijk spelen. En als je daar goed in bent, dan ontwikkelt die politieke carrière zich vanzelf. Een uitstekende leerschool die je klaarstoomt voor het grote werk is de gemeenteraad, waar ik zelf ook in heb gezeten.’

U bent naast minister voorzitter van de Eurogroep. Naar welk Europees land gaat u het liefst op vakantie?
‘Ik ga eerlijk gezegd het vaakst op vakantie naar Engeland. Dus ook daarom vind ik het ontzettend jammer dat Engeland uit de EU gaat. Desondanks blijf ik er heengaan hoor. Misschien dat ik na mijn ministerschap nog een keer in Griekenland vakantie ga vieren, ik kom er nu alleen voor mijn werk.’

Jeroen Dijsselbloem was in Nijmegen op uitnodiging van de Faculteit der Managementwetenschappen en haar studieverenigingen BOW, ismus en ESV.