Docent vs iPhone: de strijd om de aandacht

16 mei 2017

De student van nu heeft dankzij internet en sociale media heel veel afleiding. Hoe houd je als docent zo’n student nog bij de les? Onderwijs aanpassen of niet, dat is de vraag.

Het valt Hugo Meekes, docent thermodynamica, vooral op tijdens de werkgroepen. Als zijn studenten in groepjes sommen maken. Een paar minuten houden ze het vol. Maar dan babbelen ze alweer over iets anders of grijpen ze naar hun mobieltje. ‘De concentratieboog is heel kort. En dat is jammer, want je kunnen concentreren is een belangrijke voorwaarde om te kunnen studeren.’ En dat studeren schiet er dus nogal eens bij in, is zijn indruk. Als studenten iets niet snappen, verwachten ze van Meekes dat hij wel even uitlegt hoe het zit. Alsof hij een middelbareschoolleraar is. ‘Wij verwachten van onze studenten dat als ze iets niet begrijpen, ze een boek openslaan of op internet gaan zoeken. Dat doen ze dus niet. Ze gaan niet zelf op onderzoek uit als ze iets niet begrijpen.’

Hapklare brokken
Meekes maakt zich zorgen en luidde onlangs de noodklok tijdens een vergadering op zijn faculteit over onderwijs. Andere docenten bleken de concentratieproblemen van studenten wel te herkennen. Ze wezen naar het voortgezet onderwijs dat onderwijs in hapklare brokken van vijf of tien minuten zou voorschotelen. Wat te doen? Moeten we de traditionele hoorcolleges dan maar afschaffen?

Natuurlijk niet, zegt Meekes in zijn kamer op de derde verdieping van het Huygensgebouw, een week na de vergadering. Concentratie, zegt hij, is een academische kwaliteit. ‘Als onze studenten dat niet kunnen, dan moeten we ze daartoe opleiden.’

‘De huidige student is gewend aan video’s en tutorials’

Illustratie Roel Venderbosch
Illustratie Roel Venderbosch

Aan de andere kant van de campus maken docenten zich ook zorgen. Merel van Ommen, docent bij communicatiewetenschap, is vooral bezorgd over het welzijn van de student. De universiteit vraagt wel heel veel van haar studenten, stelt Van Ommen, waarbij ze wijst op een groeiende overbelasting. Ze legt een oorzaak bij het onderwijs, dat onvoldoende aansluit bij de belevingswereld van studenten, vindt ze. Dat zou de betrokkenheid bij de stof geen goed doen en dus ook de concentratie in de colleges niet. ‘Mogelijk moeten we eens diepgaand nadenken over de manier waarop we ons onderwijs aanbieden: sluit de klassieke mondelinge overdracht in hoor- en werkcolleges nog wel aan op de manier waarop studenten in het leven staan, gewend als ze zijn aan het snel schakelen tussen media met een voorkeur voor visuele informatie?’

Kennisclips
De rechtenfaculteit heeft onlangs iets opvallends veranderd in het onderwijs. Waarmee ze wel degelijk lijken aan te sluiten bij een voorkeur voor visuele informatie. De juristen introduceerden kennisclips, korte video’s over één thema, vaak een belangrijke uitspraak van rechters in een rechtszaak. Niek Tönissen, die de kennisclips coördineert, zegt dat dat studenten meer aanspreekt dan het lezen van een paar hoofdstukken uit een boek. ‘De huidige generatie is heel erg gewend om gebruik te maken van video’s en tutorials. Wij spelen daarop in.’

De filmpjes zijn meer dan een docent voor een wit scherm. Tönissen kan bewegende grafieken toevoegen, of tekeningen, geluidsfragmenten en filmpjes. De rechtenfaculteit moedigt de studenten aan de kennisclips te bekijken als voorbereiding op het college. De filmpjes staan op Blackboard en duren zo’n zes minuten. ‘We merken dat na zes minuten de aandacht verslapt.’ Ze zijn zo’n 25.000 keer bekeken.

‘We maken gebruik van middelen die ons nu wel, en twintig jaar geleden niet ten dienste stonden’

Zijn dit soort kennisclips de hapklare brokken die de student bij de les moet houden? Zo zijn ze in elk geval niet bedoeld, zegt decaan Steven Bartels van de rechtenfaculteit. Ze hebben niks te maken met eventuele concentratieproblemen van studenten. Het idee is juist dat studenten zich met de clips beter kunnen voorbereiden op de hoorcolleges, zodat docenten tijdens die colleges sneller de diepte in kunnen gaan. Ze helpen bij het beter begrijpen van ingewikkelde arresten en onderwerpen die studenten elk jaar weer als pittig ervaren. Ook geven ze juridisch problemen wat meer kleur.

