Doof, maar niet langs de zijlijn
Voor het eerst doet er vandaag een team mee aan Radboud Sports dat communiceert in gebarentaal. ‘Doof zijn betekent niet dat je aan de zijlijn hoeft te staan.’
Radboud Sports: de dag dat je verschillende medewerkers en studenten hun longen uit hun lijf hoort schreeuwen. Bijvoorbeeld om elkaar aan te moedigen of om de scheidsrechter uit te leggen dat het toch écht geen buitenspel is. Maar er is vandaag ook een team waar niemand schreeuwt. De sporters communiceren via de Nederlandse gebarentaal. Geen zorgen, er zit geen obsceen gebaar bij.
Niet aan de zijlijn
Frouke van Winsum is een van de leden in het ‘gebarenteam’. Zij is onderzoeksmedewerker bij de afdeling Taalwetenschap. Het is de eerste keer dat een team meedoet dat alleen communiceert via gebarentaal. ‘We willen laten zien dat je niet langs de zijlijn hoeft te staan omdat je doof bent,’ legt Van Winsum uit. ‘Wij kunnen net als ieder ander met elkaar overleggen. Alleen doen wij dat door middel van gebarentaal in plaats van spraak.’
Met spraak hoef je elkaar niet aan te kijken om te kunnen communiceren, onder dove mensen is dat wel een voorwaarde. Probleem? ‘Ik verwacht het niet. Twee van onze teamleden kunnen wel horen en zij vertalen voor de rest wanneer er iets wordt omgeroepen of wordt uitgelegd. Dove mensen kijken veel meer naar elkaar. We zijn gewend dat het op die manier gaat, sterker nog, wij weten zelfs niet beter.’
Waarom koos Van Winsum voor de teambattle? ‘Het is weer eens iets anders dan op kantoor zitten,’ zegt ze. ‘Het lijkt me gewoon erg leuk om te doen. Ik kijk vooral uit naar het levend sjoelen, dat lijkt me ontzettend grappig.’ Hoever verwacht ze te komen? ‘Een paar teamgenoten zijn vrij sportief, ik heb dan ook hoge verwachtingen. Maar meedoen is belangrijker dan winnen,’ antwoordt ze diplomatiek. Dan verschijnt er een grote glimlach op haar gezicht: ‘Maar winnen zou natuurlijk mooi zijn.’ / Jolene Meijerink