Door corona krijgen artsen meer oog voor het belang van goede communicatie
De wereldwijde coronacrisis is uniek in de geschiedenis. En dus interessant voor wetenschappers. Hoe kijken Nijmeegse onderzoekers vanuit hun vakgebied naar de situatie? In deel 11 van de serie Science & Corona vertelt de afgelopen najaar gepromoveerde huisarts Marianne Brouwers hoe belangrijk het is dat artsen slechtnieuwsgesprekken leren voeren.
‘Uit onderzoek weten we dat dokters het slechtnieuwsgesprek één van de moeilijkste gesprekken vinden om te doen. Ze zijn bijvoorbeeld bang dat ze het niet goed doen, dat patiënten het niet snappen of dat ze moeilijke vragen gaan stellen. Tegelijkertijd is een goed uitgevoerd gesprek zowel voor patiënt als dokter beter, het vermindert spanning en stress bij beiden. Daarnaast geeft het betere gezondheidsuitkomsten’, vertelt huisarts Marianne Brouwers, die promotieonderzoek deed naar de vraag hoe je het slechtnieuwsgesprek aan studenten kunt leren.
Het is een vaardigheid die ook tijdens de coronacrisis belangrijk is, nu artsen aan de lopende band de diagnose ‘corona’ geven en gesprekken voeren over wel of niet naar de IC gaan. Maar ze moeten dat doen in extreem moeilijke omstandigheden, zegt Brouwers. ‘We leren studenten: bereid je goed voor, neem de tijd voor het gesprek, geef ruimte aan emoties, volg de patiënt in zijn verhaal, laat hem vragen stellen, zorg dat er familie bij is.’
Maar nu staan artsen in een beschermingspak, zonder familie, ze mogen de patiënt niet aanraken en vaak is er tijdsdruk. Als iemand bijvoorbeeld acuut benauwd raakt, moet je snel beslissen of je gaat intuberen. Dan is uitgebreid stilstaan bij emoties niet mogelijk.
Houvast
Brouwers betwijfelt of het in de coronahectiek en –onzekerheid überhaupt mogelijk is het slechtnieuwsgesprek op een goede manier te voeren. ‘Je hoort niet voor niets verhalen over dokters die zich machteloos voelen. Normaal gesproken kun je het gesprek ook voorbereiden: dit is er aan de hand, dit gaat er gebeuren. Dat geeft houvast. Maar met deze ziekte kun je de patiënt daarin niet veel bieden, want je weet niet hoe het gaat lopen. Dus ik snap dat veel patiënten, families en ook dokters bang zijn.’
Wat het ook zwaar maakt volgens Brouwers: artsen voeren op de corona-afdelingen nu veel meer slechtnieuwsgesprekken dan normaal, het gaat de hele dag door. Daar komt bij dat artsen van heel andere specialismen bijspringen op die afdelingen, waardoor ook artsen die er niet in geoefend zijn ineens zware gesprekken met doodzieke patiënten moeten voeren.
‘Door reflectie ontdek je wat voor dokter je bent’
‘Juist nu dat met de coronacrisis zo lastig is, hoop ik dat artsen meer oog krijgen voor hoe belangrijk goede communicatie is’, zegt Brouwers. Het was een van de aanbevelingen in haar promotieonderzoek vorig jaar: besteed meer aandacht aan het trainen van communicatieve vaardigheden als het slechtnieuwsgesprek, ook ná de studie.
Dat gaat volgens haar niet alleen om gespreksvaardigheden, maar ook om leren reflecteren op jezelf. ‘Zo ontdek je wat voor soort dokter je bent. Het is nuttig om na te denken over vragen als: Waarom heb ik er zoveel last van dat ik deze ene patiënt niet kon helpen? Omdat het te dichtbij komt. Maar waarom komt het te dichtbij en wat betekent dat voor mijn communicatie met patiënten?’
Zwaktebod
Dokters denken volgens Brouwers vaak ‘ik heb dat niet nodig’, dat reflecteren, maar ze is ervan overtuigd dat het goed is voor hun welzijn én communicatievaardigheden. Neem de gesprekken met ouderen over de vraag of ze naar de IC willen als het erop aankomt. ‘Als een arts niet-behandelen onbewust eigenlijk een zwaktebod vindt, gaat hij vaak al anders het gesprek in.’ Is hij zich bewust van zijn eigen houding, dan kan hij een manier vinden om een open gesprek toch mogelijk te maken.
Door de coronacrisis wordt ook de communicatie met andere patiënten op de proef gesteld. Veel klachten waarvoor je voorheen naar het spreekuur ging, bespreek je nu via beeldbellen en telefoon. Brouwers: ‘Ik had het er laatst met collega’s over: moet dit nog meer dan nu in het basiscurriculum? Moeten we in de lessen meer inzetten op digitale tools? Het zou kunnen dat deze periode een boost geeft aan de ontwikkeling van nieuwe communicatie-initiatieven.’
R. Tabak schreef op 7 mei 2020 om 12:46
Mooi interview en pleidooi. Patiënten in het Radboud werken mee aan verbetering van o.a. die soort communicatie via diverse programma’s en doe mee te denken over opzet en inhoud van dit basis curriculum via o.m. de Radboud Health Academy.