De faculteit heeft gewoon een manier gezocht om het inzicht in de stof te vergroten, zegt Bartels. ‘Kennisclips zijn een extra hulpmiddel bij de voorbereiding van het live-onderwijs en bij de voorbereiding van tentamens. Er is geen college minder gegeven. We maken alleen gebruik van middelen die ons nu wel, en twintig jaar geleden niet ten dienste stonden.’

Populair
Vast staat dat de student van nu, dankzij internet en sociale media, heel veel meer afleiding heeft dan de student pakweg twintig jaar geleden had. Waarschijnlijk zijn daarom de weblectures van zijn opleiding zo populair, zegt studieadviseur Nol Vermeulen van bestuurskunde. Dan kun je het college volgen op een tijd die jou uitkomt, zodat de studie zich beter laat combineren met je andere leven: je vrienden, je sociale media, uitgaan, je bijbaan. ‘Tijdens de Proefstudeerdag, in april, was dat ook de eerste vraag van een scholier: “Hebben jullie weblectures? Want ik doe er zo veel naast.”‘

Alleen in het eerste jaar heeft bestuurskunde geen weblectures, of althans zo min mogelijk. Anders wordt het zo’n automatisme om niet op het hoorcollege te verschijnen, zegt Vermeulen. ‘Ik denk dat we studenten vooral in de basis moeten proberen te houden aan die structuur van hoorcolleges – twee keer drie kwartier met een pauze. Als je zoals bij ons maar achttien contacturen per week hebt, dan moet dat kunnen. Zeker als eerstejaars: die komen uit systemen van dertig uur per week.’

Generatieverschil
Vermeulen gelooft het niet zo, dat de concentratieboog van studenten nu korter is. Toen hijzelf in de jaren tachtig als student op de campus rondliep, hadden studenten er net zo goed moeite mee. De docent maakt het verschil, denkt hij. Met een goede docent is opletten gewoon makkelijker. En dan hebben jonge docenten vaak een streepje voor. ‘Onze jongere docenten staan dichterbij de studenten en hebben meer feeling met sociale media dan de oudere generatie. Ze bouwen gemakkelijk een spelletje in, waarbij studenten op hun mobieltjes hun stem over een relevant thema kunnen uitbrengen.’ Hij betreurt het daarom dat zo veel jonge collega’s zijn faculteit vanwege bezuinigingen alweer hebben verlaten. ‘Zo jammer. We hadden een mooie mix van oudere en jongere docenten, maar nu hebben we vooral de oudere garde overgehouden. Er zijn nog genoeg mensen die goed onderwijs geven – dat is het niet – maar het generatieverschil met de student van nu is te groot.’

Mobieltje
Ook Amber Walraven vraagt zich af of studenten zich echt minder goed kunnen focussen. Walraven stoomt op de docentenacademie studenten klaar voor het voortgezet onderwijs. Tieners en afleiding is altijd een probleem geweest, zegt ze, ‘dat is niet iets wat nu opeens is ontstaan.’ Studenten zijn weliswaar geen scholieren, maar het zijn nog steeds adolescenten ‘die eigenlijk andere dingen aan hun hoofd hebben’. Dat middelbare scholen hun onderwijs in hapklare brokken zouden gieten, klopt volgens haar niet. Walraven ziet er althans weinig van terug. ‘Op de middelbare school bestaan genoeg lessen nog altijd uit vijftig minuten zenden. Als onze studenten na een dag meelopen hier komen, klagen ze daar regelmatig over: dat ze het vreselijk vonden om acht keer vijftig minuten lang te moeten luisteren.’

Kennisclips, weblectures: universitaire docenten proberen studenten wel degelijk tegemoet te komen. Maar de basis – werkcolleges en hoorcolleges van anderhalf uur – is nog hetzelfde. Prima, vindt Walraven. Soms is een hoorcollege gewoon het meest effectief als een docent stof wil overdragen. ‘Er is niks mis met een goed hoorcollege. Maar daarin past niet dat er alleen een zender aan het woord is. In een goed hoorcollege is interactie. Geef studenten halverwege een tussenopdracht zodat ze even kunnen overleggen. Of laat ze iets opzoeken op hun mobieltje.’

Passief
Psycholoog Harold Bekkering gaat nog een stap verder. Flipping the classroom is waar het onderwijs volgens de auteur van het boek De Lerende Mens aan toe is. Docenten werken tijdens een hoorcollege nu vaak hoofdstuk voor hoofdstuk door een tekstboek heen. Studenten luisteren en noteren de belangrijkste begrippen. Geen wonder dat ze zich dan moeilijk kunnen concentreren. Want zo activeer je ze niet. “Als je daar alleen maar passief in de collegebanken zit, dan komt de stof niet binnen. Je moet studenten actief aan het denken zetten.”

