Dit deden zij met hun sabbatical
Vox-hoofdredacteur Annemarie Haverkamp schreef gisteren op deze plek over haar (best ook stressvolle) schrijf-sabbatical. Wat deden andere Radboud-medewerkers met hun verlof?
MO TIEL, projectmanager ISC (ICT Servicecentrum), fietste in 2014 in zes maanden van Kenia naar Zuid-Afrika. Tien landen deed ze aan. ‘Als student wilde ik al naar Afrika fietsen’, vertelt ze. Tiel plaatste een advertentie voor fietsmaatjes, volgde een fietsreparatiecursus en begon met drie mannen en drie vrouwen aan de reis. Na twee maanden splitsten de vrouwen zich af om de mannen op de eindbestemming weer te treffen. Overnachten deden de dames meestal in een tentje, bij een lodge of in een dorp.
Gevaarlijk? Nee, zegt Tiel. Niet als je goed voorbereid bent. ‘De mensen onderweg zijn zo vreselijk vriendelijk.’ De woestijn van Namibië was een twijfelgevalletje. Zonder een enorme voorraad water – lastig meenemen op de fiets – is die tocht levensgevaarlijk. ‘We hebben met een toerist met een auto afgesproken dat hij op verschillende plekken flessen water zou achterlaten voor ons. Hij deed er een briefje bij met het verzoek van het water af te blijven omdat het bestemd was voor drie fietsers.’
Tiel kwam blakend van zelfvertrouwen terug van haar reis. ‘Ik had het gevoel van ‘ik heb het gedaan’ en ‘ik kan dit’.’ Ze was de aanvoerder geweest van het stel. Daar heeft ze veel van geleerd. In haar werk op de universiteit kan ze daar wat mee. Bovenal heeft ze iets om voor altijd op terug te kijken. ‘Ik heb genoten.’
MARCEL WISSENBURG, hoogleraar Politieke theorie, bleef vijf maanden thuis in Nijmegen. Wat het lekkerst was? ‘Gewoon veertig uur in de week werken. Dat is bijna vakantie.’ Op de faculteit besteedt hij minstens zestig uur per week aan onderwijs, onderzoek en bestuurstaken. Wissenburg wilde tijdens zijn sabbatical ‘vijf jaar vakliteratuur inhalen’. Dat was een eitje, want de oogst viel tegen. ‘In mijn vakgebied verschijnen steeds minder monografieën en meer artikelen. Mensen hebben geen tijd meer om hele boeken te schrijven.’
De hoogleraar permitteerde zich dagjes weg voor advieswerk. Hij noemt een ‘diner pensant’ bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en een denkdag bij de TeldersStichting. ‘Dat doe je anders niet, want op en neer naar Den Haag reizen voor een vergadering kost je een dag.’ Terwijl hij ooit de wetenschap in ging om juist dát te doen: ideeën uit de wetenschap toepasbaar maken voor de samenleving.
Wissenburg maakte tijdens zijn sabbatical, dat in februari afliep, de rekening op van 25 jaar werken aan de universiteit en bedacht ideeën voor de toekomst. Zo’n vrije periode noemt hij ‘heel gezond’. Hij nam de tijd om thee te trekken van echte bladeren in plaats van ‘die vieze zakjes’ te gebruiken. ‘Ik zat op het randje van een burn-out.’
MONIQUE LEYENAAR, hoogleraar Vergelijkende politicologie, huurde voor zeven maanden een huis in de Algarve. ‘Ik heb de luxe dat mijn man gepensioneerd is, we konden samen weg’, vertelt ze. ‘Er was een soort torenkamer waar ik kon werken.’ In Portugal schreef Leyenaar zes hoofdstukken van het boek over vrouwelijke ministers waar ze aan werkt. ‘Ik werkte elke dag van ’s ochtends zeven tot een uur of drie ’s middags. Daarna gingen we boodschappen doen of lekker naar buiten.’
‘Als je een boek wilt schrijven, is een sabbatical absoluut noodzakelijk’, vindt Leyenaar. ‘Je moet achter elkaar door kunnen schrijven. Je kan niet af en toe een dagje vrij nemen om eraan te werken, je bent al een dag bezig om er weer in te komen.’
In september 2015 kwamen Leyenaar en haar man terug naar Nijmegen. Ze ging weer aan het werk, maar er lagen nog twee hoofdstukken op haar te wachten. Die zijn pas net af. ‘Die hoofdstukken zijn niet slechter, maar hebben me wel veel meer inspanning gekost’, zegt de hoogleraar. De rust in de Algarve kwamen haar denken ten goede. ‘We hebben ook heerlijk vakantie gevierd.’ / Annemarie Haverkamp
SPAREN VOOR EEN SABBATICAL: In de CAO (artikel 5.5) staat dat universiteitsmedewerkers gedurende drie tot vijf jaar extra vakantie-uren kunnen wegzetten voor een langere verlofperiode. Onder het wetenschappelijk personeel gingen in 2015 50 mensen op sabbatical leave (in 2014 waren dat er 77, in 2013 65 en in 2012 56). Doen ze in die periode onderzoek voor de universiteit, dan krijgen ze een vergoeding voor de onkosten die ze maken. Van het ondersteunend personeel maakten in 2015 dertien medewerkers gebruik van de regeling verlofsparen (2014: 10, 2013: 11, 2012: 5). Deze cijfers zeggen niet alles, zegt Wilma de Koning namens het college van bestuur. Soms maken werknemer en leidinggevende individuele afspraken over langdurig verlof. Zo is er ook de optie om extra vakantiedagen te kopen via FLeX of om vakantiedagen achter elkaar op te nemen. Wie behoefte heeft aan een sabbatical, kan zich dan ook het beste melden bij zijn of haar directe baas. De steun van de universiteit is er. De Koning: ‘Als medewerkers even afstand nemen van hun werk om na te denken over hun carrière of over hun eigen ontwikkeling, is dat goed. Zo blijven ze aantrekkelijk voor de arbeidsmarkt, zowel binnen als buiten de universiteit.’