Doorrekening overige partijen: geen prijskaartje aan plannen voor hoger onderwijs
Sommige politieke partijen weigeren hun verkiezingsprogramma te laten doorrekenen. Een oud-CPB-medewerker heeft het op eigen houtje toch gedaan. Voor het hoger onderwijs doen ze dure beloftes, is zijn conclusie.
Woensdag publiceerden de rekenmeesters het Centraal Planbureau hun gebruikelijke doorrekening van de partijprogramma’s. Slechts acht partijen deden mee. De rest gaf allerlei redenen om ervoor te bedanken.
NSC-leider Pieter Omtzigt bijvoorbeeld zei zondag in het RTL-debat dat hij te weinig tijd had gehad voor een degelijke financiële paragraaf in zijn programma. Bovendien worden er na formatiegesprekken toch altijd andere begrotingen vastgesteld dan er in de verkiezingsprogramma’s staan, voegde hij eraan toe.
De gepensioneerde econoom Wim Suyker, voormalig CPB-medewerker, besloot de resterende partijprogramma’s zelf te analyseren. Hij deelde zijn bevindingen via X (het voormalige Twitter). Partijen als NSC, BBB, PvdD, SP en DENK laten het begrotingstekort de komende jaren flink oplopen, concludeert hij.
NSC
En dat komt mede door de uitgaven aan hoger onderwijs, waar ze veelal weinig concreet over zijn. Pieter Omtzigts partij NSC wil bijvoorbeeld het collegegeld voor studenten van buiten de EU verhogen, maar met hoeveel? En wat gaat dat dan opleveren?
Methode
Tegen het AD zei Suyker dat hij allerlei bedragen in antwoorden op Kamervragen heeft gezocht, bijvoorbeeld wat het afschaffen van btw op groente en fruit kost. Verder heeft het ministerie van Financiën een jaarlijkse ‘ombuigingsbijbel’, een brief waar rekenaars in kunnen zien wat het kost als je pakweg de accijns op tabak een cent verhoogt.
Wat kosten bijvoorbeeld Omtzigts plannen voor de intensivering van de lerarenopleidingen, het laag houden van de leenrente voor de pechgeneratie en de extra investeringen in startersbeurzen voor wetenschappers? Een ding is zeker: het is duur. De plannen leiden naar schatting tot een verhoging van het begrotingstekort met drie miljard euro.
BBB
In het programma van de BBB ontbreekt eveneens een budgettaire paragraaf. Met de bedragen die wel bekend zijn voorziet Suyker dat er in 2028 een begrotingstekort van ten minste 7 miljard euro zal zijn.
Dat komt mede door de plannen voor studenten. De hogere compensatie voor ‘pechstudenten’, het afschaffen van de rente op studieschulden en het verhogen van de huurtoeslag voor studenten kosten volgens Suyker veel geld.
PvdD
De Partij voor de Dieren (PvdD) heeft ook geen budgettaire paragraaf, noteert Suyker. Als de partij haar zin zou krijgen, voorziet hij dat het Nederlandse begrotingstekort in 2028 gaat oplopen tot ten minste 18 miljard euro.
De basisbeurs voor uitwonenden moet volgens het programma omhoog van 275 naar 475 euro per maand en die van thuiswonenden van 110 naar 125 euro per maand. Daarnaast zou de studierente moeten worden afgeschaft. Het gaat honderden miljoenen vergen.
Suyker voorziet verder veel dure wensen die de PvdD niet heeft begroot. Zo wil de partij onder meer omscholingstrajecten voor groene banen, alle lonen in het onderwijs verhogen, meer studentenwoningen, het collegegeld verlagen, ‘pechstudenten’ extra compenseren en de lumpsum voor het hoger onderwijs verhogen.
SP
De SP zou het tekort met ten minste 25 miljard euro extra laten oplopen, schat Suyker. Het blijft nattevingerwerk. De oud-CPB’er kan bijvoorbeeld in de onderwijsparagraaf van het SP-programma nergens een bedrag vinden.
Maar de socialisten willen onder meer de salarissen voor docenten en studiebeurzen verhogen en de ‘pechstudenten’ ruimhartig compenseren. Suyker betwijfelt of het lukt om het aantal internationale studenten uit de EU te verminderen.
DENK
Het programma van DENK zou het tekort met 24 miljard euro laten oplopen. De partij wil onder meer de studieschuld van de ‘pechgeneratie’ volledig compenseren en de rente op studieschulden afschaffen.
Suyker verwacht verder nog extra kostenposten, die door de partij niet zijn verduidelijkt. Het gaat dan om het afschaffen van het collegegeld voor zorg- en onderwijsopleidingen en het verhogen van de studiefinanciering.