‘Studenten zitten niet op de universiteit om tentamens te halen, maar om zich te ontwikkelen.’

Illustratie Roel Venderbosch
Illustratie Roel Venderbosch

Laat ze voorafgaand aan het hoorcollege – Bekkering spreekt liever van interactief college – een deel van het tekstboek lezen of de theorie opdoen via kennisclips. Dan komt tijdens het college tijd vrij voor wat voorheen huiswerk was: actief verwerken van de lesstof, opdrachten maken, problemen oplossen, onderzoeken, samenwerken. Vandaar de term flipping (hier: omdraaien van wat je thuis en tijdens de les doet).

Zalando-schoenen
Lastig punt is dat scholieren dat op de middelbare school vaak niet zijn gewend. ‘Ook een wiskundedocent op school zou gebruik kunnen maken van de filmpjes op YouTube waarin het vak per thema wordt uitgelegd. Dat maakt tijd vrij om in de les op de stof te reflecteren. Maar dat is bij mijn weten nog geen gemeengoed.’

Je moet die onderzoekende attitude dus op de universiteit zien te kweken, zegt Bekkering. Bijvoorbeeld door studenten tijdens het college uit te nodigen hun mening over de theorie te delen. Met het risico dat sommige studenten prompt niet meer komen opdagen uit angst om de beurt te krijgen. ‘Dat is dan maar zo’, zegt Bekkering. ‘Studenten zitten niet op de universiteit om tentamens te halen, maar om zich te ontwikkelen.’

‘Aantekeningen maken op de laptop is minder effectief dan op papier’

Verwacht daarbij niet dat tieners en twintigers op dezelfde manier leren als ze dat veertig jaar geleden deden, zegt Bekkering, maar sluit aan bij de behoefte aan visuele informatie. ‘Onderwijs moet aansluiten bij de maatschappij en niet andersom.’ Dus: gebruik sociale media tijdens het college, gebruik de kennisclips die voorhanden zijn. Maar net als Amber Walraven vindt hij dat je als docent best grenzen mag stellen. Af en toe mogen ze die laptop best even aan de kant schuiven. Juist omdat ze dan geconcentreerder luisteren. Walraven: ‘Uit onderzoek blijkt dat aantekeningen maken op de laptop minder effectief is dan op papier. Als je typt, typ je alles zo letterlijk mogelijk over en haal je niet de kern uit je verhaal. Op papier doe je dat wel. Plus: als iemand op de plek voor jou op Zalando schoenen aan het uitzoeken is, is het natuurlijk lastig om je te concentreren. Dus er is wat voor te zeggen om af en toe te roepen: laptop dicht, nu gaan we allemaal aantekeningen maken.’

 

 

Dit artikel staat ook in Vox magazine

2 reacties

  1. L.J. Lekkerkerk (Hans) schreef op 18 mei 2017 om 14:57

    Waar gebeurd:
    Docent (inventariseren van de weblectures tijdens werkcollege): kom jij naar de hoorcolleges?
    Bedrijfskundestudent: nee, ik kijk liever ‘college gemist’; dat scheelt me reistijd heen en terug en de pauze. En bovendien zet ik de video op anderhalf maal de snelheid, dan kan ik het meestal nog wel volgen of ik spoel een klein stukje terug. Zo heb ik uw college in 60 minuten wel bekeken en anders ben ik er 4 uur aan kwijt.”

  2. Piet schreef op 23 mei 2017 om 13:09

    Dat iets (“gewend als ze zijn aan het snel schakelen tussen media met een voorkeur voor visuele informatie”) veel voorkomt of ‘gewoon is’, wil niet automatisch betekenen dat het goed is en dat men er dus op moet inspelen.
    Ik merk in mijn werk dat ik met youtube niet erg ver kom omdat er niet voldoende diepgang is. Als intro kan het nuttig zijn, maar er moet, vind ik, ook geleerd worden een tekst te doorgronden. Idem: ‘flashes’ (lectures van max 15 minuten): die zijn heel goed als appetizer te gebruiken, maar dan moet er toch verdieping komen waar ook een langere concentratieboog voor nodig is.
    En over aansluiten ‘bij de behoefte aan visuele informatie’; het is al lang zo dat individuen verschillen in hun voorkeur voor de manier van informatie opnemen: zgn (en oa) beelddenken en woorddenken. Het beelddenken is lang onderbelicht geweest en nu wordt het ‘overbelicht’…

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!